Moonchild
Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.



 
IndexIndex  PortalPortal  RegistrerenRegistreren  Laatste afbeeldingenLaatste afbeeldingen  InloggenInloggen  

 

 Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO]

Ga naar beneden 
2 plaatsers
Ga naar pagina : 1, 2  Volgende
AuteurBericht
Hestia
Admin
Hestia


Aantal berichten : 229
Registratiedatum : 13-10-13
Leeftijd : 25
Woonplaats : Naast de heksen.

Character sheet
Partner: My eyes are open, but only for cuties~
Geslacht: Female
Leeftijd: 22

Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO] Empty
BerichtOnderwerp: Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO]   Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO] Emptyvr nov 01, 2013 4:32 am



IT'S JUST CURIOSITY


A famous explorer once said, that the extraordinary is in what we do, now who we are. I’d finally set out to make my mark, to find adventure. But instead adventure found me. In our darkest moments, when life flashes before us, we find someting. Something that keeps us going. Something that pushes us. When all seemed lost, I found a truth. And I knew what I must become.

Een lange tijd geleden hadden de goden van Olympus een vrouw geschapen, ze was bijna perfect. Aphrodite had haar schoonheid geschonken, haar wijsheid was een geschenk van Athena. Maar Hermes gaf haar onder andere een bedrieglijke aard, ook was hij de oorzaak voor haar nieuwsgierigheid. En dat was een eigenschap die geen enkele andere sterveling bezat.

Pandora’s nieuwsgierigheid zorgde voor veel ellende in de wereld, door haar toedoen werden allerlei rampen de wereld ingeblazen. Deze rampen kwamen uit een pithos, vandaag de dag beter bekend als Pandora’s doos, toen ze de pithos weer wilde sluiten in de hoop dat niet alle rampen de wereld inkwamen. Bleef alleen hoop achter.

Vele jaren later, ver naar de tijd van de oude Grieken, is er nog iemand met dezelfde nieuwsgierigheid als die we kennen bij Pandora. Een archeologe om precies te zijn, maar ook bij haar komt deze nieuwsgierigheid niet altijd even goed van pas..



P R O L O O G
Verhaal voor de NANOWRIMO, op naar de 50000 woorden c:
Terug naar boven Ga naar beneden
https://moonchild.actieforum.com
Ferculis
Admin
Ferculis


Aantal berichten : 180
Registratiedatum : 13-10-13
Leeftijd : 24

Character sheet
Partner: Hmm...
Geslacht: Male
Leeftijd: 32

Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO] Empty
BerichtOnderwerp: Re: Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO]   Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO] Emptyvr nov 01, 2013 4:45 am

Klinkt goed Sas ;D
Terug naar boven Ga naar beneden
Hestia
Admin
Hestia


Aantal berichten : 229
Registratiedatum : 13-10-13
Leeftijd : 25
Woonplaats : Naast de heksen.

Character sheet
Partner: My eyes are open, but only for cuties~
Geslacht: Female
Leeftijd: 22

Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO] Empty
BerichtOnderwerp: Re: Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO]   Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO] Emptyvr nov 01, 2013 6:12 am



DANGER CALLS MY NAME


Vragen over deze nieuwe missie gierden al dagen door mijn hoofd, toen ik de vraag kreeg om de ware gebeurtenis achter Pandora’s mythe te achterhalen heb ik eigenlijk niet eens nagedacht over mijn antwoord. Ik had werkelijk nooit gedacht dat deze missie me zoveel boekwerk zou verzorgen. Het had maanden geduurd voordat ik eindelijk achter een van de mogelijke locaties van Pandora’s doos kwam, die in werkelijkheid een oud Griekse pithos was. Het was een week geleden toen ik bij die locatie was langs geweest, tevergeefs. Nu had ik alleen nog hoop om te geloven dat de pithos op deze nieuwe locatie kon liggen, wat overigens vrij ironisch was. Aangezien volgens de mythe alleen hoop niet de wereld in is gegaan, toen Pandora de pithos opende.

Met ingehouden adem dook ik door de vreselijk smalle spleet die de ingang van de verborgen tombe vormde, hoewel hij nu niet meer zo verborgen was. Mijn blauwe ogen moesten ontzettend wennen aan de duisternis in de grot, tastend naar mijn rugzak om mijn zaklamp te pakken liep er een koude rilling langs mijn rug. Alsof iets me probeerde te waarschuwen niet verder te gaan, alsof er gevaar dreigde. Maar met mijn beroep als archeologe, dealde ik wel vaker met gevaar. Soms voelde het zelfs alsof ik gevaar aantrok, of andersom. Ik slaakte een zucht van verlichting toen ik eindelijk wat kon zien onder het licht van mijn zaklamp. Mijn adem stokte in mijn keel toen ik langs een van de wanden een skelet zag liggen, zou die daar als waarschuwing liggen of was deze tombe werkelijk zo gevaarlijk? Ik moest mezelf haast dwingen verder te lopen, mijn handen trilden. Maar ik moest door, anders zou er nooit een waarheid achter deze mythe naar boven komen. Ik was dan wel gewend aan gevaar, aan de angst zou zelfs ik nooit wennen. Langzaam kwam ik verder vooruit, de zaklamp gericht op de grond om niet te struikelen. Mijn hart klopte in mijn keel en ik voelde de zenuwen in mijn buik, bij elke bocht die ik nam schoot dezelfde vraag weer door mijn hoofd; Zou ik deze keer wel goed zitten? Zou ik eindelijk deze opdracht af kunnen sluiten? Maar tegelijk bleef er ook altijd een klein stukje van mijn lijf in angst zitten, met de vrees dat het allemaal fout zou gaan. En als het met mijn beroep fout ging, dan kon het ook nog wel gevaarlijk worden. Erg gevaarlijk zelfs.

Een gelukzalig gevoel stroomde door mijn lijf toen het weer lichter werd en ik mijn zaklamp, eindelijk, weer uit kon zetten. Voorzichtig kijkend naar waar ik mijn voeten plaatste betrad ik de ruimte, de muren torende hoog uit en had geen dak waardoor de ruimte fel verlicht was. Ook waren de muren reik versierd met grotschilderingen, de  grond was een stuk egaler dan in het begin van de grot. Misschien dat dit inderdaad de juiste locatie weg, onbewust verscheen er een glimlach op mijn gezicht. Maar misschien dat deze wijze van ‘succes’ me toch iets te veel moed bezorgde, zonder verder nog echt op te letten zette ik een paar stappen naar voren. Tot ik de grond onder me plotseling voelde beven, een groot stuk van de grond stortte plots omlaag. Met het snelle reactievermogen dat ik de laatste paar jaren had opgebouwd, sprong ik naar voren en kon nog net de rand vast grijpen die de neergestorte grond had achtergelaten. Met alle kracht die ik op dat moment kon veroorloven probeerde ik mezelf weer omhoog te trekken, ik voelde mijn handen steeds meer van de rand afglijden in het gevecht met de zwaartekracht. Ik voelde de kracht in mijn armen steeds meer verzwakken, meer kracht kon ik meer zetten. En zoals bijna altijd, won de zwaartekracht het weer van mijn menselijke kracht. Met een enorme vaart stortte ik een meter of twee omlaag. Toen mijn lichaam de grond bereikte voelde ik alleen nog een haast onmenselijke klap, waarna duisternis zich vulde voor mijn ogen.

Toen ik weer bij bewustzijn kwam voelde het alsof er dagen voorbij waren gegaan, misschien dat dit ook wel het geval was aangezien mijn tijdsbesef compleet weg was. Met moeite opende ik mijn ogen, wiens leden ontiegelijk zwaar aanvoelde. Mijn keel was droog en ik had moeite met ademhalen, de rest van mijn lichaam leek verdoofd te zijn. Onder al deze omstandigheden had ik nog geluk gehad, besefte ik op het moment dat ik me herinnerde dat ik een val van ongeveer twee meter nog redelijk heel had overleeft.  Met alle kracht die nog resterend was in mijn lijf krabbelde ik overeind, waarna ik vrijwel meteen weer omviel toen ik de stekende pijn in mijn been voelde. Die waarschijnlijk gekneusd was. Mijn kleren zaten onder het stof en waren gescheurd, mijn lichaam zat onder de schaafwonden en beurse plekken. Maar ik negeerde alle pijn en reikte uit naar de veldfles die in mijn rugzak zat, ik had nog geluk dat deze vrij stevig was. Met een gewone waterfles had mijn tas, na deze val, waarschijnlijk vol met water gezeten. Misschien iets te gulzig dronk ik bijna de helft van de inhoud uit de fles leeg, daarna pas beseffend dat ik er waarschijnlijk nog wel langer mee moest doen.

Ik wierp een blik op de omgeving, beseffend dat deze val misschien nog wel heel goed uitkwam voor deze missie strompelde ik vooruit. Er was een smalle opening, daarachter kon je nog net het begin van een luxueuze ruimte zien. De vloer was belegd met glanzende witte tegels en de muren waren versierd met schilderijen, die met goud omlijst waren. Het leek erop dat nog niemand erin geslaagd was zo ver de tombe in te komen, hoe kon de ruimte anders zo schoon en mooi zijn? Tenzij iemand hier rondsloop, maar dat zou gewoonweg eng zijn. Een klagende zucht rolde over mijn lippen toen ik mijn adem inhield, om makkelijker door de opening te komen. Mijn been moest ik haast achter me aanslepen, want die werkte totaal niet mee. Toen ik de ruimte betrad was de glanzende witte vloer, lang zo glanzend en wit niet meer. Ik stelde mezelf voor nu wel eerst goed op te letten, voor ook deze vloer omlaag stortte. Vol bewondering schoten mijn ogen langs de omgeving, die tot in detail verzorgd leek. Een rilling liep langs mijn ruggengraat toen ik een van de schilderingen bekeek, de vrouw die erop afgebeeld stond was beeldschoon. Maar het voelde alsof ze recht in je ziel keek, alsof ze je volgde met haar ogen. Met mijn ogen oplettend op de grond gericht struinde ik in de richting van het schilderij, ik veegde het stof op het gouden naambordje dat eronder hing weg. Pandora, the lady created by Olympus. Mijn hart sloeg een slag over, dus dan zat ik werkelijk in de goede tombe? Dan was ik dus zojuist niet voor niets met grond en al omlaag gestort? Een glimlach sierde mijn lippen terwijl ik verder de kamer afspeurde, maar niets opmerkte over hoe ik verder kon. Een beetje afwezig streek ik met mijn hand langs de muren, in de hoop van dichtbij kleine details op te kunnen merken. Ik sprong geschrokken een stap achteruit toen de muur achter een van de schilderijen verschoof, het maakte plaats voor een nieuwe verborgen ruimte. Kijk eens aan, zo doe je dus onderzoek. Klonk een stem triomfantelijk in mijn hoofd. Op het moment dat ik een stap naar voren nam hoorde ik het geluid van wolvengehuil, mijn lichaam bleef hangen in de beweging terwijl ik twijfelde of ik wel een stap naar voren moest zetten. Hoe konden wolven ooit zo diep in de grond overleven? Dat was toch niet mogelijk? Ik ademde diep in en uit voor ik een stap naar voren zette, mijn hand schoot onwillekeurig naar het pistool dat aan mijn riem hing. De duisternis leek eindeloos in de nieuwe ruimte, vooral na de lichte, rijk versierde, ruimte van voorheen. Ik liep tot ongeveer het midden van de grot toen ik ze opmerkte, de gele ogen die me vanuit de duisternis aanstaarde. Ik draaide mijn hoofd en ontdekte ook de tientallen andere ogen die me aanstaarde, een enkel moment werd er geen enkele beweging blootgesteld aan de grot. Tot de eigenaar van de ogen recht voor me een stap naar voren zette, het was een wolf. Hij was pikzwart, op de gouden ‘tijgerstrepen’ op zijn rug na. De strepen leken op te lichten op het moment dat er een grom uit zijn keel ontsnapte. Hij zette nog een aantal passen naar voren, maar leek niet aan te willen vallen. Nog niet in elk geval.



C H A P T E R 1
Nymfe's point of view
Terug naar boven Ga naar beneden
https://moonchild.actieforum.com
Hestia
Admin
Hestia


Aantal berichten : 229
Registratiedatum : 13-10-13
Leeftijd : 25
Woonplaats : Naast de heksen.

Character sheet
Partner: My eyes are open, but only for cuties~
Geslacht: Female
Leeftijd: 22

Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO] Empty
BerichtOnderwerp: Re: Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO]   Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO] Emptyvr nov 01, 2013 8:00 am



DANGER CALLS MY NAME


Haast onopvallend gaf de wolf een klein knikje naar de rest van zijn kameraden, ook deze zette een paar stappen naar voren. Een kort moment keken ze elkaar aan, waarna ze op ritmische wijze om me heen begonnen te paraderen. Het leek op een ritueel, vooral toen de wolven ook op hetzelfde moment begonnen te janken.

Na een minuut of twee vielen de wolven plotseling stil, als versteend stonden ze daar. Behalve de wolf die eerder voor me had gestaan. Het viel me nu pas op dat van al deze zwarte wolven, hij de enige was met de gouden tijgerstrepen. De rest had alleen een gouden lijn lopen op de plek van hun ruggengraat. Zou hij dan de alfa van hun roedel zijn? Lang om na te denken over deze vraag kreeg ik niet, de wolf trok mijn aandacht door te grommen. Zijn ogen leken blauw te kleuren en zijn gegrom ging over in de klanken van een zware stem. ’Ik weet niet wat je hier komt doen, maar onze vrouwe heeft je goedgekeurd. Loop door, als je durft.’ Een kort moment had de wolf me uitdagend aangestaard voordat hij een pas opzij zette, er viel licht op de plek waar voorheen zoveel duisternis was geweest en er werd een afdaling naar beneden zichtbaar. Zonder ook maar een moment te aarzelen snelde ik me, voor zover dat nog ging, vooruit. Die wolven hadden daarnet heel goed laten merken dat hun soort absoluut niet mijn favoriete dieren zijn, alles was beter dan daar nog één moment langer blijven. Ik moest zoveel moeite doen om me schrap te kunnen zetten bij het afdalen, om niet in een keer naar beneden te vallen. Dat ik de wolf, die eerder al had gesproken, niet meer hoorde spreken. ‘Dom kind.. Haar leven zal spoedig eindigen..’ De zware klanken spraken tegen de rest van zijn roedel voor ze omdraaiden en terug de duisternis instormde.

Ik kon weer opgelucht ademhalen toen ik eindelijk weer veilig op de vlakke grond stond, die afdaling was verschrikkelijk stijl geweest. En dat was niet al te gemakkelijk met een gekneusd been, hoewel ik wist dat ik gewoon door de pijn heen moest bijten. Een kort moment gunde ik mezelf de tijd om even te rusten, door om me heen te kijken en meer van de omgeving te leren. Ik verlangde nu wel weer terug naar die eerdere mooie, luxe kamer. Deze was letterlijk het tegenovergestelde, het was weer gewoon een grot. Hoewel er door sommige spleten in het dak licht naar binnen viel, waardoor het niet donker genoeg was om de batterijen van mijn zaklamp te verspillen. Op de muren zaten handafdrukken, bebloede handafdrukken om preciezer te zijn. Een huivering schoot door mijn lichaam, van de koude wind die waaide. Vastberaden liep ik door, ik was al zo ver gekomen. Ik kon nu absoluut niet terugkeren. Met mijn hand tegen de wand gelegd, vond ik mijn weg verder de grot in.
Langer dan ik eigenlijk verwacht had kwam ik bij een nieuwe kamer uit, eentje die net zo rijkelijk versierd bleek als de eerste. Maar nu waren er minder versieringen aan de wanden en viel je oog vrijwel meteen op de glanzende pithos, een soort oude Griekse vaas versierd met tekeningen. Ik was nu zo dichtbij, bij datgene wat ik zo graag wilde. Antwoorden, de waarheid. Maar iets diep van binnen waarschuwde me, dat ik niet verder moest gaan. Dat ik om moest draaien en moest vluchten. Het gevoel verdringend liep ik met voorzichtige passen op de pithos af, de omgeving afspeurend op eventuele vallen. Opgelucht deze niet te zien, wierp ik mijn blik op de glanzende vaas voor me. En plotseling voelde ik de nieuwsgierigheid waarvan Pandora ook beschuldigd was, ik voelde de wil om de deksel van de pithos te halen. Puur om te zien wat er gebeurde, ook al zou het gevaarlijk kunnen zijn. Nog steeds de waarschuwende stem in mijn hoofd negerend, pakte ik de vaas op en tilde de deksel op. En op het moment dat ik dat deed, wist ik dat ik naar de stem in mijn hoofd had moeten luisteren.

Ik was niet meer in staat me te bewegen, het voelde alsof mijn lichaam stukje bij beetje de pithos in werd gezogen. Mijn hersenen draaiden overuren, kon ik hier uit ontsnappen? Waarschijnlijk niet, aangezien alleen mijn brein nog leek te werken. Wat zou er met me gebeuren? Zou ik in de pithos opgesloten bleven, net zoals hoop in die tijd? Misschien was dit ook de eigenaar van het skelet aan het begin van de grot overkomen.. Misschien dat de wolven mijn skelet over een tijd op zouden komen halen, zodat ze nieuwe versiering hadden voor aan het begin van de grot. Verschijnende andere rampscenario’s flitsten door mijn hoofd, de een erger dan de ander. Maar vrijwel allemaal kwamen ze uit bij de dood. Was dit dan echt het einde?

Het zou dus echt waar zijn, je leven flitst echt aan je voorbij op het moment dat je sterft. Ik herinner me nog zo veel dingen uit mijn jeugd, gelukkige en minder leuke herinneringen. Ik herinner me nog alle momenten die ik samen met mijn familie heb doorgebracht, de dingen als het leren lopen, praten en fietsen. De eerste dag op de kleuterschool, de eerste dag op de basisschool en de middelbare. En ook de meer recente dagen van mijn studie als archeologe, die overigens niet enorm lang duurde. De herinneringen aan mijn ouders, Ellen en Shane, ze schoten allemaal voorbij. Ook de herinneringen aan Jamie, mijn jongere broertje. Allemaal speelden ze zich af in mijn hoofd, als een video die ik niet kon pauzeren. Hoe graag ik dit ook zou willen. Kon het dan echt zo snel afgelopen zijn?

Mijn lichaam leek weer uit zijn trance te ontwaken, er kwam een ontzettende kracht uit de pithos. De kamer leek te draaien en hoe hard ik ook probeerde de deksel weer terug te zetten en de pithos daarmee te sluiten, ik was niet sterk genoeg. Maar waarschijnlijk zou dat niemand lukken, aangezien de vaas zoveel kracht uitstraalde dat je het liefst meteen zou vluchten. Als je die mogelijkheid had in elk geval. Toen ik nogmaals een blik in de pithos wierp, zag ik dat deze geen onderkant had. Hoewel je er niet de kamer doorheen zag, het leek een compleet andere wereld. Een bos leek het wel, uit verbazing vergat ik me tegen te zetten tegen de kracht. Maar zou dat wel zoveel uitgemaakt hebben? Ik kon de vraag niet eens meer beantwoorden of het een fel licht vulde mijn ogen, waarna het weer aardedonker werd.

Daarnet dacht ik al dat het mijn einde zou zijn, maar het is blijkbaar nog even uitgesteld. Zou dit dan mijn echte einde zijn? Zou ik op zo’n manier sterven, omdat ik te nieuwsgierig was? Dat zou toch een mooie grafsteen opleveren. ‘Gestorven door een overdosis aan nieuwsgierigheid.’ Nou, dan moesten ze wel eerst mijn lichaam terug zien te vinden. Zonder zelf ook te sterven. Zou Pandora ook zo’n zelfde nieuwsgierigheid hebben gevoeld? Dan hadden we in ieder geval één ding gemeen.. Maar hadden we onze andere eigenschappen ook gemeen? Ik had niet de schoonheid van een godin, hoewel dit ook niet echt een eigenschap te noemen is. Had ik dezelfde wijsheid? Ik was wel altijd een van de slimste uit de klas, maar dat vertelde ook niet veel als de helft uit je klas oerstom is. Maar misschien dat die wijsheid wel gelijk was, dus dat zou dan al één gemeenschappelijke eigenschap zijn. Welgemanierd was ik ook wel, in ieder geval. Dat was ik meestal wel. Niet altijd… Dus dat zou dan nog een gemeenschap zijn? Maar die bedrieglijke aard, zou dat ook tot mijn nieuwsgierigheid leiden? Zou dat een kant van mijzelf zijn die ik helemaal niet ken? Zou ik net zo’n bedrieglijke aard als Pandora hebben? En plotseling drong het tot me door.
Mijn karakter was hetzelfde als die van Pandora, als we de mythe mochten geloven in elk geval. Was deze missie dan voorbestemd geweest?




C H A P T E R 1
Nymfe's point of view

Terug naar boven Ga naar beneden
https://moonchild.actieforum.com
Hestia
Admin
Hestia


Aantal berichten : 229
Registratiedatum : 13-10-13
Leeftijd : 25
Woonplaats : Naast de heksen.

Character sheet
Partner: My eyes are open, but only for cuties~
Geslacht: Female
Leeftijd: 22

Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO] Empty
BerichtOnderwerp: Re: Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO]   Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO] Emptyvr nov 01, 2013 9:22 am



DANGER CALLS MY NAME

Mijn gedachtereeks was plotseling opgehouden, ik werd me weer bewust van mijn lichaam. Hoewel ik daar niet al te blij mee was, elk stukje leek pijn te doen. Alsof al mijn botten gebroken waren. Langzaamaan nam de pijn een beetje af en was ik in staat weer wat regelmatiger adem te halen, het duurde een hele tijd voor ik ook mijn ogen weer kon openen. Opnieuw was ik mijn tijdsbesef compleet kwijt, ik kon niet meer inschatten hoelang bepaalde dingen weer duurde. Het leek alsof ik er al bijna een uur over deed om alleen mijn oogleden op te tillen, maar toen het eindelijk lukte werd ik haast verblind door het felle zonlicht. Voorzichtig duwde ik mijn bovenlichaam overeind, ineengedoken van de pijn keek ik om mee heen. Waar was ik? Dit leek niets op de grot waar ik voorheen was.. Ik zat in het midden van een open plek in een, zo te zien, redelijk diep bos. De pithos was verdwenen, er was niets meer te zien van de plek waar eerst een grot hoorde te staan naar mijn weten. Na nog even diep in en uit te ademen krabbelde ik volledig overeind, mijn gekneusde been leek minder pijn te doen dan voorheen. Het voelde nu alsof de pijn die voorheen alleen in mijn been zat, nu verspreidt was over de rest van mijn lichaam. Rustig liep ik een paar passen voorwaarts, blij in te zien dat het allemaal wel mee viel. Ik kon in ieder geval lang genoeg lopen, om erachter te komen waar ik nu in vredesnaam was. Ik liep langs de rand van de open plek tot ik het punt vond waar zo te zien al meerdere malen gelopen was, de blaadjes waren hier kapot en een aantal takken waren gebroken. Dit zou dan toch naar misschien iets van een dorpje moeten leiden? Of misschien een nieuwe tombe? Het was in ieder geval een betere oplossing dan hier te blijven staan. Dus zette ik met opnieuw over mijn pijn heen en strompelde ik door het bos, af en toe struikelend over takken en opschrikkend van vogels die wegvlogen. Ik moest mijn ogen op de grond gericht houden, om niet al te erg te struikelen en kreeg dus niet al te veel mee van de omgeving. Hoewel deze ook niet zo speciaal was, het was immers een gewoon bos. Hoewel ik op dat moment nog niet wist dat het een bos uit de tijd van de oude Grieken was.

Elk geluid dat niet van mijn looppas of ademhaling afkomstig was maakte me alerter, elk diertje dat bewoog kon me op dit moment al laten schrikken. Hoewel dat niet bepaald iets was dat echt goed paste bij mijn karakter, waarschijnlijk was ik gewoon nog overstuur door de drastische veranderingen in mijn leven. Ik bedoel, het was nog niet zeker of ik ooit terug naar huis kon. De waarheid achter mijn missie had ik ook nog niet achterhaalt. Ja.. Het ging ontzettend goed vandaag.. Zou ik ooit Jamie nog terug zien? Mijn ouders? Zou ik überhaupt iemand van mijn familie nog terug zien? Of zou ik sterven, zonder te weten waar ik werkelijk ben? Een zucht rolde over mijn lippen terwijl ik verder paradeerde, het bos werd al iets minder diep en een pad kwam in zicht. Waarschijnlijk had ik in ieder geval wel het goede pad gekozen, dat was dan alweer een pluspuntje. Het pad liep een stuk fijner dat de bosgrond met al die losse takken en bladeren, hoewel het pad niet gemaakt was van de materialen die zij van thuis kende. Dit was gewoon zand, vergelijkbaar met een soort ruiterpad. Na een tijd die ik inschatte als ongeveer een halfuur, begon mijn been weer diezelfde stekende pijn af te geven. Ik zette koers naar een van de dichtstbijzijnde, stevig uitziende bomen. Voorzichtig zakte ik er met mijn rug tegen aan in elkaar, mijn ademhaling was hevig versneld en mijn hart klopte veel sneller dan zou moeten. Ik was uitgeput na alle gebeurtenissen en natuurlijk ook na alle verwondingen die ik in één dag heb opgelopen, ik moest mezelf tijd gunnen om uit te rusten. Dat zag ik nu ook wel in, daarna moest ik zo snel mogelijk een dorpje of iets in die richting zien te vinden. Een plek waar ik onderdak kon regelen, want zoals het er nu uitzag zou ik niet bij een tombe uitkomen. Waar ik nu precies was zou ik later dan wel uitzoeken, voor ik het zelf ook maar doorhad vielen mijn oogleden dicht en viel ik weer, uitgeput als ik was, in slaap.

Toen ik weer wakker werd, met net zoveel moeite met het openen van mijn oogleden als voorheen was de zon verruild voor de maan. Ik had geen flauw idee of het de avond was van de ochtend waarin ik in slaap was, of de dag erna. Of misschien zelfs wel meerdere dagen daarna..? Of ik er ooit achter zou komen was nog maar de vraag. Ik kwam weer overeind en streek een paar blonde lokken uit mijn gezicht, voor ik weer begon te lopen. Ik moest mezelf moed inspreken om ook maar vooruit te komen. Nymfe je kan dit, je hebt wel voor hetere vuren gestaan. Zoals je eerste missie, toen je schipbreuk leed. Op Yamatai. Daar heb je het zwaarder gehad, of niet soms? Klonk een haast bevelende, maar toch ook geruststellende stem in mijn hoofd. De stem had wel gelijk, op Yamatai had ik het zwaarder gehad. Veel zwaarder, vooral omdat het mijn eerste missie was geweest en die was niet al te vlekkeloos vergaan. We hadden schipbreuk geleden op hun zoektocht naar Yamatai, een eiland in de Drakendriehoek. Gelegen bij de kust van Japan. Het was daar net alsof we niet weg konden komen, elk hulpmiddel dat van buitenkwam – reddingsvliegtuigen etc. – stortte neer en veroorzaakten nog meer doden. Als ik dat kan overleven, dan moest dit ook lukken. Je bent nou eenmaal een echte Evers, iedereen met diezelfde achternaam is een vechter. Een overlever. Kijk maar naar je eigen familie, je ma is ook archeologe en je pa is agent. Je broertje wil nog steeds brandweer worden. Weer klonken die geruststellende klanken door mijn hoofd, opnieuw had de stem gelijk. Mijn familie had niet bepaald de meest makkelijke beroepen, ook niet de minst gevaarlijke. Deze gedachtereeks leek me op de been te kunnen houden, ik had geen flauw idee waar ik heen liep. Maar zo had ik in ieder geval iets om voor afleiding te zorgen.

Een gelukzalige zucht verliet mijn lippen, toen het bos verdween en ik in de verte iets wat op een klein dorpje leek zag. Nu het bos verdwenen was, ging het landschap over in heuvels, heuvels en raad is? Nog meer heuvels.. Het was niet gemakkelijk met lopen, maar het was toch een fijn gevoel om te weten dat ik nu misschien iets gevonden had waar ik terecht kon. Desondanks dat ik ontzettend vermoeid was begon ik sneller te lopen, opnieuw gemotiveerd om tot mijn doel te komen. In ieder geval, voordat ik bezweek onder een van de vele mogelijkheden. Misschien dat het ook wel een heel stuk zou helpen als ik zou stoppen met klagen, maar dat was nu even geen oplossing. Ik hield even halt en rekte me uit, voor ik weer verder liep keek ik nog een laatste keer om me heen. Waarna ik me voornam me niet meer af te laten leiden door de omgeving en gewoon vastberaden door te lopen, dan zou ik nog het snelst in het dorpje aankomen.

Het was nog een heel eind lopen, langer dan ik had ingeschat helaas. Maar ik kwam er uiteindelijk wel. En daar was ik al blij genoeg mee. Het was een redelijk groot dorp, met in het begin voornamelijk alleen maar kleine huisjes. Met niets speciaals erop of eraan, de meesten leken een beetje op de bungalows die je zag in campings. Maar dan nog minder luxueus, de meesten waren opgebouwd uit hout en riet. Een aantal mensen met prachtige paarden reden langs en keken me raar aan, misschien omdat ik eruit zag als een soort verlepte zwerver. Met die gescheurde kleding, de schrammen op mijn gezicht en mijn haar dat ontzettend in de war zat. Ik liep nog een stuk verder, de armzalige huisjes werden langzaam aan wat groter. Bij sommigen was gebruik gemaakt van steen, sommigen hadden zelfs kleine tuintjes. Het was echt net alsof ik terug in de tijd was gegaan, maar was dat misschien ook niet zo? Het zou best kunnen.. Was dat dan wat er gebeurt was toen ik de pithos opende en alles leek te bewegen? Misschien dat ik het gewoon even moest laten rusten en er later, nadat ik bijgekomen was van alles omstandigheden, weer over nadenken. Misschien dat ik dan mijn eigen vragen kon beantwoorden, dat zou in ieder geval fijn zijn.

Plotseling werd mijn blik aangetrokken door een vrouw, ze zat op een wit paard met prachtige lange witte manen en staart. Ze staarde me aan, alsof ik een gevaar voor haar vormde. Het meisje was lang en slank, ze had lichtbruin haar dat golvend over haar schouder lag. Ze was gekleed in een prachtige jurk, hoewel deze er vrij ouderwets uitzag. Naast haar reed een meisje van ongeveer dezelfde leeftijd, met hetzelfde lichtbruine haar. Ze was alleen net een stukje kleiner en de bouw van haar gezicht was heel anders, ook haar paard was kleiner dan de prachtige schimmel. Deze was zwart met niet al te lange manen, maar zag er in elk geval al een stuk liever uit dan het andere paard uit. Die er ondanks zijn schoonheid, een angstaanjagende uitstraling had. Net zoals zijn amazone trouwens. Die me nog steeds met een kwade blik aanstaarde. Het voelde voor mij net alsof ik haar ergens van kende, alsof ik haar ooit al eens had gezien. Nee niet alleen dat, het voelde alsof ik haar echt persoonlijk kende. Alsof ik haar niet alleen op een foto had gezien, maar persoonlijk met haar gesproken had. Of misschien juist alleen heel veel over haar gelezen had.. Zou het.. Zou het dan echt? Dat.. Dat kon toch niet? Zou het Pandora zijn, de vrouw over wie ze al die tijd alles wilde weten voor haar onderzoek? Zou ik.. Zou ik dan echt terug zijn gereisd in de tijd? Terug in de tijd van de oude Grieken? Alle puzzelstukjes leken op hun plaats te vallen, hoewel het verhaal niet logisch leek. Ik bedoel hoe kon iemand terugreizen in de tijd bij het aanraken van een eeuwenoude pithos? Dezelfde pithos waarmee Pandora, de vrouw die nu tegenover haar stond, allerlei rampen en ziektes het leven in had geroepen? Dezelfde pithos waarin de hoop opgesloten was gebleven. Waardoor de dagen daarna vreselijk waren geweest voor de burgers, die door alle rampen die uitbraken geen nut meer zagen in het leven? Het kon gewoon niet, het kon niet waar zijn..



E N D O F C H A P T E R 1
Nymfe’s point of view

Terug naar boven Ga naar beneden
https://moonchild.actieforum.com
Hestia
Admin
Hestia


Aantal berichten : 229
Registratiedatum : 13-10-13
Leeftijd : 25
Woonplaats : Naast de heksen.

Character sheet
Partner: My eyes are open, but only for cuties~
Geslacht: Female
Leeftijd: 22

Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO] Empty
BerichtOnderwerp: Re: Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO]   Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO] Emptyza nov 02, 2013 2:04 am



I WON'T TAKE ANY RISK


Met een lichte glimlach op mijn gezicht wachtte ik voor het huis van Esmee, haar huis was misschien iets kleiner dan de mijne, maar toch ook minstens zo mooi. Ik streek mijn witte paard over haar hals, het dier reageerde met een norse bries en negeerde me verder. Ik zag Esmee op haar zwarte paard aankomen draven, haar paard hinnikte vrolijk waarop Snowwhite vrolijker reageerde dan ze altijd deed op mijn begroetingen. Toen het meisje met haar lichtbruine haren dichterbij kwam, spoorde ik mijn paard ook aan tot een energieke draf. De zon scheen zwak en we besloten maar eens een hele dag rond te trekken met onze paarden, die de laatste week minder gereden waren dan normaal. We draafden nog een stuk zwijgend door, voor we onze paarden aan de lange teugel lieten stappen. ‘Hoe staat het tussen jou en Edward?’ Klonk Esmee’s zachte stem vragend, ik haalde mijn schouders op. ‘Gaat wel, het is en blijft een uithuwelijking. Maar ik mag immers niet ontevreden zijn.’ Een kleine glimlach sierde mijn lippen terwijl ik voor me uitstaarde, aangezien ik gecreëerd was door de goden van Olympus had ik geen directe ouders. Ik heb bijna mijn gehele leven doorgebracht in een weeshuis, Aphrodite heeft er later voor gezorgd dat ik uitgehuwelijkt werd aan Edward, het was een aardige gozer en het huwelijk kon absoluut erger zijn geweest. Hoewel onze karakters totaal van elkaar verschillenden, was ik niet ontevreden. Onze eigenschappen vulden elkaar immers aan, toch? Hoewel we het soms, nou ja.. bijna altijd niet met elkaar eens waren. Ik voelde me gelukkig en dat was het belangrijkste.

Toen we bij de rand van het bos aankwamen, schoot Esmee’s paard Darling er al vandoor. Snowwhite sprintte erachteraan. Het pad waar het bos begon was recht en egaler dan de rest van de paden, vandaar dat de paarden onderhand al door hadden gekregen dat er hier – bijna altijd – gegaloppeerd werd. Het witte paard bleef maar versnellen tot ze weer vlak naast Darling liep, die eerder al een voorsprong had gehad en met grote passen vooruit sprong. Snow ging steeds meer voorlopen op het zwarte dier, voornamelijk vanwege haar benen die een stuk langer waren dan die van het andere paard die alweer een aantal meter achterliep. Een grijns vormde rond mijn lippen, dit was een van de fijnste dingen uit het leven. Vooral met de snelheid van Snow. Voor het pad overging in een bocht hield ik mijn paard weer in, die chagrijnig haar hoofd omhoog gooide in protest. Maar uiteindelijk toch halt hield om op Esmee te wachten. Ook haar gelaat werd gesierd door een grote glimlach, haar kleinere paardje ademde zwaar en was al lichtelijk bezweet. Dus zouden we de rest van de dag maar gewoon rustig aan moeten doen. Je kon veel zeggen over dit land, maar de omgeving was werkelijk prachtig. Het was altijd heel kalm en stil in het bos, je hoorde vrijwel alleen de vogeltjes zingen en kleine dieren door de blaadjes heen bewegen. Veel van de blaadjes waren al van de bomen gevallen, de herfst was weer volop begonnen. Dat was al te merken, de zon begon al iets zwakker te schijnen en het werd ook weer kouder. De winter zou zwaar worden dit waar, vooral aangezien het nu al zo ontiegelijk koud was.

Rustig keek ik op me heen, er leek een verandering te zijn in de sfeer om hen heen. Alsof er iets – of iemand – was die hier niet hoorde, alsof iets me probeerde te waarschuwen voorzichtig te zijn. Dat er iets was wat levengevaarlijk kon zijn, iets wat mijn einde kon betekenen. Een deel van mijn lichaam werd alerter, hoewel er ook een stem door mijn hoofd klonk die sarcastisch opmerkte dat het heus niets was en ik me niet zo aan moest stellen. Hoe kan de sfeer om je heen je nou waarschuwen voor gevaar? Dat slaat nergens op Pandora. Galmde de stem duidelijk door mijn hoofd heen, waarschijnlijk had ie nog gelijk ook. Ik moest me niet zo aanstellen en gewoon verder rijden. Ik klopte Snowwhite geruststellend op haar hals, toen ik merkte dat deze door mijn gespannen houding ook alert om zich heen begon te kijken. Haar oren bewogen zich in alle richtingen, zoekend naar geluiden die niet hoorden in dit stille en rustige bos. Haar spieren waren gespannen, klaar om te vluchten als dit zou moeten. Het was Esmee die de doodse stilte doorbrak. ‘Zullen we maar omdraaien? De paarden lijken zich niet erg op hun gemak te voelen,’ ook Darling keek gespannen om zich heen en deed vergeefse pogingen om door Esmee’s gezag heen te breken. Ik knikte opgelucht, blij dat we om konden draaien en de gespannen sfeer die in het bos was verschenen konden ontvluchten. Met een rustige handhouding liet ik mijn paard omdraaien en gaf deze de sporen om aan te draven, Darling volgde vrijwel direct en wachtte niet eens op de toestemming van zijn ruiter. Terwijl we vlot door het bos draafden, merkte ik op dat het al een stuk donkerder was dan ik eigenlijk gedacht had. De avond was alweer aangebroken, hadden we dan toch echt een hele dag al gereden? De tijd leek zoveel sneller te gaan.. Snowwhite ging om mijn bevel weer over in een rustige stap, toen we weer bij de rand van het bos aangekomen waren. Vlot stapten we terug door het dorpje, niet al te vriendelijk naar mensen knikken ter begroeting. De mensen uit de lagere stand, die in die kleine houten huisjes woonden, lagen mij vaak niet zo. Ik ging vrijwel alleen om met mensen uit mijn eigen stand, of een hogere stand. Esmee bijvoorbeeld, was de dochter van een baron uit een ander deel van het land. Maar ze is hierheen verhuist om de koning te kunnen dienen, veel vriendinnen in het dorp had ik niet. Misschien dat velen me te arrogant vonden, of ze konden gewoon niet op tegen mijn perfectie. Ach.. Ik zal het nooit weten, want het klinkt zo ongelooflijk wanhopig om aan mensen te vragen waarom ze me niet konden uitstaan.

Mijn ogen werden haast met een soort magnetische kracht aangetrokken door die van een ander, een onbekende. De kwade blik in mijn ogen verraden bijna wat mijn hersenen al wisten. Zij vormde een gevaar, een gevaar voor mijn geheim. De pithos die ergens diep in een tombe verborgen de lag, het enige voorwerp wat mijn einde kon betekenen. En ik wist toen ik in de ogen van het meisje staarde dat zij degene was die mijn dood zou kunnen betekenen, de vastberaden blik die in haar ogen lag. Haar kleding die gescheurd was, haar ene been leek gekneusd. Haar gezicht zal onder de schrammen. Maar waar kwam ze vandaan? Ze kwam niet uit deze tijd, dat was duidelijk. De vrouwen hier droegen met de handgemaakte jurken of toga’s en geen broeken, ze droegen al helemaal geen wapens bij zich. Die waren voor de man des huizes bestemd, niet voor de vrouwen die vaak thuis bleven voor het huishouden. We hadden immers geen wapens nodig. Zou het meisje uit de toekomst komen? Zou ze teruggereisd zijn in de tijd.. Maar hoe? Dat was niet mogelijk.. Misschien dat er maar één oplossing was om zekerheid van haar zaak te krijgen, een plan doemde op in haar hoofd. Een plan waarmee ze meteen achter de ware identiteit van het meisje kwam en zo kwam ze misschien ook van het gevaar af, als het plan immers zou werken. En die kans was groot.

Met een vastberaden blik in haar ogen keek ze naar Esmee. ‘Rijd maar alvast naar huis, ik bedenk me net nog dat ik iets moet doen. Ik zie je morgen wel weer.’ Met een geruststellende glimlach maakte ik een gebaar dat ze door moest rijden, het meisje knikte even voor ze Darling de sporen gaf en doorreed. Ikzelf stapte af en nam Snow aan de hand mee, ik zette koers naar het onbekende meisje. Mijn houding was zelfverzekerd, dit kind zou voor mij geen problemen veroorzaken. Daar zorgde ik wel voor. ‘Zou jij misschien even mijn paard vast willen houden? Ik moet nog even ergens heen, maar durf mijn paard daar niet achter te laten als er niemand bijstaat..’ Een glimlachte poeslief, mijn ogen stonden bijna smekend. Een ding kon ik in elk geval wel en dat was acteren. Ik merkte om dat het meisje bijna angstig keek naar het grote witte paard, die was dus in elk geval niet echt aan paarden gewend. ‘Het is maar voor heel even,’ verzekerde ik haar. Langzaam knikte het meisje, ik overhandigde haar de teugels en draaide me om. ‘Heel erg bedankt! Ik ben zo terug!’ Ik wist dat ze er niet met mijn paard vandoor zou gaan, dat kon ik gewoon voelen. Anders had ik Snow nooit aan haar toevertrouwd, het was fijn dat dit deel van mijn plan in ieder geval met succes was verlopen. Tijd voor deel twee. Ik liep haastig in de richting van het grote kasteel dat de omgeving van deze stad al een stuk mooier maakte. Het was volledig opgebouwd uit grijs steen, met prachtige torens. Het had een grote voortuin, rijkelijk versierd met allerlei verschillende planten. Sommigen waren haar bekend, terwijl anderen uit landen van ver weg kwamen. Ik liep de poort door en had, zoals gewoonlijk, geen enkel probleem met binnen komen. De bewakers knikte me vriendelijk toe, ze hadden wel geleerd mij niet in de weg te staan. Geloof me, daar had ik voor gezorgd.

Mijn ogen zochten de omgeving af en vonden uiteindelijk het silhouet van Ryan, een lange, gespierde ridder met goudblond haar. Misschien iets te overdreven geacteerd snelde ik overstuur op hem af, hij sprong haast van schrik achteruit toen ik plotseling voor hem opdook. Hierbij kwam mijn toverspraak goed van pas, toverspraak was iets dat ik als gave van Aphrodite heb gekregen. Ik kan gemakkelijk met mijn stem mensen beïnvloeden, zodat deze precies doen wat ik wil. Daarom dat ik ook Ryan had uitgekozen om mijn verhaal bij te doen, hij was het makkelijkst beïnvloedbaar. ‘Ryan, ik heb je hulp nodig.’ Krokodillentranen liepen langs mijn wangen.


C H A P T E R 2
Pandora's point of view

Terug naar boven Ga naar beneden
https://moonchild.actieforum.com
Ferculis
Admin
Ferculis


Aantal berichten : 180
Registratiedatum : 13-10-13
Leeftijd : 24

Character sheet
Partner: Hmm...
Geslacht: Male
Leeftijd: 32

Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO] Empty
BerichtOnderwerp: Re: Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO]   Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO] Emptyza nov 02, 2013 8:01 am

Geweldig <'3
Maar dat wist je al ;]
Terug naar boven Ga naar beneden
Hestia
Admin
Hestia


Aantal berichten : 229
Registratiedatum : 13-10-13
Leeftijd : 25
Woonplaats : Naast de heksen.

Character sheet
Partner: My eyes are open, but only for cuties~
Geslacht: Female
Leeftijd: 22

Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO] Empty
BerichtOnderwerp: Re: Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO]   Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO] Emptyza nov 02, 2013 9:00 am



I WON'T TAKE ANY RISK


Hij knikte ietwat bezorgd en gebaarde dat ik verder moest praten. ‘Ik was net even langs een winkel, ik moest spullen halen voor een nieuwe jurk. Ik had Snowwhite gewoon tussen de andere paarden vastgebonden, want hier is immers nog nooit een paard gestolen.’ Ik snikte even overdreven. ‘En toen ik naar buiten liep, was Snow weg! En ik maar zoeken en zoeken, want ik dacht dat ze gewoon losgebroken was. Dat doet ze wel vaker. Maar ik zag net iemand met haar wegrijden, je moet me helpen. Snow kennende zijn ze niet vergekomen. Alsjeblieft.’ Ik zou zo meteen Snow maar even een seintje moeten geven om nors en agressief te gaan doen, waardoor het leek alsof het onbekende meisje ervan af was gevallen. Ik keek Ryan met betraande ogen aan en wist dat de jongen mijn roep om hulp nooit zou kunnen weigeren, vooral niet vanwege de toverspraak. Ik snikte nog een laatste keer, wat een geruststellende glimlach op de gezicht van de jongen toveren. Hij keek een kort moment om zich heen en schreeuwde naar een breedgeschouderde jongen, met zwart haar; ‘Jack! Je moet mij en Pandora even helpen, het is dringend.’ Ik keek om en toverde de tranen weer op mijn gezicht, de jongen knikte nors en stapte op ons af. ‘We hebben een paardendief in de stad, als we nog op tijd zijn kunnen we haar paard nog terughalen,’ Ryan wees me met een simpel gebaar aan. ‘Vooral Snowwhite kennende, dan zijn ze nog niet zo ver,’ maakte ik met een zachte stem af en toverde een zwakke glimlach op mijn gezicht. Jack knikte. ‘We nemen de huifkar wel, dan kunnen we die dief meteen meenemen,’ klonk zijn zware, luide stem terwijl hij een koetsier wenkte die een kleine huifkar bestuurde. De kar werd getrokken door twee grote, mooie Friezen. Ryan hielp me instappen, zijn gelaat werd gesierd door een vriendelijke glimlach. Ik glimlachte vriendelijk terug, hoewel het van binnen meer een duivelse lach was. Nu ook dit deel geslaagd was, zou de rest niet meer zo moeilijk worden. Daar zorgde ik wel voor.

De rit met de huifkar was voornamelijk te beschrijven als eh, hobbelig. De paden waren oneven en Friezen leken moeite te hebben vooruit te komen, hoe hard en streng de koetsier ze ook aanspoorde. In de verte zag ik mijn witte paardje al staan, zij merkte mij ook op. Ik gaf een klein gebaar met mijn hand, dat alleen Snow opviel aangezien ik achter Ryan en Jack zat en deze – gelukkig – niets hadden opgemerkt. Plotseling begon Snow agressief te doen, ze trok aan de teugels en haalde uit. Af en toe kwam  ze met haar voorbenen van de grond af. Met een glimlach op mijn gezicht, ging ik iets naar voren hangen zodat de ridders mijn wijzende vinger konden zien. ‘Dat is der! Ik wist wel dat ze niet ver zouden komen.’ Jack en Ryan sprongen bijna precies tegelijk de wagen uit. Toen de koetsier uiteindelijk de paarden halt liet houden, stapte ik ook uit en beende boos in de richting van mijn paard en haar ‘dief’. Ik kon het meisje nog net hoorde praten; ‘Nee, nee. Dit is een misverstand, ik moest haar paard even vasthouden, dat is alles.’ Haar ogen stonden nog steeds ontzettend bang op Snow gericht, die moest zich vast rot geschrokken zijn toen ze zo agressief deed. Maar wat kon mij dat schelen, het was humoristisch. Een beetje leedvermaak was goed op zijn tijd. ‘Dat is niet waar! Je hebt hem gejat, dat kan niet anders. Ze stond gewoon bij de winkel verderop.’ Overstuur keek ik van Ryan naar Jack en weer terug. ‘Jongens, arresteer haar! Het is een paardendief!’ Opnieuw begon in hevig te snikken en ik voelde dat Ryan een hand op mijn schouder legde, die gozer had altijd al een zwak voor me gehad. Ik had van Esmee zelfs gehoord dat hij er kapot van was toen mijn huwelijk met Edward bekend werd. ‘Dame, ik vrees dat je met ons mee zou moeten komen. De koning en koningin zullen over jouw lot moeten beslissen.’ Het meisje sputterde tegen, maar niets hielp. Om mijn act nog even af te maken liet ik mijn armen om de hals van Snow vallen en duwde mijn gezicht snikkend tegen haar hals. ‘Ik ben zo blij dat ik je weer terug heb Snow,’ mompelde ik net hard genoeg zodat de rest het kon horen. Ik draaide me om naar de ridders. ‘Moet ik met jullie mee? Om mijn verslag te doen aan de koning en de koningin? Ik rijd dan wel op Snow achter jullie aan.’ Ik glimlachte dankbaar toen Jack knikte, om te tonen dat ik blij was met deze kans om het verhaal aan de hogere stand uit te kunnen leggen. Ze voelden voor mij dan wel niet als een hogere stand, heus Halt en Tamar waren goede leiders. Maar waren zij gecreëerd door de goden van Olympus? Dat dacht ik dus even niet. Ik klom weer op Snow, terwijl de twee jongens de handen van het meisje op haar rug vastbonden. Waarna ze haar de huifkar in dwongen en zelf ook instapte, de koetsier liet de twee paarden weer omdraaien, die ontevreden briesten toen ze merkten dat ze weer aan het werk moesten. In een rustige, beheerste draf liet ik Snow aan de lange teugel achter hun aanlopen. Ik boog een beetje voorover en fluisterde in het oor van het dier; ‘Bedankt voor de hulp meisje.’ De oren van de merrie bewogen naar achter, hoewel ze waarschijnlijk niet begreep wat ik zei. Dus ging ik maar weer rechtop zitten en klopte het dier kort op diens hals.

De rit naar het kasteel was niet al te lang, maar de Friezen begonnen steeds langzamer te lopen en hijgden een beetje. Hun halzen zaten onder het zweet. Die beesten hadden duidelijk amper een conditie, dat was niets in vergelijking met Snowwhite. Die het liefst nu nog een stuk harder zou lopen, dan waren we ook sneller bij het kasteel geweest. Ik hield haar nog een stukje in, om de koets niet voorbij te lopen, waarbij het witte paard geïrriteerd haar hoofd omhoog gooide en aan de teugels begon te trekken. Het kasteel lag al in het vizier, hoewel het nog een stuk rijden was, je kon het al onderscheiden van de horizon en zelfs van deze afstand was het al werkelijk prachtig. Je kon duidelijk zien dat er veel tijd in gestoken was. Ik grijnsde vrolijk toen de Friezen eindelijk weer wat sneller begonnen te lopen en ik Snow ook weer de sporen kon geven, wat eigenlijk helemaal niet nodig was aangezien ze vanzelf bijna al in galop schoot waardoor ik een ruk aan de teugels moest geven om haar weer langzamer te laten lopen. Het paard gaf een kleine bok om haar protest aan te geven, een geërgerde zucht rolde over mijn lippen. Eerst al dat gezeik met dat onbekende meisje, wat waarschijnlijk een groot gevaar zou gaan worden. En dan ook nog eens een ongehoorzaam paard, das niet chill echt niet chill.

De zwarte paarden voor de koets hinnikten vrolijk toen we de poort van het kasteel doorreden, het was mij eerder eigenlijk nog niet eens opgevallen dat het best een flinke rit was als je heen en terug moest. Vooral voor de paarden was het zwaar, maar aangezien die karrenpaarden me helemaal niets konden schelen. Kon het me ook werkelijk niet schelen. Een stalknecht bood aan Snow voor me te verzorgen, ik steeg af en nam dit aanbod maar al te graag aan. Weer minder werk voor mij. Ik gaf het witte paard nog even een klopje op haar hals en liep achter de ridders aan, die hun gevangene ruw voor hen uitduwden. Een huisknecht wees ons de weg naar de troonzaal, hoewel we die ook wel zonder zijn hulp konden vinden. Ik was hier vaak genoeg geweest, Tamar was een goede leider en zeer sympathiek. Maar erg bijzonder was ze niet. Halt maakte altijd de goede keuzes, maar was vrij nors. Toch kende ik hen redelijk goed. We stapten de troonzaal binnen, Jack en Ryan knielde neer en ik boog licht door mijn knieën. No way dat ik helemaal ging knielen. ‘We hebben hier een paardendief, wat doen we er mee?’ Klonk Jack’s zware stem.



C H A P T E R 2
Pandora's point of view

Terug naar boven Ga naar beneden
https://moonchild.actieforum.com
Hestia
Admin
Hestia


Aantal berichten : 229
Registratiedatum : 13-10-13
Leeftijd : 25
Woonplaats : Naast de heksen.

Character sheet
Partner: My eyes are open, but only for cuties~
Geslacht: Female
Leeftijd: 22

Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO] Empty
BerichtOnderwerp: Re: Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO]   Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO] Emptyza nov 02, 2013 10:15 am



IT'S JUST CURIOSITY


Halt knikte kort, een nadenkende frons was op zijn gezicht verschenen. ‘Wiens paard is er gestolen?’ Voordat een van de jongens antwoord kon geven, antwoordde ik met gebruik van mijn toverspraak. ‘Mijn paard, ze stond gewoon vast voor de plaatselijke dorpwinkel.’ Nu was en aan Tamar om te spreken. ‘Hoe ben je erachter gekomen dat zij je paard heeft gestolen? En niet het paard van iemand anders heeft teruggepakt?’ Een ernstige blik verscheen in mijn ogen. ‘Ik kwam de winkel uit en ben maar gaan zoeken en zoeken, toen zag ik haar,’ ik wees met een kort gebaar naar de blondine. ‘Op mijn paard wegrijden, maar Snowwhite kennende zijn ze niet vergekomen.’ Vervolgde ik met een trillende stem, waardoor het leek alsof ik ontzettend overstuur was. ‘En wie ben je? Waar kom je vandaan?’ De koningin had zich tot de paardendief gericht. ‘Ik.. Ik ben Nymfe Evers. Ik kom uit Amerika,’ haar stem klonk zacht. Maar Amerika.. Was dat niet waar de zwarte vandaan komen? De slaven? Schijnbaar was ook Halt dit al opgevallen. ‘Je komt uit dat slavenland? Geen wonder dat je daar paard wilde stelen, zo kom je natuurlijk aan je geld.’ Een sarcastische ondertoon, die verraadde dat hij zichzelf schijnbaar erg grappig scheen te vinden, lag in zijn norse stem. Tamar gaf een por in de zij van haar man om hem tot bedaren te brengen. ‘Goed dan, Nymfe. Je snapt dat diefstal hier compleet tegen de wet ingaat?’ Nymfe wilde hier nog tegenin gaan, maar kreeg geen kans om te spreken. ‘Ryan, Jack. Breng haar naar de kerkers, we besluiten morgen wel wat er verder nog met haar gaat gebeuren.’ De jongens duwden Nymfe voor hen uit en baggerde de troonzaal uit. ‘Je kan hier overnachten Pandora, het is laat en je weet tegenwoordig niet wat voor mensen er over straat lopen. Een van de kamermeisjes zal je een kamer wijzen. Het ga je goed meisje.’ Tamar glimlachte even vriendelijk naar me, ik boog nogmaals een keer lichtelijk door mijn knieën. Ik draaide me om en liep achter een tenger, klein meisje de troonzaal uit.

De volgende dag besloot ik voor mijn vertrek nog maar even langs te gaan bij het paardendiefje, die eigenlijk helemaal geen dief was. Maar dat maakt nu even niet uit, gewoon niet op de details letten.. Het was nog vroeg en er was blijkbaar nog niemand wakker, op de wacht voor de kerkers na. ‘Ik moet Nymfe Evers spreken,’ klonk mijn stem met zijn betoverde klanken, waardoor de bewaker me zonder ook maar iets te vragen doorliet. Ik keek de cellen in en vond uiteindelijk de cel waar de blondine inzat, een van haar enkels was vastgeketend aan de vloer. Met een boze blik keek ze maar me op, terwijl ik alleen maar onschuldig terugglimlachte. ‘Hallo daar paardendiefje,’ klonk mijn stem poeslief. ‘Waarom doe je dit? Wie ben je? Wat heb ik je ooit misdaan, dat je daarvoor een heel plan moet opzetten om me de cel in te krijgen?’ Nymfe’s stem klonk werkelijk furieus. ‘Zoveel vragen tegelijk.. Maar in elk geval..’ Mijn stem nam een killere vorm aan toen ik weer verder sprak. ‘Ik ben Pandora, ik weet dat jij een gevaar voor mij zult vormen dus ontken dit maar niet. Ik herken het als mensen tegen me liegen, ik weet dat jij niet uit onze tijd komt. En om een lang verhaal kort te maken, ik heb geen zin in mensen die me in de weg lopen.’ Ik zag de herkenning in haar ogen flitsen toen ze mijn naam hoorde, daarmee werd mijn vermoeden alleen maar bevestigd. Zij zal inderdaad een groot gevaar voor mij zijn, dat kon niet anders. Met een gracieus gebaar zwaaide ik mijn haar naar achter. ‘Veel plezier met het wegrotten in je cel,’ met die woorden draaide ik me om en snelde de kerkers uit. Ik bedankte de bewaker met een kort knikje. Ik liep nu regelrecht richting de stallen, ik had geen zin om nog gedag te zeggen tegen de mensen in het kasteel. Ze zouden het vast wel begrijpen, ik moest immers terug naar mijn echtgenoot. Ik vloekte binnensmonds toen ik opmerkte dat ik Snow zelf op zou moeten zadelen, natuurlijk waren die stalhulpen er weer niet als je ze nodig had. Misschien iets te onvoorzichtig gooide ik het zadel op de rug van het witte paard, toen ik de singel strakker wilde doen haalde ze met haar tanden naar me uit. Vlug gaf ik haar een ferme tik op haar neus als reactie, vandaag had ik absoluut geen zin in dit gezeur, niet nu ik hier zo snel mogelijk weg wilde. Toen ik ook eenmaal, na vele malen proberen, het hoofdstel in had gekregen leidde ik Snow naar buiten en stapte met een lenige zwaai op. Ik gaf haar de sporen en begon aan mijn weg terug naar huis. Het was nog een lange rit, helemaal terug naar huis. Snow bleek toch een beetje uitgeput te zijn na onze vorige rit. Of ze was gewoon lui, waarschijnlijk was dat het. Toen we op een redelijke afstand van het kasteel waren, liet ik het witte paard in stap overgaan. Het leek erop dat ze de hele rit naar huis niet in draf zou redden, dus gunde ik haar ook even wat rust door haar ontspannen met een lange teugel te laten lopen.

Hoewel de tocht lang was, uiteindelijk zijn we na een uur of twee toch thuis gekomen. Snow mocht even rondlopen op het kleine veldje achter het huis, waarbij ze opeens wel genoeg energie leek te hebben. ‘Stom beest..’ Mompelde ik zacht toen ik me omdraaide en het huis in liep, verrast op te merken dat Edward nog thuis was. ‘Moet jij niet werken?’ Sprak ik, met genoeg volume zodat hij me sowieso zou moeten horen. Ik hoorde hem aan komen lopen, hij glimlacht vrolijk en sloeg zijn armen om me heen. ‘Jack kwam gister nog langs, ik hoorde dat je in het kasteel bleef. Wat is er gebeurd?’ Ik glimlachte zwakjes en legde opnieuw het hele verhaal uit, met behulp van mijn betoverende spraak natuurlijk. Om het wat geloofwaardiger te maken. ‘Er was een meisje dat Snow heeft gestolen, toen ik spullen ging halen om een nieuwe jurk te maken.’ Ik hief de tas omhoog met allerlei stoffen erin, ik had geluk dat ik daar nog aan had gedacht op de terug weg. ‘Ik ben toen maar in het kasteel gebleven, het was al laat. Het meisje zit trouwens in de kerkers.’ Edward knikte begrijpend, een kort moment keek hij haar ernstig aan. ‘Ik ben blij dat het goed is afgelopen, ik zal dat meisje morgen wel even bezoeken. Dan zal ik ervoor zorgen dat ze nooit meer zoiets flikt.’ Hij glimlachte en keek haar nog een laatste moment aan. ‘Maar ik zal nu moeten vertrekken, ik moet inderdaad maar eens naar mijn werk. Ik wilde gewoon eerst even wachten tot jij terug was.’ Zonder verder nog iets te zeggen liep hij de deur uit, om met Charming terug te rijden in de richting van de velden. Hij was de eigenaar van een groot stuk grond, hij had tientallen mensen voor zich werken. Het belangrijkste van zijn  beroep was eigenlijk om de boeren in de gaten te houden, zodat deze niets van de oogst voor zichzelf hield. Een deel ging naar hun, een ander deel ging naar de Koninklijke familie en de rest werd verdeeld onder de boeren zelf. Hoewel het deel voor de boeren meestal niet veel was.

Ik gunde mezelf de tijd om even na te denken, het grootste deel van mijn probleem was opgelost toch? Nymfe zat veilig achter slot en grendel en kon niet in de weglopen, behalve als ze besloten haar vrij te laten. Het stelen van een paard was immers niet levensbedreigend, de kans dat ze spoedig weer vrijkwam was zeer groot. Dus ik moest of voorkomen dat ze werd vrijgelaten, wat lastig ging worden. Of ik kon voor de makkelijkere manier gaan, door haar gewoon helemaal uit te schakelen. Dan kon ze nooit meer voor problemen zorgen, hoewel mijn toverspraak misschien niet krachtig genoeg was om mensen te beïnvloeden als ze erachter kwamen dat ik haar vermoord had. Want zo ver zouden zelfs mijn krachten niet gaan, terwijl dit een hoogstpersoonlijk geschenk van de godin van de liefde was. Een zucht verliet mijn lippen, hoe kon ik haar überhaupt doden? Als ik mijn ware vorm zou gebruiken, die ongeveer 2 keer mijn lengte had en ongelooflijk sterk was. Zouden mensen dit al gauw doorhebben, zelfs als ik haar op een plek doodde waar niemand kwam. Ik werd te snel uitgeput door mijn ware vorm, dit zou dan opvallen als ik opeens helemaal uitgeput bent en Nymfe is dan dood. Zouden er nog anderen oplossingen zijn? Hmpff.. Misschien dat ik mijn hoofd hier pas later over moest breken.

Wat op dit moment naar mijn weten belangrijker was, was dat ik een soort connectie met het meisje had gevoeld. Alsof ze een soort naaste van me was. Mijn geweten vertelde me dat Nymfe ontzettend op mij leek, alsof ze dezelfde eigenschappen had. Haar wijsheid, hoewel die waarschijnlijk minder was dan dat van mij.. Haar manieren, bevalligheid. Haar schoonheid had ze overduidelijk niet van mij geërfd, ik was stukken mooier. Maar dat was ook niet zo raar, ik was immers perfect. Zou zij dan wel dezelfde bedrieglijke aard hebben als die van mij? Want dat zou een goede mogelijkheid zijn voor haar nieuwsgierigheid, die eigenschap was een groot gevaar voor mij. Dat was het al eerder geweest, toen ik die pithos opende. Als zij die pithos zou vinden.. Dan zou dat mijn einde zijn.. De goden hadden namelijk een deal gesloten, dat niemand erachter zou komen dat ik het was die al die rampen en ziektes de wereld in had geblazen. Maar dan zouden ze wel de pithos vervloeken, hierbij hadden zij hoop de wereld ingeblazen. Maar als iemand de pithos op de juiste manier wist te hanteren, zou ik voor eeuwig opgesloten zitten in die oude stoffige vaas. Nee.. Nieuwsgierigheid was niet mijn grootste vriend.. En voor die eigenschap moet ik Hermes bedanken, dus eh bedankt gozer.


E N D O F C H A P T E R 2
Pandora's point of view

Terug naar boven Ga naar beneden
https://moonchild.actieforum.com
Hestia
Admin
Hestia


Aantal berichten : 229
Registratiedatum : 13-10-13
Leeftijd : 25
Woonplaats : Naast de heksen.

Character sheet
Partner: My eyes are open, but only for cuties~
Geslacht: Female
Leeftijd: 22

Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO] Empty
BerichtOnderwerp: Re: Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO]   Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO] Emptyzo nov 03, 2013 8:33 am



IN A WHOLE DIFFERENT WORLD AND.. WANTED


Ik kon me niet goed bevatten wat er de afgelopen dagen gebeurd was, eerst kom ik door een eeuwenoude pithos in een hele andere wereld. Vervolgens vraagt een of ander raar wijf of ik haar paard vast wil houden, om later terug te komen met een stel ridders. Bewerend dat ik haar paard heb gestolen? Dat paard was trouwens ook niet helemaal goed bij z’n kop.. En oh ja.. Even later blijkt die vrouw dus ook nog een Pandora te zijn, de vrouw naar wie ik maandenlang onderzoek heb gedaan en me nu ziet als een groot gevaar. Een wanhopige zucht weerklonk door de cel, het was koud en donker. Het tochtte er verschrikkelijk, waardoor je ’s nachts geen oog dicht deed vanwege alle geluiden. Mijn enkel was vastgeketend aan de grond en deed verschrikkelijk veel pijn, aangezien het ook nog eens mijn gekneusde been was. Mijn leven heeft een fantastische wending genomen, maar niet heus..

Het geluid van voetstappen die op de koude vloer neerploften weerklonk door de gang, slaperig hief ik mijn hoofd op. Er stond een klein meisje vlak voor mijn cel, ik schatte haar een jaar of negen. Ze had lang, krullend bruin haar en was redelijk klein. ‘Hallo,’ bracht ik met een schorre stem uit. Het meisje begroette me niet, maar kwam blijkbaar meteen ter zake. ‘Waarom heb je dat paard gestolen? Dat is niet lief..’ Klonk haar zachte stem, waarvan niet te ontkennen was dat deze ontzettend schattig klonk. Ik liet wanhopig mijn hoofd zakken. ‘Ik heb dat paard niet gestolen, die vrouw houdt jullie voor de gek. Ik weet niet eens waar ik ben..’ Het meisje fronste even. ‘Pandora? Houdt zij ons voor de gek? Maar zij zou dat toch nooit doen..’ Mompelde ze zacht, ik schudde mijn hoofd. ‘Ik weet het niet.. Maar ik heb dat paard niet gestolen, waarom zou ik? Ik ben doodsbang voor paarden..’ Een verbaasde blik verscheen in de ogen van het jonge meisje, waarschijnlijk waren ze het niet gewend dat mensen een angst hadden voor paarden. ‘Papa zegt dat je dat paard wilde stelen om hem te verkopen, omdat je uit een arm slavenland komt.’ Een frons verscheen op mijn voorhoofd, dachten ze hier echt nog steeds over Amerika als het land waar de slaven vandaan kwamen? ‘Eh.. Daar bedoel ik natuurlijk helemaal niets mee, je ziet er immers niet uit als een slaaf,’ voegde het meisje er met een verontschuldigende glimlach aan toe. ‘Eh.. Bedankt,’ blijkbaar bedoelde het meisje het als een compliment. Hoewel het in onze tijd toch een vrij racistische opmerking was. ‘Ik ben trouwens Myrthe,’ weerklonk de zachte stem van het meisje door de koude gang. ‘Kroonprinses Myrthe Riverdawn, om precies te zijn,’ een trotste ondertoon voegde zich in haar stem. ‘Ik ben Nymfe Evers, maar dat had je waarschijnlijk al gehoord? Of niet dan.’ Myrthe knikte. ‘Mijn ouders zeiden dat ik hier weg moest blijven, dat je gevaarlijk kon zijn of dergelijke, maar ik luister toch nooit naar ze.’ Een ondeugende grijns vormde haar lippen, waarna ze wild om zich heen begon te kijken en binnensmonds vloekte. ‘Ik moet gaan, vertel alsjeblieft niemand dat ik hier geweest ben.’ Ik knikte langzaam, een glimlach vormde mijn lippen. Dat kind was ontzettend schattig, dat was niet te ontkennen.

Opgelucht dat ik weer even tijd voor mezelf had om na te denken, ging ik even anders zitten. Ik kromp ineen van de pijn, toen de ketting me ruw weer naar voren trok. Ik keek geërgerd weer op toen opnieuw het geluid van voetstappen mijn oren binnendrong, een lange gespierde man met kort zwart haar verscheen voor mijn cel. ‘Hoe heb jij überhaupt het lef om een poging te doen tot het stelen van het paard van mijn vrouw?’ Siste hij, een boze blik lag in zijn ogen terwijl hij me strak aankeek. Ik besloot nog een laatste keer te proberen mijn onschuld te bewijzen. ‘Ik heb dat paard niet gestolen, ik ben als de dood voor die beesten.’ Ik bleef hem strak aankijken terwijl ik sprak, hoewel zijn blik bij mijn woorden alleen nog maar kwader werd. ‘Dus jij durft te beweren dat mijn eigen vrouw ons allemaal voorliegt? Voor een of ander stom kind uit Amerika?’ Ik haalde mijn schouders op. ‘Ik ken haar niet persoonlijk, ik ken niemand hier in dit land. Laat staan dat ik überhaupt weet waar ik ben, maar ik heb wel over jouw vrouw gehoord. Het verhaal over Pandora en die pithos is hartstikke bekend in ons land.’ Te laat besefte ik me dat ik misschien wel iets te veel had gezegd, de ogen van de jongen vernauwden zich terwijl hij nadacht. ‘Welk verhaal? En welke pithos?’ Dus ze wisten het hier niet eens? Dat Pandora al die rampen in wereld in had gebracht? Dat had ze nou toch eens mooi voor elkaar gekregen.. Ik zuchtte, wie A zei moest immers ook B zeggen dus gaf ik maar gewoon antwoord. ‘Ik neem aan dat je wel weet dat jouw ‘perfecte’ vrouw door de goden is gecreëerd?’ De man knikte langzaam. ‘Er was een pithos, ook afkomstig van de goden. Hierin zaten allerlei rampen en ziektes opgesloten, maar er zat ook hoop in. Pandora vond de pithos en uit nieuwsgierigheid opende zij deze, alle rampen werden de wereld ingeblazen. Toen ze de pithos snel weer wilde sluiten, bleef alleen hoop achter.’ We keken elkaar een kort moment aan. ‘Dus wat jij nu beweert is dat mijn vrouw allerlei rampen de wereld in heeft gebracht, maar niemand die het weet? Behalve een of andere vreemdeling, die overigens ook een paardendief is?’ Ik knikte, het klonk ontzettend onlogisch maar het was de waarheid. Of nou ja, het was de waarheid die ik nu nog voor ogen zag. Als ik uit deze cel wist te komen, dan zou ik misschien toch nog achter de waarheid van deze hele mythe kunnen komen. ‘Interessant.. Hmpff.. Ik ga nu, misschien dat ik je morgen nog even kom spreken.’ Een norse ondertoon lag in zijn stem, waarna hij zich omdraaide en weer verdween. Fijn, nog iemand die dacht dat ik psychisch gestoord was.

En nu, was ik toch echt helemaal alleen. Er hing een doodse stilte in de kerkers, ik had werkelijk geen flauw idee of er ook nog anderen gevangenen waren. Waarschijnlijk wel. Nu ik niet opnieuw geteisterd werd door voetstappen, had ik eindelijk tijd voor mezelf om even na te kunnen denken. Waar was ik in vredesnaam terecht gekomen? En belangrijker nog waarom dacht Pandora dat ik een groot gevaar voor haar zou zijn? Hoe kon ik überhaupt voor iemand zo ‘perfect’ als zij een gevaar vormen? En dit waren nog maar een paar vragen, nog een stuk of 20 andere vragen spookten tegelijk door mijn hoofd heen. Maar op geen van allen had ik een antwoord. Of ik deze antwoorden ooit zou krijgen, hing er vanaf of ik ooit uit deze cel kwam, wat misschien gelukt was als mijn wapens niet waren afgepakt. Ik keek zoekend om me heen, op zoek naar een mogelijke weg om te ontsnappen. Misschien een stuk waar de ketting niet goed vast zat, zodat ik in elk geval mijn been los kon wrikken. Maar het lot was me nog steeds niet gezind, dus leek het erop dat ik hier nog wel een tijdje zou blijven. Vermoeid sloot ik mijn ogen, ontsnappen zou toch niet lukken.

Dit was de eerste nacht van mijn verblijf hier dat ik ook werkelijk kon slapen, nachtenlang werd ik wakker gehouden door alle kleine geluidjes in de donkere ruimte. Geluiden veroorzaakt door de koude tocht, of een van de bewakers die anders ging zitten of door de gang liep. Maar vannacht, had ik daar verrassend genoeg geen last van. Hoewel ik vroeg gewekt werd door een bekende, zachte stem. Ik opende mijn ogen en keek op, het was geen gehele verrassing dat Myrthe daar stond. Tijdens mijn verblijf hier was ze vaker langsgekomen, altijd vroeg in de ochtend. Ze was bang dat anders haar ouders erachter zouden komen. ‘Ze zijn bezig met een vergadering, volgens mij gaan ze het over jou hebben. Met een beetje geluk laten ze je vrij.’ Het meisje glimlachte overtuigend, ik glimlachte vriendelijk terug. Hoewel ik wist dat ze me toch niet vrij zouden laten, of in elk geval dat waren mijn gedachtes. Pandora zou er vast voor gezorgd hebben dat ze me niet vrij zouden laten, of ze zou het in elk geval geprobeerd hebben. ‘We zullen zien, misschien is het lot eindelijk een keer in mijn voordeel..’ Het jonge meisje knikte, de glimlach stond nog steeds op haar gezicht en kuiltjes waren te zien in haar wangen. ‘Vast wel! In elk geval geloof ik je!’ De blik in haar ogen ging van vrolijk naar zenuwachtig, haar volgende woorden kwamen dan ook niet als een verrassing. ‘Ik moet gaan, volgens mij komen mijn ouders eraan,’ de zin ging gepaard met heel wat verwensingen, binnensmonds gesproken. Ze gunde me nog een verontschuldigende blik, voor ze wegstormde. Ik zuchtte een richtte mijn ogen weer op de grond, het zou weer een lange eenzame dag worden. Dat was zeker.

Een kort moment zat ik daar verzonken in mijn zelfmedelijden, tot ik geschreeuw vanuit de gang hoorde. Ik herkende de stem van Myrthe en met een beetje moeite ook die van Tamar, waarschijnlijk had het jonge meisje toch niet ongezien hiervandaan kunnen komen. Een enkel moment was het stil, waarna alleen nog voetstappen door de kerkergang klonken. Tamar verscheen voor mijn deur. ‘Ik zie dat je mijn dochter al voor je gewonnen hebt,’ de vrouw keek me kwaad aan. ‘Nou die zie je de komende tijd ook niet meer terug.’ Ze wachtte op enige reactie, die ik niet gaf door. Ik staarde rustig naar de muur naast haar en probeerde daarmee haar furieuze blik te ontwijken. ‘We hebben een kleine vergadering over je gehad, je blijft hier nog wel een tijdje zitten.’ Zonder verder nog een woord te zeggen, draaide de koningin zich haastig om en liep weer weg.


C H A P T E R 3
Nymfe’s point of view

Terug naar boven Ga naar beneden
https://moonchild.actieforum.com
Hestia
Admin
Hestia


Aantal berichten : 229
Registratiedatum : 13-10-13
Leeftijd : 25
Woonplaats : Naast de heksen.

Character sheet
Partner: My eyes are open, but only for cuties~
Geslacht: Female
Leeftijd: 22

Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO] Empty
BerichtOnderwerp: Re: Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO]   Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO] Emptyma nov 04, 2013 7:35 am



IN A WHOLE DIFFERENT WORLD AND.. WANTED


De dagen gingen een stuk langzamer nu ik geen bezoek meer kreeg van het jonge meisje, ik was helemaal alleen met niemand die ook maar naar me omkeek of überhaupt een woord tegen me sprak. Tot op het moment dat ik bezoek kreeg van iemand die ik totaal niet verwacht had, na een aantal dagen verscheen de echtgenoot van Pandora. Een wantrouwende blik lag in mijn ogen terwijl ik zijn gezicht bestudeerde, een verontschuldigende glimlach sierde zijn lippen. ‘Je hoeft niet zo wantrouwend te kijken hoor,’ een plagende ondertoon lag in zijn stem, die niet helemaal passend was in de situatie. ‘Ik had al gehoord dat jij Nymfe heet, maar ik heb me nog niet voorgesteld in ons vorige gesprek. Dus bij deze, ik ben Edward Stuart.’ Ik trok een wenkbrauw op en wachtte tot hij verder zou praten. ‘Luister, ik geloof je. Ik ken Pandora langer dan vandaag en heb het onderhand wel door wanneer ze gebruik maakt van haar toverspraak. En het zou best kunnen dat ze dingen voor me achterhoudt, dat zou heel goed kunnen zelfs. Ik weet, nou ja in ieder geval ik denk, dat jij Snow niet hebt gestolen. Maar als je zij je in de val wilt lokken, pas dan op. Ze is ontzettend gevaarlijk.’ Hij sprak op gedempte toon en keek af en toe schichtig om zich heen. Ik dacht even na, verrast door de drastische wending in zijn mening. ‘Toverspraak?’ Vroeg ik zacht met een schorre stem, een grijns verscheen rond zijn lippen. ‘Meen je nou serieus dat jij meer denkt te weten over mijn echtgenote, maar niet weet wat toverspraak is?’ Hij gaf pas weer antwoord toen ik nee schudde en er ook een zwakke glimlach rond mijn lippen verscheen, een glimlach die al dagenlang niet meer rond mijn lippen verschenen was. ‘Toverspraak is een van de gaven die Aphrodite haar geschonken heeft, ze kan mensen met haar stem makkelijk beïnvloeden en hen dingen voor haar laten doen.’ Ik knikte langzaam, dat verklaarde al een hoop. Vandaar dat ik toch haar paard vastgehouden was, in een normale situatie had ik dat nooit gedaan. Vooral niet als ik niet wist waar ik was en ook nog eens gewond. ‘En ik weet niet wat je gedaan hebt om de koningin zo kwaad te krijgen, maar die laat je in elk geval voorlopig niet vrij.’ Een moment was het stil en ik merkte op dat hij mijn gezicht bestudeerde. ‘Paardendiefstal krijgt meestal niet zo’n hoge straf, vooral niet als het paard vrijwel meteen weer teruggevonden wordt. Het is een onterechte straf, vooral in jouw opzicht aangezien jij vals beschuldigd bent.’ Ik keek hem vragend aan, waar doelde hij in hemelsnaam op? ‘Ik mag jouw lef wel, maar weinig mensen durven het aan Pandora in de weg te staan. En aangezien ze een ontzettende hekel aan jouw lijkt te hebben, moet je haar wel heel erg in de weg staan. Ik kom morgen vroeg terug, de beveiliging hier langs komen is niet moeilijk. Vooral als je hun zwakke plekken kent, ik zal proberen je te bevrijden.’ Hij keek om zich heen, een geschrokken blik lag in zijn ogen en hij vloekte binnensmonds. ‘Er komt een bewaker aan, ik moet gaan.’ Zijn stem klonk nog gedempter dan voorheen. ‘Tot morgen, paardendiefje.’ Edward’s stem had weer dezelfde plagende toon aangenomen als aan het begin van het gesprek, hij liep door de gang mompelde een zachte begroeting tegen een bewaker en verdween. Het drong eigenlijk pas door me door toen ons gesprek afgelopen was, morgen kon ik weer vrij zijn.. Als het Edward zou lukken me te bevrijden, dan zou ik eindelijk antwoorden op mijn vragen kunnen zoeken. En daarmee ook meteen een weg terug naar huis, terug naar mijn eigen vertrouwde wereld. Terug naar mijn familie en vrienden, terug naar de – minder gevaarlijke en rare – missies. Gewoon weer veilig thuis. Een zucht rolde over mijn lippen. Het leek allemaal zo dichtbij, terwijl het toch ontzettend ver weg was. Die nacht wilde de slaap maar niet komen, vragen speelden rond in mijn hoofd. Zich afvragend of Edward zijn belofte zou houden en inderdaad morgenvroeg voor mijn cel zou staan, met een plan om te ontsnappen. Maar zou dat plan ook wel werken? Zou hij die bewakers kunnen omzeilen? Zouden we hier ongezien weg kunnen komen? En welke weg zouden we nemen? Aangezien de weg die ik naar de kerkers had gelopen vrij ver van de ingang van het kasteel aflag. Ongeduldig wachtte ik af, ik had geen flauw idee hoelang de nacht nog zou duren.

De tijd verstreek langzaam, maar uiteindelijk kwam de zon langzaam weer op. Ik hoorde twee stemmen zacht met elkaar praten, met moeite kon ik de stem van Edward onderscheiden van die van de bewaker. Mijn hart sloeg een slag over, hij was toch echt gekomen. Dan zou ik hier misschien echt uit komen! Zonder dat ik het zelf in de hand had verscheen er een kleine glimlach op mijn glimlach, ik hoorde iemand weglopen waarna er een deur dichtsloeg. Een aantal seconden later hoorde ik zachte voetstappen in de gang, waarna Edward inderdaad voor mijn deur verscheen. Met een triomfantelijk gebaar hield hij een bos sleutels omhoog. ‘We hebben niet veel tijd, ik ken een korte weg,’ vertelde hij op een fluistertoon terwijl hij de deur opende. Hij snelde naar binnen, terwijl hij de sleutel zocht die op de ketting paste die om mijn been heen zat. Toen hij deze uiteindelijk los had, voelde ik pas hoe erg het ding om mijn enkel had gekneld. Hij deed nog meer pijn dan voorheen. Met een vlug gebaar hielp Edward me overeind. ‘Aan het einde van de gang zit een geheime doorgang, de meeste bewakers weten er niets van.’ Ik keek hem vragend aan, maar had geen tijd om ook werkelijk iets te vragen aangezien de jongen me meteen meesleurde. Achterin de gang zat inderdaad een deur, hoewel deze amper zichtbaar was. ‘Ik heb hem ontdekt in de tijd voor ik landheer was, toen ik hier nog in dienst was als bewaker.’ Legde hij uit, terwijl hij opnieuw naar een nieuwe sleutel reikte om de deur te openen. ‘Mijn paard staat verderop, denk je dat je kunt rennen?’ Hij wees naar mijn been, die nog licht gekneusd was. Door een gat in mijn broek kon je zien dat er een hoop beurse plekken op zaten, ik knikte vastberaden. Ik kon deze kans nu immers niet door mijn vingers laten glippen, de vrijheid was nu zo dichtbij. ‘Ik weet dat je niets hebt met paarden, maar je zult je angst moeten overwinnen. Het is de snelste en makkelijkste manier om weg te komen.’ Klonk zijn stem toen we begonnen te rennen. ‘Hij is heel braaf, geloof me maar,’ een geruststellende toon lag in zijn stem. ‘Dat zal best, maar voor mij blijven die beesten groot en eng.’ Mompelde ik, luid genoeg dat hij het nog net kon horen. Ik hoorde de jongen zacht grinniken. ‘Nooit gedacht dat iemand met zoveel lef bang zou zijn voor paarden.’

‘We kunnen hier stoppen, Charming zal me vanaf hier wel kunnen horen.’ Charming..? Was dat zijn paard? Wat ironisch, Charming en Snowwhite. De jongen floot en een kort moment later kwam er een bont, groot paard aangegaloppeerd. Het was dan wel een groot paard, met een flinke bouw. Hij zag er wel lief uit, maar mijn vertrouwen in paarden bleef laag. Edward grijnsde breed terwijl hij een hand op de flank van het paard legde. ‘Kom dichterbij, maak kennis met ‘m. Hij doet echt niets.’ Aarzelend zette ik een paar stappen naar voren en stak mijn hand naar hem uit, het grote bonte dier snuffelde vriendelijk aan mijn hand en brieste zacht. Met mijn ogen strak op het paard gericht zette ik nog een stap dichterbij, na even twijfelen aaide ik het dier over zijn neus. Okay, dat viel nog best mee. Charming was veel liever dan die Shetlander op de kinderboerderij in het dorp waar ze vroeger woonde, die was echt duivels.  



C H A P T E R 3
Nymfe’s point of view

Terug naar boven Ga naar beneden
https://moonchild.actieforum.com
Hestia
Admin
Hestia


Aantal berichten : 229
Registratiedatum : 13-10-13
Leeftijd : 25
Woonplaats : Naast de heksen.

Character sheet
Partner: My eyes are open, but only for cuties~
Geslacht: Female
Leeftijd: 22

Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO] Empty
BerichtOnderwerp: Re: Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO]   Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO] Emptydi nov 05, 2013 8:39 am



IN A WHOLE DIFFERENT WORLD AND.. WANTED


. ‘Zie je? Hij is lief,’ de jongen grijnsde plagend en haalde iets uit een van de zadeltassen. ‘Hier, met deze mantel val je straks minder op.’ Edward reikte me de mantel aan, ik pakte hem dankbaar aan en sloeg hem om mijn schouders. ‘Ik moet nu echt gaan, anders valt het te veel op als ik niet thuis ben en jij weg bent.’ Hij wierp even een blik op Charming. ‘Ik leen niet graag mijn paard uit, maar ik vertrouw je. Je zult alleen zelf uit moeten vogelen hoe je moet rijden.’ Zonder iets te zeggen tilde hij me op, alsof ik een veertje was en zette me in het zadel. ‘Je bent niet alleen, onthoudt dat. Charming hier zal je helpen, vertrouw op hem en het komt goed.’ Ik knikte. ‘Dank je, voor alles.’ Met een grote grijns op zijn gezicht geplakt maakte hij een kleine buiging en gaf het paard een klap op z’n kont, voor ik het wist schoot het paard weg in galop. Edward zou hier voor boeten. Hoewel hij wel gelijk had gehad, ik moest gewoon op het dier vertrouwen. Elke keer als ik dreigde uit het zadel te glijden, wat redelijk vaak was, ging hij wat langzamer lopen zodat ik mijn balans kon herstellen. Toen ik klein was had ik veel paardgereden, maar naarmate ik ouder werd was ik ook banger geworden. Uiteindelijk ben ik er maar mee gestopt, maar blijkbaar was het toch zo’n ding dat je nooit echt verleerde. En eigenlijk was het ook wel heel erg leuk. Toch.. Zou Edward hier voor boeten, nadat ik hem nogmaals had bedankt. Dat was immers wel op zijn plaats.

Charming leek precies te weten waar hij heen moest, hoewel ik zelf geen flauw idee waar het dier heenging. Het maakte ook niet uit, zolang ik maar zover mogelijk van het kasteel vandaan was. Het paard galoppeerde nog een lange tijd door, voor ik het voorzichtig over liet gaan in draf. Het voelde toch heel vertrouwd, om iets te doen wat je in je verleden ook veel hebt gedaan. En nu kreeg ik er ook nog eens spijt van dat ik ooit gestopt ben met rijden, hoewel ik het nog steeds een beetje eng vond. Paarden zijn wel heel goed in je vertrouwen heten, vooral deze bonte meneer hier. Ik streelde het paard even over zijn hals en keek toen pas echt goed om me heen, we waren beland bij de rand van het bos dat leek op de plek waar al mijn drama begonnen was. Maar misschien dat het toch een ander bos was, ik bedoel.. Alle bossen lijken hetzelfde, toch? Ik kon me de vorige keer in ieder geval niet al te goed voor de geest halen, waardoor het vergelijken nogal lastig ging. Rustig liet ik het grote paard in zijn eigen tempo verder stappen, ik gaf hem genoeg ruimte door de teugels wat langer te laten. Dat was één van de dingen die ik in elk geval nog wist van al de jaren les die ik gehad had.

We stapten door het bos, de paden waren niet erg egaal en uiteindelijk leek het dier moeite te hebben om stabiel te blijven lopen. Een zucht gleed over mijn lippen, terwijl ik – misschien een beetje onhandig – afsteeg. Ik liep verder naast het paard, steeds dieper het bos in. Een goede schuilplaats vinden was nu het belangrijkste, mijn plan kon ik dan later nog wel bedenken. We waren alweer een hele tijd onderweg, ik moest Charming ook zijn rust gunnen. En mezelf ook trouwens. Hoewel de meeste wonden tijdens mijn verblijf in de kerkers al redelijk geheeld waren, was mijn lichaam nog steeds verzwakt. Ik kon niet meer uren achterelkaar door blijven reizen, dan zou ik het niet eens redden om ooit tot het verzinnen van een plan te komen. Verbeten bleef ik door lopen, naast het grote paard wiens borst nog steeds snel op en neer ging. Het bos werd uiteindelijk weer dunner en ging over in een grasvlakte, nu zouden we wel ver genoeg van het kasteel vandaan zijn toch? Nu hebben we alleen nog een schuilplaats nodig, dan zou een groot deel van de problemen al weg zijn. Ik was immers al op vrije voeten, hoewel ze me waarschijnlijk nog wel gingen zoeken. Dat zouden ze in ieder geval gedaan hebben in het Amerika over velen jaren, maar waarschijnlijk waren ze nu ook opzoek naar de vrouw die het lef had om een poging te doen tot het stelen van Pandora’s paard. Mijn gedachten opzij zettend keek ik om me heen, mijn oog viel op een rotswand aan de zijkant van de vlakte. Ik liep erop af, het paard stapte rustig achter me aan. Ik keek speurend langs de rotswand, waarna uiteindelijk mijn ogen op de haast onzichtbare ingang viel. Die dezelfde kleur leek te hebben als de rotsen zelf, hoewel hij aan het einde donkerder werd. De ingang was net hoog een breed genoeg om, met misschien een beetje moeite, ook Charming naar binnen te krijgen. Het was toch redelijk raar dat de ingang haast uit het zicht leek, ondanks zijn oppervlakte. Het leek een soort schutkleur te hebben.

Het was koud in de grot en het tochtte er verschrikkelijk, maar we hadden zo in ieder geval een dak boven ons hoofd en het was ook een vrij grote ruimte. We zouden hier wel een paar dagen kunnen blijven, buiten was er genoeg gras voor Charming en water konden we wel bij een rivier halen. Eten kon ik eventueel nog uit een dorp halen, of nou ja.. Uit een dorp stelen was misschien een betere zin, ik stond toch al bekend als een paardendief dus dan kon dat er ook nog wel bij. Ik aaide het grote bonte paard even over zijn hals, in gedachten verzonken. Ik besloot hem uiteindelijk maar niet af te zadelen, maar alleen de singel wat losser te doen. Anders zou je straks het probleem nog krijgen dat we moesten vluchten, maar ik liep te kloten met dat opzadelen. En mooi niet dat ik zonder zadel, laat staan zonder hoofdstel, zou rijden. Ook niet op zo’n geweldig lief en betrouwbaar paard als Charm.

Voorzichtig liet ik mezelf neerzakken op de koude grond, mijn spieren protesteerden hevig bij elke beweging die ik ook maar maakte. Nu had ik toch eindelijk tijd om een plan te verzinnen, ik moest hier wegkomen hoe dan ook. Ik kon immers niet altijd in deze eeuw blijven, ik moest terug naar mijn familie. Dat moest gewoon. Zouden ze naar me opzoek zijn? Zouden ze zich zorgen maken? Of stond de tijd een soort van stil en merkte niemand dat ik weg was? Net zoals in Narnia.. Mijn weg terug naar huis moest iets met Pandora te maken hebben, volgens haar zou ik een gevaar voor haar vormen. Dus zou dat dan in verband staan met elkaar? Waarschijnlijk wel.. In ieder geval, ik denk van wel. Een missie was zoveel makkelijker als je iets had om je op te richten, maar ik werd nu gewoon in het diepe gegooid. Er was niemand die me kon helpen, ik had geen bronnen om te raadplegen. Ik moest dit zelf doen. En misschien was dit nog wel zwaarder dan de tijd die ik door had gebracht op Yamatai, daar stond ik er niet alleen voor. Daar had ik een heel team achter me staan. Hier had ik alleen de hulp van Edward gehad, nu moest ik het zelf uit zien te zoeken. En dat zou absoluut niet makkelijk worden, maar het kon nou eenmaal niet anders. Ik huiverde van de kou en sloeg de mantel om me heen, hoewel deze de koude wind niet goed tegenhield. Het was toch iets warmer dan voorheen. Toen mijn lichaam weer iets verwarmd was, ging mijn stroom aan gedachten weer net zo hard door als voorheen. Ik vroeg me nog steeds zoveel vragen af, vragen die een antwoord nodig hadden. Vragen die een antwoord verdienden, maar deze wellicht nooit zouden krijgen. Het enige wat ik nodig was, was een zetje in de goede richting. Dan zou ik het zelf wel op kunnen lossen, ik moest alleen een begin zien te vinden. Dan zouden alle vragen misschien hun welverdiende antwoord krijgen, met de nadruk op misschien.

Een ding wist ik wel zeker, ik zou dat zetje niet krijgen als ik alleen maar hier bleef zitten. Mijn spieren protesteerden alweer minder, ook Charming leek volkomen uitgerust. Dus maakte ik de singel wat strakker vast en begeleidde het dier weer naar buiten, zijn oren stonden vrolijk naar voren terwijl hij kalm om zich heen keek. Ik trok de beugels omlaag en stapte, klungelig, op. Het paard verroerde geen vin en wachtte geduldig af tot ik helemaal goed zat, misschien dat ik toch maar weer opzoek moest in het bos. Eventueel naar een rivier, want water hadden we ook nodig. Ik dreef het paard zacht aan en zette koers naar het bos. De avond was al een tijd aangebroken, maar ondanks dat ik amper iets kon zien gaf het wel een veilig gevoel. Nu was de kans in ieder geval kleiner dat iemand me zou zien. Met de kap van de mantel ver over mijn hoofd heengeslagen stapten we rustig door het bos, de omgeving bleef koud en het was overduidelijk herfst. Bijna winter waarschijnlijk, hoewel ik dit niet in kon schatten aangezien ik niet eens wist welke dag het was. Ik keek op toen ik ergens in mijn ooghoek een lichtbron zag, maar toen ik omkeek was het alweer verdwenen. Was het nu zelfs zo erg dat ik aan het hallucineren was? Ik haalde mijn schouders op en concentreerde me weer op de weg voor me, er was vast niets aan de hand.



E N D O F C H A P T E R 3
Nymfe’s point of view

Terug naar boven Ga naar beneden
https://moonchild.actieforum.com
Hestia
Admin
Hestia


Aantal berichten : 229
Registratiedatum : 13-10-13
Leeftijd : 25
Woonplaats : Naast de heksen.

Character sheet
Partner: My eyes are open, but only for cuties~
Geslacht: Female
Leeftijd: 22

Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO] Empty
BerichtOnderwerp: Re: Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO]   Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO] Emptywo nov 06, 2013 7:22 am



THE BOY IS MINE


De laatste dagen waren mij verschillende dingen opgevallen, dingen die mij verontrusten. Dingen die aantoonden dat mijn macht verzwakte, iets wat ik niet wilde hebben. Het begon allemaal op die ene ochtend, dat Edward opeens ontzettend vroeg weg was. Maar een paar uur later alweer terug kwam, de jongen had iets gemompeld over problemen op de velden. Maar ik voel wanneer mensen tegen me liegen en dit was zo’n moment, dus ben ik die dag maar naar de velden gereden. En er was geen enkel probleem, of de boeren daar wilde de vrouw van hun heer gewoon niet verontrusten. Dat was natuurlijk ook nog een mogelijkheid, maar toch geloofde ik mijn man niet. Er was iets aan de hand, iets ernstigs. Dagen daarna vertrok hij telkens ’s ochtends vroeg en kwam ’s avonds laat pas weer terug, alsof hij extra ijverig wilde zijn. Wat niet hoefde, aangezien we genoeg geld hadden. Elke dag probeerde ik dingen bij hem los te wrikken, ik stelde tientallen vragen onder invloed van mijn toverspraak en kreeg alleen maar bij hem los dat hij één keer langs was geweest bij die Nymfe. Om haar een bedreiging achterna te roepen, de arme schat had werkelijk geloofd dat ze echt dat paard had geprobeerd te stelen. Maar elke keer dat hij antwoordde op een van deze vragen, kon ik er niet uit opmaken of hij eerlijk was. Het lukte gewoon niet, het voelde alsof één van mijn zintuigen niet goed meer functioneerde alsof ik niet langer perfect was. Vooral nu zelfs m’n toverspraak niet meer werkte op mijn eigen echtgenoot.

Toen ik dacht dat dit al ernstig was, had ik niet verwacht wat ik later nog voor een tegenslag zou krijgen. Edward was al vertrokken, om zijn dagelijkse ronde te maken langs de velden. Ik had geprobeerd hem te overtuigen om langer te blijven, maar zonder enig succes. Er was echt iets grondigs mis met die jongen. Hij leek veel minder oog te hebben voor mij, sterker nog dat leek niet alleen zo, het was ook zo. Ik zat rustig uit het raam te kijken, Snowwhite stond rustig in de weide te grazen. Tot ze plotseling haar hoofd hief, waarmee mij duidelijk gemaakt werd dat er bezoek kwam. En inderdaad, enkele seconden later werd er op de deur geklopt. Ik mopperde klagend en kwam overeind. Ik opende de deur en stond oog en oog met een wat jonger meisje, ze was klein van postuur en vrij tenger. Ik herinnerde me haar als een van de dienstmeisjes uit het kasteel, maar blijkbaar droeg ze ook de rol van koerier des Konings. Volgens mij heette ze Kyra.. Het meisje glimlachte zenuwachtig en ik keek haar met één opgetrokken wenkbrauw aan, wachtend tot ze verder zou praten. ‘Wat moet je?’ Klonk mijn stem nors, toen het meisje nog niet had gesproken. Kyra’s blik veranderde van zenuwachtig naar bang, fijn dat er toch nog iemand was waar ik nog wel invloed op kon uit oefenen. ‘Ik.. Ik kom een bericht doorbrengen van de Koninklijke familie,’ stamelde de brunette. Met een geërgerd gebaar, maakte ik duidelijk dat ze verder moest praten. ‘Ze vonden het wel terecht dat je dit te weten zou komen,’ opnieuw nam ze een kleine pauze voor ze weer verder sprak, wat mijn irritatie alleen nog maar meer oplaaide. ‘Ik moest je vertellen dat.. Dat..’ Ik merkte, tevreden, op dat het meisje van de zenuwen begon te trillen. Blijkbaar beïnvloedde mijn aanwezigheid het meisje erg, toen ik haar met een geïrriteerde, boze blik aan keek sprong ze bijna een meter achteruit. ‘Nymfe Evers, dat meisje dat je paard had geprobeerd te stelen,’ ze leek te aarzelen om de volgende zin uit te spreken. ‘Ze is ontsnapt.’ Kyra kromp na haar woorden ineen, bang voor de uitbarsting die zou komen. Maar niet kwam. ‘Bedank ze maar voor het aankondigen, nu opgerot.’ Ik gooide de deur met een klap dicht. Dit was alles behalve goed, ik moest en zal die Nymfe vinden. Ze vormde nu een nog groter gevaar dan voorheen. Misschien dat Edward meer wist? Het zou zijn rare gedrag van de laatste  paar dagen wel verklaren, maar in dat geval kon die jongen grote problemen verwachten. En Nymfe kreeg er nog meer problemen bij. Niemand, maar dan ook niemand kwam aan mijn echtgenoot. Ook al wist ik dat onze relatie voor hem niet echt voelde, het was immers een uithuwelijking en dit zou nooit veranderen. Misschien dat we met de jaren mee meer naar elkaar toe zouden groeien, hoewel het daar momenteel niet op leek. We hadden veel meningsverschillen en ruzies, maar desondanks waren er ook wel mooie momenten. We hadden al die jaren wel veel steun aan elkaar gehad, we zaten immers in hetzelfde schuitje. En desondanks dat onze liefde niet helemaal echt was, ik liet hem niet zo maar gaan. Daar zorgde ik wel voor. Één uur later, besloot ik maar even langs Esmee te rijden. Misschien dat zij nog iets had gehoord over de chaos rondom de ontsnapping van Nymfe, iets bruikbaars wellicht. Ik haalde Snow uit de weide en zadelde haar met benodigde snelheid op, met een soepel gebaar steeg ik op. Waarna ik mezelf een kort moment de tijd gunde om mijn kleding, met de palm van mijn hand, glad te strijken. Ik spoorde het witte paard tot een vlotte draf, enkele mensen uit het dorp begroette me. Met een chagrijnige blik knikte ik ze kortaf toe.

Eenmaal aangekomen bij het huis van Esmee, steeg ik af om Snow vast te kunnen binnen aan de houten paal die vlak bij de deur stond. Het huis was van dezelfde grijze stenen gemaakt als het mijne, het had dezelfde eikenhouten deur. Het huis was alleen een tikkeltje kleiner dan mijn eigen huis en mistte wat dingen aan versiering. Met een haastige pas snelde ik me naar de deur om aan te kloppen, met een ongeduldig gebaar zwaaide ik mijn haar naar achter. Toen ik van achter de deur het gerinkel hoorde van iets wat op de grond viel en daarna boos gevloek, moest ik moeite doen om niet in lachen uit te barsten. Esmee kon soms nogal eh.. onhandig zijn. Na een redelijk lang moment wachten ging de deur open, een kleine glimlach lach op het gezicht van de vrouw. ‘Sorry voor het wachten, ik liet iets vallen.’ Een spijtige ondertoon lag in haar stem. Ik knikte kortaf, maar glimlachte toch lichtjes terug. ‘Dat ben ik wel van je gewend, Es.’ Het meisje rolde met haar ogen en deed een stap achteruit. ‘Kom binnen,’ klonk haar stem verwelkomend. ‘Wat is er nou precies gebeurd? Ik hoorde vanochtend toen ik naar de markt moest, dat eh.. wat was haar naam ook al weer?’ Voor ik haar ook maar aan kon vullen, leek ze de naam al gevonden te hebben. ‘Ah ja, Nymfe was het niet? Nou ja, ik hoorde dus dat zij Snowwhite heeft geprobeerd te stelen en is ontsnapt?’ Klonk haar stem vragend, terwijl we verder het huis inliepen en plaats namen in de grote woonkamer. ‘Maar je weet maar nooit wat je deze dagen nog kunt geloven, dus je komt als geroepen. Wat is er nou precies van waar?’ Ik schoot weer in mijn acteerstatus, een zucht rolde over mijn lippen terwijl ik terug dacht aan deze ‘vreselijke’ gebeurtenis. ‘Nou, ik.. ik ging dus spullen halen voor een nieuwe jurk. Nadat jij weg was gereden met Darling. Ik had Snow daar vastgebonden aan een van de palen tussen de andere paarden, immers kan ik me niet herinneren dat er daar ooit eerder een paard is gestolen. Toen ik weer naar buiten liep, was ze opeens weg. In de verte zag ik een meisje op haar wegrijden.’ Mijn lichaam begon overstuur te beven. ‘Ik ben toen meteen naar het kasteel gereden, Jack en Ryan hebben me geholpen Snow terug te krijgen. Die Nymfe is niet vergekomen, het is en blijft Snow. Ze heeft haar er waarschijnlijk afgeworpen en begon daarna dwars te doen.’ Een glimlach lag op mijn gezicht, ik was werkelijk waar trots op mijn paardje. Ze kon al bijna net zo goed acteren als haar eigenaresse. ‘Ik wilde eigenlijk nog langskomen, maar door alle drukte rondom een aantal zaken die ik nog moest regelen, is dit compleet aan me ontschoten. Maar je had er dus blijkbaar al over gehoord.’ Esmee knikte langzaam, diep in gedachten verzonken. En het duurde even voor ze weer sprak. ‘Ik had er inderdaad al over gehoord, maar ze is dus op de een of andere manier ook nog eens uit de kerkers ontsnapt?’ Het meisje zuchtte haast onhoorbaar. ‘Ze moeten daar echt eens nieuwe bewakers instellen, de beveiliging was vroeger stukken beter.’ Ik knikte instemmend. ‘Heb jij nog iets gezien, iets wat opviel?’ Een kort moment hing er een doodse stilte in de ruimte. ‘Nu je het zegt ja, ik was het bijna vergeten. Heb jij Edward vandaag nog gezien? Of Charming?’ Verward schudde ik mijn hoofd. ‘Ik zag vanochtend vroeg namelijk iemand wegrijden op een paard dat veel op Charming leek, volgens mij was het een vrouw. Maar ik kan me vanaf zo’n afstand natuurlijk vergist hebben..’ Ze haalde haar schouders op. ‘Ik vond het wel terecht dat je dit moet weten, maar misschien dat Edward vanavond gewoon met Charming thuis komt. ’ Ik knikte nadenkend en kwam overeind. ‘Ik denk dat ik maar weer richting huis moet, ik moet nog een paar dingen regelen.’ Esmee knikte en ging me voor de woonkamer uit, ze hield de deur voor me open. ‘Het komt wel goed Pandora, ze vinden dat meisje heus wel weer terug.’ Ik glimlachte en maakte Snowwhite’s teugels los van de paal, om vervolgens rustig en gracieus op te stijgen. Nog een laatste keer glimlachte ik naar het meisje dat nog in de deuropening stond, tot ik het witte paard aanspoorde en weg stapte. Het zou nog wel een hele tijd duren voor ik mijn vragen los kon laten op Edward, tijdens het werk wilde ik hem niet storen. Die boeren hoefden niets te horen over mijn problemen, ik had trouwens ook het gevoel dat dit wel eens uit kon lopen tot een ruzie. Een grote ruzie.



C H A P T E R 4
Pandora's point of view

Terug naar boven Ga naar beneden
https://moonchild.actieforum.com
Hestia
Admin
Hestia


Aantal berichten : 229
Registratiedatum : 13-10-13
Leeftijd : 25
Woonplaats : Naast de heksen.

Character sheet
Partner: My eyes are open, but only for cuties~
Geslacht: Female
Leeftijd: 22

Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO] Empty
BerichtOnderwerp: Re: Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO]   Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO] Emptydo nov 07, 2013 7:45 am



THE BOY IS MINE


Nu ik toch nog zo’n tijd moest wachten tot Edward thuis kwam, kon ik net zo goed nog even een stuk rijden. Mijn gedachten op een rijtje zetten, proberen om een oplossing te zoeken. En ook meteen de strategie om een normaal gesprek met Edward – wat een gesprek van ongeveer vijf minuten in zal houden, waarna de hel losbarst en alles veranderd in een soort bloedbad – te voeren, dat moest toch lukken? Hoewel dat soort gesprekken alleen maar echt goed lukten met mijn toverspraak en deze dagen lijkt dat hem niet meer te kunnen beïnvloeden. Ik spoorde Snow aan tot een draf, het beest gaf een chagrijnige bok, maar ging wel over in een vlotte draf.

In gedachten verzonken had ik geen flauw idee waar het paard heen draafden, ze kende de weg dus dat moest goed komen. Snow was immers ook prima in staat zelf een route te vinden, hoewel deze misschien wel de route het snelst naar huis zou zijn. Ik gaf haar tussen mijn gedachtes door af en toe een kleine correctie met de teugels, of met mijn beenhulp. Ik zuchtte klagend. Ik had nooit gedacht dat zo’n simpel meisje als die Nymfe, zo’n groot gevaar voor me zou kunnen vormen. Misschien dat ik binnenkort ook maar eens langs mijn tombe moest gaan, misschien dat ik zelfs een andere plek voor de pithos moest vinden. Want zodra dat meisje de weg vond naar de tombe en daarmee ook naar het enige voorwerp wat mijn dood zou kunnen veroorzaken, was ik verdoemd. Dan was ik letterlijk ten dode opgeschreven, vooral wanneer ze erachter kwam dat ze met de pithos niet alleen mijn dood zou betekenen maar dat het er ook voor kon zorgen dat zij terug zou kunnen naar haar eigen land. Terug naar haar eigen familie, haar eigen huis. Terug naar haar oude leventje.. Maar geen van die dingen kon mij ook maar iets schelen, ik wilde liever blijven leven. Zelfs als dat zou betekenen dat zij voor de rest van haar leven in dit land rond zou hangen, na een tijd zou zij toch ook sterven. En dan zou ik met mijn onsterfelijkheid allang geen last meer van haar hebben. Hoewel ik waarschijnlijk ook geen last van haar zou hebben als ze nog in leven was, de kans was ontzettend groot dat ze toch nog opgepakt werd. En alleen maar vluchten is ook geen optie, laat staan dat ze naar een ander land kon. Daar waren onze grenzen veel te goed beveiligd voor. Terug naar dat slavenlandje zou ze niet kunnen. Nooit niet. De zon ging langzaamaan alweer onder, ik liet Snow omkeren en maakte een klein galopje om de weg naar huis de bevorderen. Na een aantal minuten liet ik het grote witte paard weer draven, haar hoeven dreunden met veel regelmaat neer op de zachte ondergrond. Opnieuw draafde ik het dorp door, richting het grote stenen huis. Het huis met de vele versieringen en het kleine tuintje ernaast, die tuin was juist wat het bijzonder maakte. De meesten huizen in het dorp hadden geen ruimte voor een tuin, op het kasteel na dan. Maar dat was dan ook geen normaal huis. Ik liet mezelf uit het zadel glijden en zadelde het paard met de benodigde snelheid af, ik leidde het paard naar de omheining achter het huis. Of Edward was nog niet thuis, of hij kwam straks met een of andere smoes aanzetten waarom Charming er niet was. Misschien wel beide.

Ik stapte het huis in en hoorde het geschuifel van voeten in de andere kamer, blijkbaar was Edward er al. Maar zonder Charming. ‘Edward?’ Klonk mijn vragende stem, poeslief. ‘Ben in de woonkamer.’ Klonk zijn stem, ietwat nors terug. Ik wandelde rustig door de gang heen, in de richting van de woonkamer en bleef daar in de deuropening staan. ‘Waar is Charming, schat?’ Ik glimlachte onschuldig, ik merkte op dat er een schuldbewuste blik in zijn ogen lag. ‘Is hij soms ook gestolen? Ik hoorde dat die Nymfe ontsnapt was..’ Klonk mijn stem, toen hij niet begon te praten. De schuldbewuste blik nam plaats voor een kwade glans die over zijn ogen lag. ‘Pandora, houd op met die toverspraak van je. Het gaat niet werken,’ snauwde hij. Verrast trok ik een wenkbrauw op, misschien dat er toch niet echt een gesprek te voeren viel. ‘Edward..’ Begon ik zacht, niet wetende hoe ik mijn vraag moest formuleren. Maar voor ik ook maar iets kon vragen, drong de barse stem van de man mijn oren in. ‘Het is puur toeval dat Charming op dezelfde dag weg is als dat meisje, maar hij schrok op een van de velden en is er vandoor gegaan. Het was al laat en ik had geen tijd meer om hem te zoeken, dat zal ik dus morgen nog moeten doen.’ Ik keek hem fronsend aan, ik merkte duidelijk dat hij aan het liegen was. ‘We weten beide dat Charming er nooit zomaar vandoor zou gaan, zelfs niet als hij schrikt. Ik kan me überhaupt niet herinneren dat hij ooit ergens van is geschrokken.’ Er hing een ongemakkelijke stilte in de ruimte. ‘Wat is er echt aan de hand Edward? Ik kan merken dat je liegt.’ De man keek me nogmaals woedend aan. ‘Er is helemaal niets aan de hand, ik lieg niet. Je wordt gewoon paranoïde met je hysterische gedoe.’ Bijna viel mijn mond open van verbazing, nog nooit had iemand me van zoiets durven te beschuldigen. Zelfs Edward niet in onze vorige ruzies. ‘Waarom bescherm je dat meisje zo?’ Klonk mijn stem zacht, hoewel ik liever zou willen schreeuwen. Dat leek me niet bijzonder effectief in deze situatie. ‘Ha, ben je soms jaloers Pandora? Is dat het? Ben je bang dat ik je ga verlaten, omdat ik dat meisje zoveel leuker zou vinden dan jij?’ Een sarcastische lach klonk door de kamer. ‘Waar heb je het over? Ik ben helemaal niet jaloers.’ Een ontkennende toon lag in mijn stem. Edward kwam overeind en zette een paar stappen in mijn richting. ‘Als je dat niet bent, wat is er dan aan de hand prinsesje van me?’ Zijn stem klonk ontzettend sarcastisch, met een kwade ondertoon. ‘Ik maak me gewoon zorgen om je, die mensen hier zijn de laatste tijd niet te vertrouwen. Het was dan wel een uithuwelijking, ik geef nog steeds om je Edward. Dat meen ik.’ Mijn echtgenoot keek me met een woedende blik aan en greep mijn bovenarm vast, ik probeerde mezelf los te krijgen uit zijn sterke greep. Maar de man toonde geen genade. ‘Laat me los Edward, je doet me pijn.’ Ik keek hem met smekende ogen aan, maar de greep om mijn arm verslapte geen moment. ‘Je hebt nooit om me gegeven, nooit. Jij geeft alleen maar om jezelf, alleen weet je dat niet omdat niet het je ook maar durft te vertellen. Je bent een gewoon persoon, maar met een ontzettend eigendunk omdat je toevallig gecreëerd bent door de goden. Pandora, je bent heus niet zo speciaal als je denkt.’ Ik bestudeerde zijn nijdige blik en moest naar de juiste woorden zoeken, ik liet me niet zo aanvallen. En ik wist uit ervaring, dat aanval ook meteen de beste verdediging was. Dus moest ik gebruik maken van datgene wat hem op dit moment het meest pijn zou doen, ik wist dat hij iets voelde voor Nymfe. Ik wist het gewoon. ‘Okay, dus omdat ik niet zo speciaal ben als ik zou denken. Is het oké dat mijn eigen man loopt te rollenbollen met een of andere paardendief?’ Ik keek hem uitdagend aan, maar had pas te laat door dat de man zijn arm hief. De klap kwam hard aan in mijn gezicht, ik voelde mijn wang tintelen. Edward had mijn arm losgelaten en wankelde een paar stappen achteruit, de uitdrukking op zijn gezicht verraadde dat hij geschrokken was van zijn eigen actie. Ik hield mijn hand tegen mijn wang aangedrukt en staarde hem verbijsterd aan, ik draaide me om en liet tegelijk krokodillentranen over mijn wangen stromen. Ik beende overstuur het huis uit, ik hoorde voetstappen achter me aankomen. Zoals ik eigenlijk al verwacht had. ‘Pandora. Pandora, wacht.’ Ik bleef staan en draaide me om, met betraande ogen. Hij deed een poging zijn armen om me heen te slaan, maar ik zette instinctief een paar passen achteruit.  Hij pakte mijn hand vast en ik zette niet tegen, ik keek hem alleen maar vol ongeloof aan. ‘Het spijt me echt Pandora, dat had ik niet moeten doen.’ Ik schudde mijn hand los uit zijn greep. ‘Waarom deed je het dan?’ Een uitdagende blik lag in mijn, nog steeds tranende, ogen. Hij schudde ongelukkig zijn hoofd. ‘Ik weet het niet, het was gewoon een reactie.’ Een zucht rolde over zijn lippen, terwijl hij met een haast smekende blik naar me keek. ‘Het spijt me echt heel erg, ik geef wel echt om je. Dat zweer ik.’ Ik sloeg mijn blik neer, tranen stroomde nog steeds over mijn wangen. ‘Het is misschien maar beter als ik hier vannacht niet blijf,’ ik draaide me om en bleef een enkel moment staan toen hij weer begon te praten. ‘Pandora, doe dit alsjeblieft niet..’ Maar ik begon alweer te lopen, zijn smeekbedes negerend. Ik kwam morgen wel weer terug, met deze wending kon ik hem misschien weer beïnvloeden..



C H A P T E R 4
Pandora's point of view

Terug naar boven Ga naar beneden
https://moonchild.actieforum.com
Hestia
Admin
Hestia


Aantal berichten : 229
Registratiedatum : 13-10-13
Leeftijd : 25
Woonplaats : Naast de heksen.

Character sheet
Partner: My eyes are open, but only for cuties~
Geslacht: Female
Leeftijd: 22

Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO] Empty
BerichtOnderwerp: Re: Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO]   Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO] Emptyvr nov 08, 2013 7:57 am



IT'S JUST CURIOSITY


Ik deed vlug een hoofdstel bij Snowwhite in, ik kon met gemak op de witte merrie rijden zonder zadel. Dan was ik hier ook sneller weg en kon Edward me niet overhalen toch te blijven, hoewel dat ook niet zou lukken. Met behulp van het hek rondom de weide klom ik de  witte paardenrug, ik spoorde het paard aan en stapte langs het huis het dorp in. Ik zag Edward met een spijtige blik in zijn ogen in de deuropening staan, maar ik negeerde hem en liet Snow aandraven. Ik zou mijn verhaal doen bij Esmee, zij was de enige die ik momenteel kon vertrouwen en van wie ik wist dat ze het – als ik het zou vragen – toch niet door zou vertellen. Plus dat haar huis niet ver van het mijne vandaan lag, dan zou mijn paard ook niet snel uitgeput raken. Met een regelmatige, vlotte pas draafde het paard de weg door het dorp die we al vaker deze dag gelopen hadden. Nors staarde ik voor me uit, de blikken van voorbijgangers negerend. Het was een koude herfstavond, het zou al gauw weer winter worden. En als je het zo bekeek zou het een strenge winter worden, het was immers al ontiegelijk koud. Toen ik een paar meter van het huis van Esmee vandaan was liet ik de merrie overgaan in een rustige stap, een opgelucht gevoel verjoeg een kort moment alle problemen toen ik door het raam zag dat er licht brandde in een van de kamers. Ze was in elk geval thuis, dat was tenminste al iets goeds. Een kort moment liet ik Snow halt houden, om even na te denken voor ik bij haar aanklopte. Ik wist dat ik wel ontzettend uitgevallen was tegen Edward, de jongen kon daar snel furieus om worden. Maar hij had me nog nooit geslagen, dat was ook zeker een ding dat hem ooit nog tegen zou werken. Dat meisje moest wel erg belangrijk voor hem zijn, als ie zo tegen me uitviel. Maar ik moest en zou hem voor me terugwinnen, dat kon niet anders. Ik stopte de korte gedachtereeks en liet mezelf van de paardenrug afglijden. Ik zette Snow bij Darling in de kleine omheining voor Esmee’s huis en hing het hoofdstel in de kleine schuur, zoals ik wel vaker deed als ik al van plan was bij haar te overnachten. Ik klopte zacht aan, een enkel ogenblik later werd de deur opengedaan. Het meisje bestudeerde met een gefronst gezicht mijn uitdrukking. ‘Laat me raden, je hebt weer problemen gehad met Edward?’ Tja, het was nou eenmaal wel zo dat ik bijna altijd na een ruzie met Edward bij Esmee bleef. Dus zo lastig was het ook niet om dat de raden. Ik knikte langzaam. ‘Kan ik hier blijven? Ik durf en wil nu nog even niet naar huis.’ Mijn stem klonk zacht en aarzelend, de brunette knikte en maakte een gebaar dat ik binnen moest komen. Een bezorgde uitdrukking stond op haar gezicht, terwijl we verder het huis inliepen en plaats namen in de woonkamer. ‘Was het echt zo erg deze keer?’ Ik wist dat ze doelde op mijn betraande ogen en ik knikte. ‘We hebben wel vaker ruzie, maar ik heb het nog nooit zo erg meegemaakt.’ De vrouw tegenover me knikte bedachtzaam. ‘Maar wat is er gebeurt dan? Ik bedoel, het is meestal al vrij ernstig bij jullie thuis toch?’ Een kort moment zweeg ik. ‘Beloof je dit niet aan anderen te vertellen? Ik moet dit zelf oplossen en heb daar niet de bemoeienis van anderen bij nodig.’ Met een verraste blik keek ze op, maar knikte toch. ‘Natuurlijk, je kan me vertrouwen Pandora. Dat weet je.’ Ik glimlachte licht, maar mijn stem nam een serieuze toon aan toen ik weer begon te praten. ‘We hadden ruzie om dat hele gebeuren rond Charming, die inderdaad verdwenen was. Ik vertrouwde het niet en confronteerde hem ermee, hij werd boos en puur uit reactie maakte ik een opmerking die hij niet zo leuk vond..’ Ik sloeg mijn ogen neer voor ik mijn verhaal vervolgde. ‘Hij.. Hij..’ Stamelde ik, alsof ik niet in staat was om verder te praten. ‘Hij heeft me geslagen,’ mijn stem was niet meer dan een fluistering. Ik keek op en mijn blik viel in die van Esmee, een tijd lang was het stil. ‘Pandora, je moet hier echt iets aan doen en snel ook. Het is niet normaal dat hij je heeft geslagen..’ Een zucht ontsnapte uit mijn mond. ‘Dat weet ik, ik ga morgen wel weer terug. Ik durf nu gewoon nog niet.’ Esmee glimlachte geruststellend. ‘Je kan hier blijven vannacht, zoals altijd.’ Ik knikte dankbaar. ‘Ik denk.. Ik denk dat hij me bedriegt..’ Klonk mijn stem zacht, onzeker. Het was inderdaad een werkelijke gedachte, hoewel ik het op de een of andere manier niet zeker wist. Het voelde alsof ik taste in de duisternis, niet zeker wetende wat er werkelijk aan de hand was. Ik merkte dat de brunette me fronsend aankeek. ‘Hij doet zo raar de laatste tijd, elke ochtend is hij vroeg weg en hij komt pas laat thuis. Als ik hem er naar vraag zegt hij altijd dat er een probleem is op de velden, dat hij de boeren beter in de gaten moet houden. Maar ik voel gewoon dat hij tegen me liegt. Hij lijkt geen enkel oog voor me te hebben. Tijdens de ruzie bracht ik ook het hele probleem rond Nymfe naar voren en hij reageerde super beschermend, alsof hij haar zo speciaal vindt.’ De woordenstroom was uit mijn mond gevallen voor ik het ook maar doorhad, hoewel ik Esmee met heel mijn hart vertrouwde. Wist ik ook dat ik voorzichtig moest zijn met wat ik vertelde. ‘Maar betekent dat ook werkelijk dat hij vreemdgaat? Misschien moet je eerst wat meer zekerheid krijgen en rustig met hem gaan praten, zonder beschuldigingen.’ Ik wist dat ze gelijk had, hoewel het misschien niet helemaal was wat ik van plan was. Ik moest er voor zorgen dat hij echt spijt kreeg, dan zou mijn toverspraak weer zijn werk kunnen doen. En dat was mijn doel. ‘Misschien moet je even gaan rusten, de logeerkamer is al klaar.’ Ik kwam instemmend overeind. ‘Dat is waarschijnlijk het beste, ik weet niet of ik je morgen nog zie. Als ik weg ben, dan ben ik op weg naar huis. Voor Edward weggaat naar de velden.’ Esmee knikte en ik zette koers naar de slaapkamer, maar bedacht me en draaide me om. ‘Nog bedankt.’ Klonk mijn stem, welgemeend.

De volgende ochtend was ik inderdaad al weg voordat Esmee wakker was, ik stapte op Snow rustig terug naar mijn eigen huis. Het was nog vroeg en ergens diep van binnen hoopte ik dat Edward al weg was, hoewel ik wist dat ik de ruzie – en daarmee ook de klap – zelf had uitgelokt, er was een deel in mijn lichaam dat gewoon ontzettend bang was. Ik liet de witte merrie overgaan in draf, een kort moment later spoorde ik haar aan tot een rustige galop. Ik wist dat ik me niet aan moest stellen en gewoon zo snel mogelijk thuis moest zijn, voor Edward de deur uit ging. Elke galopsprong van Snow deed mijn hart sneller slaan, de zenuwen gierden door mijn lijf. Maar waarom? Ik hoefde immers niet bang te zijn voor mijn eigen man, die een gewone sterveling was? In mijn ware vorm was ik stukken sterker, veel sterker dan Edward. In gedachten verzonken had ik amper door dat ik al bij het huis aangekomen was, de witte merrie was uit zichzelf al stil gaan staan. Ik liet me van haar rug afglijden en liet haar weer los in de weide. Toen ik het hoofdstel had opgehangen hoorde ik de voordeur opengaan, ik was net op tijd. Een glimlach verscheen op zijn gezicht toen zijn oog op mij viel, ik bleef roerloos staan en zweeg, niet in staat iets te zeggen. ‘Pandora! Je bent toch nog gekomen.’ Hij snelde op me af en pakte mijn handen vast. ‘Het spijt me echt.’ Hij keek me diep aan in mijn ogen en ik glimlachte licht. ‘Ik had gister niet zo tegen je uit moeten vallen,’ mijn stem had een zachte toon aangenomen. Hij schudde verontschuldigend zijn hoofd. ‘Je had het recht tegen me uit te vallen, ik had niet zo stom moeten doen je gewoon moeten vertellen wat er aan de hand was. Ik had je sowieso niet mogen slaan.’ Een kort moment bleef het stil. ‘Ik geef helemaal niets om die Nymfe, ik heb haar één keer gezien.’ Ik wist dat hij loog, maar besteedde er maar geen aandacht aan.



E N D O F C H A P T E R 4
Pandora's point of view

Terug naar boven Ga naar beneden
https://moonchild.actieforum.com
Hestia
Admin
Hestia


Aantal berichten : 229
Registratiedatum : 13-10-13
Leeftijd : 25
Woonplaats : Naast de heksen.

Character sheet
Partner: My eyes are open, but only for cuties~
Geslacht: Female
Leeftijd: 22

Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO] Empty
BerichtOnderwerp: Re: Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO]   Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO] Emptyza nov 09, 2013 4:39 am



A WARNING FROM ABOVE


Tientallen lichtjes straalden door het bos, ik had werkelijk geen flauw idee waar ze vandaan kwamen. De lichtbronnen waren fel, als tientallen kleine zonnetjes die het donkere bos verlichtten, het was een prachtig aanzicht. Maar toch gaf het me een huiveringwekkend gevoel, het klopte gewoon niet en dat was wat het angstaanjagend maakte. In een donker bos hoorden geen lichtjes te schijnen, zonder directe bron. Charming leek geen aandacht aan de lichtjes te besteden en draafde gewoon braaf door. Elke meter die voorbij ging leek een nieuw lichtje met zich mee te brengen, hoe verder we kwamen des te meer licht er kwam. Uiteindelijk kwamen we zelf zover dat er lichtjes op de bodem verschenen. Waar het grote paard wel van op keek, hij leek zijn benen steeds hoger op te tillen en ontweek de plekken in de grond waar licht vandaan kwam. Ik keek mijn ogen uit, duizenden lichtjes sierden het voorheen zo duistere bos. Van de grote hoeveelheid licht begonnen mijn ogen te branden, met mijn ene hand schermde ik mijn ogen deels af terwijl ik met de andere hand de teugels van Charm vasthield. Hoewel hij ook prima in staat was zelf zijn weg te vinden, ik vertrouwde het dier onderhand volledig. We waren immers ook al een hele tijd op weg, het was ook best fijn om wat aan gezelschap te hebben. Vooral gezelschap dat je niet veroordeelde voor paardendiefstal, ik denk ook niet dat hij me echt zou gaan haten als ik een keer wat hooi voor hem zou stelen bij een boerderij. Nee hij leek me eerder het type om me daarvoor dankbaar te zijn. Water hadden we vandaag al gehaald bij een riviertje dat dicht bij de rand van het bos lag. Het was maar een klein beekje, maar het was in ieder geval beter dan uitdrogen.

Met een zucht merkte ik op dat ik voor de zoveelste keer in gedachten verzonken was geraakt, dat gebeurde steeds vaker nu ik in deze tijd terecht was gekomen. Ik had zoveel meer om over na te denken, toch had ik al die tijd nog steeds plezier in mijn beroep. Het was namelijk totaal niet vervelend om op zo’n groot, sterk en vooral lief paard door een groot bos kon draven. Hoewel de spanning in mijn lijf bij elk lichtje dat erbij kwam groter werd, ik had geen flauw idee wat die lampjes konden betekenen. Was het een soort waarschuwing? Dat ik om moest draaien en moest vluchten, of moet ik het juist volgen? Zou het ergens naar toe leiden, iets als een tombe? Ik zou er waarschijnlijk alleen achter komen als ik het pad zou blijven volgen, als ik om zou draaien en zou vluchten als een lafaard zou ik nooit achter de bron van al deze lichtjes komen. Dus spoorde ik Charming nog een beetje aan en denderde we in een vlotte draf verder het bos in, de lichtjes volgend. Mijn adem stokte in mijn keel toen de lampjes zo fel werden dat ik bijna verblind werd, tot ze plots allemaal gedoofd werden. Een enkel moment later kwam er weer een felle lichtflits, ik voelde het bonte paard onder me steigeren. Ik gleed uit het zadel en viel met een klap op de grond, ik voelde de trillingen van de grond die veroorzaakt werden door het weg galopperen van een paard. Als verdoofd bleef ik liggen, bang voor het felle licht om me heen. Toen het licht weer een beetje weg leek te zijn kwam ik weer een beetje overeind, steunend op mijn ellebogen zat ik iemand een paar meter van me vandaan staan. Mijn ogen hadden moeite zich te focussen, maar toen ze eindelijk weer op scherp stonden zag ik een man gehuld in licht. Hetzelfde licht als het licht van de lampjes. Ik krabbelde overeind en stond nu oog in oog met de vreemdeling, hij had halflang blond haar met een kleine slag erin. Hij was redelijk lang en gespierd, met een door de zon gebruinde huid. Het kwartje viel pas toen ik zijn ogen zag, die geel op leken te lichten. Net zoals de zon. Ik stond recht tegenover Apollo, god van het licht, de muziek, de dichtkunst, spiritualiteit en de landbouw. Dat waren de dingen die ik nog op wist te sommen uit al mijn jaren aan onderzoek. Oh ja, ik wist me ook nog te herinneren dat hij beschreven werd als een knappe god. En ja, nu wist ik ook dat dit klopte. Ik was sprakeloos. Ik bedoel, wie wist nou eenmaal wat te zeggen als hij tegenover een van de goden van Olympus stond? Ik had niet veel tijd om na te denken, de man begon te praten. In dichtvorm.

‘Groot gevaar zal dreigen,
Maar je dient hier niet over te zwijgen.
In dit gevecht zal eenzaamheid,
Leiden tot een grote onzekerheid.
In dit gevecht zal een simpele sterveling,
Die normaal bij de goden zorgt voor verveling.

Een strijd aangaan van leven op dood,
En bloed zal vloeien, zuiver rood.
Je strijd zal lang zijn, simpele ziel,
En toen je deze tijd in viel,
Leek misschien alles verloren,
Maar jouw moed is aangeboren.

Je reis zal je niet alleen moeten maken,
En hoewel wij daarboven over jou zullen waken.
Zal meer hulp je tegemoet komen,
Op het moment wanneer jouw het ergste is overkomen.

Een onmogelijke liefde zal ook een rol spelen,
Alleen zal je hem moeten delen.
Zodra de strijd voorbij is,
Ontstaat er tussen de geliefden een duidelijke verbintenis.
De liefdesgodin Aphrodite heeft deze liefde aangewezen,
Ze heeft de liefde geprezen.
En hier is geen ontkomen aan,
Maar na de strijd, wanneer de liefde op zijn sterkst is, zal een van hen moeten gaan.

De ander zal achterblijven, met een gebroken hart,
Maar na een slechte start,
Zal het einde beter zijn,
En hoewel dit einde lijkt te zorgen voor veel pijn.
Komt er met een beetje vastberadenheid,
Altijd weer een nieuwe mogelijkheid.
Om het leven te beteren,
En daarbij de liefde te eren.

Volg het pad der licht,
Het is je niet verplicht.
Maar dan zijn je problemen nog niet voorbij,
En de antwoorden op je vragen zijn zo dichtbij.’


De stem van de man klonk verassend helder en had een hoge toon, toen hij klaar was met zijn dichten verdween hij weer. Een groot deel van het licht met zich meenemend, alleen de kleine lichtjes die voorheen ook hadden gebrand waren er nog. Ik bleef een tijd versuft staan, nadenkend over wat er bedoeld werd met het gedicht, sommige stukken waren duidelijk. Terwijl ik bij anderen weer geen flauw idee had waar ze over gingen. Welke strijd bedoelden ze? De strijd om mijn weg terug naar huis, of misschien de strijd met Pandora. Waarvan ik zelf verwachtte dat hij zou komen. En welke onmogelijke liefde werd er bedoeld? Waarom zou er in een strijd als deze een relatie opbloeien? En wat had ik daar dan mee te maken? Hoewel het natuurlijk ook nog kon dat het gedicht helemaal niet op mij sloeg, maar op een ander. Iemand die ik moest waarschuwen. De zin; ‘Volg het pad der licht,’ bleek dan weer wel duidelijk te zijn. Nou ja, in ieder geval ik nam aan dat de god daarmee dit pad bedoelde. Aangezien het pad met lichtjes bezaaid was. Alleen zou mijn reis nu wel een stuk minder snel gaan, nu Charming weg was.. Ik zuchtte ongelukkig, dan vertrouw je eindelijk weer eens een paard. Schrikt ie van één van de goden van Olympus. Nou ja, dat was eigenlijk nog wel te begrijpen.. Zonder verder nog te klagen, kwam ik weer in beweging. Met een snelle looppas volgde ik de lichtjes dieper het bos in, de koude avondlucht waaide dwars door de mantel heen. Een huivering van de kou liep langs mijn rug. Ik liep verder en verder het bos in, zonder ook maar één enkele verandering te zien in de lichtjes. Ze bleven op de zelfde afstand van elkaar af, in een nette lijn. Andere lichtjes hingen op dezelfde hoogte in de bomen. Al deze kleine lichtbronnen deden me inzien dat Apollo toch een vrij sterke god moest zijn, er zou veel kracht voor nodig moeten zijn om al deze miljoenen lichtjes te voorzien van het werkelijke licht zelf. Aan het pad leek werkelijk geen einde te komen, het bleef een oneven pad, zoals elk pad dat ik had gezien sinds ik hier was. Het was minder makkelijk om vlot vooruit te komen op het zanderige pad. Maar langzaamaan werden de lichtjes minder, ze lagen meer kriskras door elkaar. De lichtjes in de bomen hingen niet meer op dezelfde hoogte. Het voelde alsof een moeder een speurtocht had georganiseerd voor een kind, maar niet echt haar best had gedaan op de versiering. Hoewel je Apollo eigenlijk niet echt kon vergelijken met een moeder die een verjaardagsfeestje wilde organiseren. Na een aantal meter raakten de lichtjes van het pad af, ze gingen nu recht door het bos. Door deze wending moest ik beter opletten waar ik mijn voeten neerzette, misschien dat ik niet zo hard moeten zeuren over die zandpaden. Zo recht door het bos heen, zonder enig fatsoenlijk pad was misschien wel nog erger. Ik moest telkens weer goed opletten dat ik niet over een tak zou struikelen, of een tak in mijn gezicht zou krijgen. Naarmate ik dieper het bos inliep, leken ook de bomen lager te gaan hanger. En hoewel je zou denken dat het dieper in het bos ook veel donkerder zou zijn, leek het juist lichter te worden. Alsof er ergens weer zo’n grote lichtbron zou zijn als de zonnegod van daarnet, misschien dat hij daar zelf wel zou staan. Met nog zo’n eh.. leuk gedicht. De bomen hingen onderhand zo laag dat zelfs ik, met mijn lengte van 1.50, nog moest bukken. Ik streek een blonde pluk haar uit mijn gezicht, die ontsnapt was uit mijn vlecht. Het bos leek dood te lopen toen twee bomen dichtbij elkaar stonden, met een ruimte ertussen waar je misschien met moeite doorheen zou komen. Ik legde mijn hand op een van de twee bomen en keek door de smalle ruimte naar de omgeving daarachter, een grote openplek. Gesierd door veel van diezelfde kleine lichtjes, als degene die mij de weg hadden gewezen.



C H A P T E R 5
Nymfe’s point of view

Terug naar boven Ga naar beneden
https://moonchild.actieforum.com
Hestia
Admin
Hestia


Aantal berichten : 229
Registratiedatum : 13-10-13
Leeftijd : 25
Woonplaats : Naast de heksen.

Character sheet
Partner: My eyes are open, but only for cuties~
Geslacht: Female
Leeftijd: 22

Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO] Empty
BerichtOnderwerp: Re: Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO]   Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO] Emptyza nov 09, 2013 6:40 am



A WARNING FROM ABOVE


Met enige moeite wurmde ik me door de nauwe doorgang tussen de twee bomen. Toen ik eenmaal op de openplek stond keek ik rustig om me heen, het was een grote omgeving. Ik wierp een blik omhoog, de bomen reikten tot hoog in de lucht aan. Een heldere avondlucht was nog te zien, het zag er werkelijk prachtig uit. De hele omgeving zag er overigens ontzettend mooi uit, met alle kleine lichtjes die de plek sierden. Een groep lichtjes had zich in een cirkel in het midden van de openplek verzameld. Ik knielde er naast neer, binnen de cirkel lagen wat losse bladeren en voornamelijk aarde. Het leek los te liggen. Met een vlug gebaar schoof ik wat van de aarde weg. Mijn hand gleed over een koude, houten ondergrond. Ietwat gehaast schoof ik nu ook de resterende aarde en bladeren weg. Ik bekeek de doorgang die waarschijnlijk tot iets van een ondergronds tombe zou leiden, een glans van bewondering lag in mijn ogen. Een kleine glimlach verscheen op mijn gelaat. De rand van de doorgang was gemaakt van steen, daarin zat een houten luik die je waarschijnlijk met de benodigde kracht wel kon openen. Mijn hand streek een kort moment op de tekst die op het steen zichtbaar was, ‘the one who is immortal,’ duidde de tekst. Een kort moment draaiden mijn hersenen op volle toeren, zou dit slaan op een van de goden? Maar dan zouden het er meerdere zijn, aangezien alle Griekse goden – volgens de mythes – onsterfelijk zijn. Zou dit dan slaan op Pandora? Maar waarom zou Apollo me hier naartoe sturen? Hij was immers een van de ‘makers’ van de onsterfelijke vrouw. Hoewel ik me niet kon herinneren dat er ooit beschreven is wat zijn geschenk aan Pandora was, misschien dat hij boos is omdat hij nooit echt een deel uit heeft gemaakt in het creëren van de vrouw? Wil hij haar daarom tegenwerken? Maar zou dat dan niet ook betekenen dat hij zijn eigen familie zou tegenwerken? Ik besefte me maar al te goed dat ik misschien alleen maar antwoorden zou krijgen op mijn vragen als ik ook werkelijk de doorgang in zou gaan, met alle kracht die ik nog over had na alle gebeurtenissen opende ik met een zwaai het luik. Er waren kleine treden gevestigd aan de muur, de doorgang was smal en donker. Was ik nog eens even blij dat ik geen claustrofobie had. Voorzichtig zocht ik met mijn voeten de eerste trede en maakte zo mijn weg naar beneden, waarbij ik één keer vreesde voor mijn leven toen ik op een redelijke hoogte van de grond een misstap maakte en bijna weggleed met mijn voet. Deze val was waarschijnlijk nog wel hoger geweest dan die ene van twee meter in het begin van mijn tocht, misschien een meter of vier, vijf? Ik slaakte een opgeluchte zucht toen ik weer genoeg houvast vond met mijn voeten en vervolgde mijn weg naar beneden. Toen ik weer veilig met beide benen op de grond stond had ik nog geen flauw idee waar ik was, ik kon werkelijk geen hand voor ogen zien. Voorzichtig zette ik een paar stappen, uit angst om te vallen door de duisternis van gang. Mijn oog viel op een kleine lichtbron aan het einde van de gang, misschien een fakkel? Iets wat ik mee kon nemen voor de rest van mijn reis? Met een iets zelfverzekerder gevoel dat door mijn lichaam stroomde, struinde ik vooruit. Rustig, stapje voor stapje. Nog steeds uit angst om te vallen. Ik slaakte een gil toen ik een stap wilde zetten en geen grond meer voelde met mijn ene voet, ik kon me nog net op tijd bedenken door – op hoop van zege – een sprong naar voren te maken. Mijn hart sloeg van opluchting een slag over toen ik weer grond onder mijn voeten voelde, ik was ook alweer een stuk dichterbij de lichtbron en kon nu de gang beter zien. Hoewel er niets bijzonders te zien was, de vloer was gemaakt van grote, egale stenen met een grijze kleur. De muren waren van dezelfde soort stenen gemaakt, maar dan kleiner in formaat. Ik liep voorzichtig verder, er zaten geen gaten meer in de grond. Voor zo ver ik kon zien in ieder geval. De gang werd nu in elk geval al stukken beter verlicht, de verlichting was inderdaad afkomstig van een fakkel en liet me nog net op tijd stilstaan. In de muur zaten kleine gaten, duidelijk een valstrik. Die had ik onderhand wel vaker gezien in mijn leven, dit was zo een waar pijlen uitkwamen. Of vuur. Ja, die met vuur had ik wel vaker ontmoet. Wat een keer niet zo’n fijne ontmoeting was, oftewel daarna had ik genoeg brandwonden om mijn missie te moeten stoppen. De gaten zaten wellicht hoog genoeg om onderdoor te kruipen, maar dan moest ik wel heel laag zien te blijven. Dus liet ik me maar gewoon op mijn buik zakken en probeerde zo laag mogelijk blijven. Ik had geluk laag genoeg te zitten, door een beweging was de val namelijk al geactiveerd. Ik voelde een onwijs grote hitte vlak boven me, het was dus toch zo’n val met vuur. Een rilling vloeide door mijn lijf toen ik terug dacht aan de akelige herinneringen, ik haatte dat soort vallen. Toen ik weer overeind kwam was de val al verder achter me, ik had nu eindelijk de fakkel bereikt. Hij zat vast in een standaard dat aan de muur hing, voorzichtig haalde ik het verwarmde stuk hout eruit. Oplettend om mezelf niet te branden. Dat zou redelijk ironisch zijn, dan had ik die hele val van daarnet overleefd en dan loop ik alsnog brandwonden op door een simpel iets als een fakkel.

Het licht zorgde ervoor dat ik me een stuk veiliger en ook vooral zekerder voelde, met een snellere pas vervolgde ik mijn weg door een nieuwe gang, met dezelfde stenen muren en vloer. Alleen deze keer zag ik geen enkel spoor van eventuele vallen, ook was er geen lichtbron aan het einde van de gang. Deze keer had ik een lichtbron in mijn hand. Aan het einde van de gang leek een afdaling te zitten, een die alleen maar verder ondergronds ging. Twijfelend bleef ik een enkel moment staan, ik bedacht me dat het eigenlijk best raar was. Dat ik een stel vreemde lichtjes had gevolgd die verschenen door een man waarvan ik dacht dat het Apollo was, straks was het een dubbelganger. Of een van de volgelingen van Kronos. ‘Stel je niet zo aan Nymfe, je zoekt nu alleen een excuus om te vluchten. Loop gewoon naar die afdaling, als het afgelopen is met je dan heeft het lot dat voor je bepaalt,’ klonk een bevelende stem in mijn hoofd. Met een zucht liep ik weer verder, de stem had wel gelijk. Ik had mezelf er de laatste tijd wel vaker betrapt op het willen vluchten, dan draaide mijn hersenen op volle toeren om een excuus te vinden. Sinds wanneer was ik zo laf bezig? Dat sloeg werkelijk nergens op. Natuurlijk was het gezond om angst te kennen, ik had niets anders gevoeld op mijn eerste missie. Nou ja, ik voel nu waarschijnlijk nog steeds angst als ik in mijn eentje tegenover een groep moordlustige gozers stond met bijlen. Hoewel deze bijlen dan niet zo effectief waren als mijn geweren, dat had ik toen wel bewezen. Maar toen had ik er toch ook niet helemaal alleen voorgestaan, de overgebleven leden van mijn team hadden me tijdens die reis geholpen. Apollo had gelijk gehad met zijn gedicht, een strijd kan je nooit in je eentje maken. Je hebt altijd wel iemand nodig om je te helpen. Dat was gewoon nodig. Ik had deze reis al wat aan hulp gehad, ik had hier immers niet gestaan als Edward me niet had geholpen te ontsnappen. Wat ik eigenlijk nog steeds niet helemaal begreep, de echtgenoot van Pandora die haar tegenwerkt door mij te bevrijden? Dat moest dan wel geen gelukkig huwelijk zijn, waarschijnlijk in ieder geval.



C H A P T E R 5
Nymfe’s point of view



Laatst aangepast door Hestia op zo nov 10, 2013 5:15 am; in totaal 2 keer bewerkt
Terug naar boven Ga naar beneden
https://moonchild.actieforum.com
Hestia
Admin
Hestia


Aantal berichten : 229
Registratiedatum : 13-10-13
Leeftijd : 25
Woonplaats : Naast de heksen.

Character sheet
Partner: My eyes are open, but only for cuties~
Geslacht: Female
Leeftijd: 22

Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO] Empty
BerichtOnderwerp: Re: Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO]   Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO] Emptyzo nov 10, 2013 2:05 am



A WARNING FROM ABOVE


Ik kwam alsmaar dichter bij de afdaling, de vlam van de fakkel verlichtte de gang. Maar nog steeds was ik geneigd af en toe achterom te kijken, het voelde alsof ik achtervolgd werd. Maar elke keer als ik omkeek, zag ik alleen de duisternis in de verte van de gang. Met een zucht draaide ik me nog een laatste keer om voor ik uiteindelijk begon aan de afdaling, de weg omlaag was erg steil en zwaar. Ik moest ontzettend veel kracht tegenzetten om niet onderuit te gaan, ik keek een kort moment om me heen. Ik stond nu in een grotere ruimte, het was er donker en je kon er amper iets onderscheiden van de rest. Op de grote gouden deur aan de overkant van de kamer na. Een koude windvlaag liet het flakkerende vlammetje op de fakkel verdwijnen, de duister was nu nog erger dan voorheen. Alleen een klein stuk van de glanzende deur was nog zichtbaar. Ik zette voorzichtig een stap naar voren, de fakkel beschermend voor me uitgestoken. Als er iets in de weg zou staan, zou ik er in elk geval niet tegenop botsen. Het stuk hout zal ook nog kunnen dienen als wapen, hoewel het waarschijnlijk toch wat minder effectief zou zijn dan een echt wapen. Voorzichtig zette ik nog een stap naar voren,  me ervan bewust welke gevaren de duisternis met zich mee zouden kunnen brengen. Maar hoeveel stappen ik ook naar voren zette, er gebeurde niets. Geen stukken vloer die naar beneden vielen, geen gaten in de grond en ook geen vuur afkomstig van de muur. Met een opgelucht gevoel dat door mijn hoofd zweefde, legde ik mijn hand op de deurklink. Toen ik de deur wilde openen, zou ik zweren dat iemand een hand op mijn schouder legde. Maar toen ik me met een wilde zwaai omdraaide, was er niemand. Een angstige huivering liep langs mijn ruggengraat, dit klopte niet. Er had echt iemand zijn hand op mijn schouder gelegd, maar nu was er opeens niemand meer. Of diegene stond gewoon in de duisternis, dat kon natuurlijk ook nog.. Ik haalde rillend mijn schouders op toen ik terug dacht aan alle horrorfilms die ik vroeger had gezien, waarbij ik me ook meteen bedacht welke monsters hier zouden kunnen zitten. Slenderman, het meisje uit the Grudge, die clown uit It, Bloody Mary. Zou één van die wezens hier zitten? Of werd ik gewoon echt paranoïde en maakte ik nu gewoon mezelf bang? Ik hoopte vurig dat het ’t laatste zou zijn, want ik zat niet echt te wachten op een confrontatie met Slenderman. Nee, liever niet.. Ik verzamelde weer wat moed en draaide me weer om, dit maal negeerde ik de koude windvlagen die lang mijn kleding streken en opende gewoon de deur. Weer kreeg ik het gevoel dat iemand zijn hand op mijn schouder legde, alsof iemand me tegen wilde houden. Alsof iemand me probeerde te waarschuwen voor gevaar. Ik probeerde het onbehagelijke gevoel dat iemand me volgde te negeren en stapte de nieuwe ruimte in, hier kon ik weer iets zien. Er hingen een aantal fakkels aan de wanden, de ruimte zelf was niet al te speciaal. Het was van dezelfde materialen gemaakt als de gangen hiervoor, wat wel opviel was dat er in het midden van ruimte een standaard stond. Met daarop een pithos. Een hele bekende pithos. Het was dezelfde oud Griekse vaas als degene die me hier gebracht had, zou hij me nu soms weer terug kunnen brengen? Of zou ik nog verder terug de tijd in gaan? Apollo had immers met zijn gedicht duidelijk gemaakt dat mijn reis lang zal duren, of nou ja. Hij zei eerder dat mijn strijd lang zou worden, als het gedicht over mij ging. Wat ik eigenlijk wel aannam. Ik kon niets anders dan gewoon de pithos op te pakken, als ik dat niet zou doen dan zou ik op een gegeven moment spijt krijgen. Spijt door mijn nieuwsgierigheid, omdat ik wilde weten wat er zou gaan gebeuren. En erger dan dit kon het niet worden toch? Ik kon hooguit in de tijd van de dinosaurussen terecht komen, of misschien kon ik nog ver voor die tijd terecht komen. De dinosaurussen spraken me nou ook niet echt heel erg aan, ik had niet echt behoefte aan het opgegeten worden door zo’n immens ding. Ondanks al mijn twijfels deed ik toch nog een paar stappen naar voren en raakte de pithos aan, maar liet hem van schrik ook meteen weer los. Toen ik de vaas had aangeraakt klonk er een ontiegelijk luid geschreeuw door de ruimte heen. Dan zou ik straks ook nog eens doof zijn. Fijn. Het geschreeuw was afkomstig van een zwakke schim in de hoek van de ruimte, ik had hem hiervoor nog niet gezien. Dus of ik had eroverheen gekeken, of hij was pas verschenen toen ik de pithos aangeraakt had. Het gegil bleef doorgaan, minuten lang. Maar geen enkel moment dat ik eraan om weg te rennen, de deur uit te stormen en gewoon te vluchten. Mijn lichaam leek verlamd, net zoals mijn hersenen. Die geen ene vraag stelden over de schim in de hoek, die nog steeds gilde. Na enkele minuten werd het gegil minder, er hing een doodse stilte in de kamer. De schim kwam langzaam overeind, ik kon er niet veel duidelijkheid uit opbrengen. Ik kon nog net zien dat het een silhouet van een mens had. Ik zag geen gezicht, geen kleding. Alleen maar een vage, witte schaduw. Een kort moment stonden we oog in  – geen – oog met elkaar. Dezelfde stilte hing nog steeds in de ruimte, alleen mijn zachte ademhaling was hoorbaar. De schim maakte geen enkel geluid. Het zette een stap naar voren en stak zijn hand uit, uit instinct pakte ik zijn hand vast. Mijn lichaam werd plotseling ijskoud, ik begon de trillen. Het voelde alsof er een tweede ziel mijn hoofd binnendrong, met nieuwe herinneringen. Nieuwe gedachtes. En vooral nieuwe pijn. Één herinnering was zo sterk, dat ik alle kleine emoties voelde. Stuk voor stuk.

‘Ik rende maar door, het bos leek eindeloos. Ik voelde mijn benen protesteren elke keer dat ik weer over een tak struikelde, mijn hart klopte snel en ik voelde dat ik amper nog energie overhad. Mijn ademhaling was gejaagd en ik kreeg weinig lucht binnen. En toch moest ik doorrennen, ik kon niet anders. Ze zat achter me aan en als ik nu zou stoppen.. Dan was ik er geweest, dat wist ik zeker. De bomen schoten steeds minder snel langs me heen, ik had te lang gerend en ik moest een uitweg vinden. Of ik moest een keuze maken over hoe ik wilde sterven, of ik zou nu doorrennen en uiteindelijk van vermoeidheid neervallen. Of ik zou nu stoppen en mijn lot onder ogen zien. In beide gevallen zou zij me vinden, in beide gevallen zou zij zorgen voor mijn einde. En ik wist dat mijn dood voor haar een kans was die ze niet wilde missen. Ze was sterker dan ik, ik wist niet hoe ik haar kon doden. Ze was onsterfelijk, in haar ware vorm was ze twee meter hoog en kon ze je met gemakt verblinden. Ik was één keer op een haar na de dans ontsprongen, dat zou me nooit nog een keer lukken. Ik zou sterven, zonder dat ik antwoord had op mijn vragen. Ik sprintte diep in gedachten verzonken door, misschien dat ik nog een kans maakte als ik dit verdomde bos uit kwam. Daar kon ik me ergens verstoppen, in stilte. Hier zou elk takje dat kraakte haar naar mij toe leiden, ik kon niet anders dan doorrennen. Het was de enige manier waarop mijn kansen om te overleven groter werden. Als ik het nou maar zou halen tot het einde van het bos, of onderweg iets tegen zou komen waar ik in stilte kon schuilen. Het geluid van naderende voetstappen weerklonk in mijn oren, ze spoorden me aan nog harder te rennen. Met grote, regelmatige passen waande ik me een weg door het bos. En misschien dat ik het had kunnen halen, als ik niet zo uitgeput was dat ik over mijn eigen benen struikelde en op de grond belandde. Ik deed tevergeefs een poging om weer overeind te komen, maar het was al te laat. De naderende voetstappen kwamen steeds dichterbij, tot de persoon vlak naast me stilstond. Aan mijn benen vastgepakt werd ik teruggesleept, er verschenen schaafwonden op mijn gezicht door alle kleine takjes waar ik overheen gesleept werd. Ik deed een verwoedde poging om mezelf te bevrijden uit de greep van de vrouw, maar ik wist dat van alles wat ik probeerde niets zou werken. Na een aantal minuten, toen mijn gezicht onder het bloed zat, stopte de vrouw met me te slepen. Ik werd ruw overeind gedwongen. En dat was het laatste gezicht dat ik zag, het gezicht van de vrouw met de lichtbruine haren. Een hatelijke blik scheen in haar ogen, een sluwe glimlach lag rond haar lippen. Pandora.’

Geschrokken zette ik een paar passen wankelend achteruit, de schim. Het was de schim van een meisje, gedood door Pandora. Het meisje werd net zo gehaat door Pandora als de onsterfelijke vrouw mij haatte, maar wat als dit meisje me niet haar lot liet zien. Maar mijn eigen lot? Overmand door vragen bleef ik stokstijf stil staan.



E N D O F C H A P T E R 5
Nymfe’s point of view

Terug naar boven Ga naar beneden
https://moonchild.actieforum.com
Hestia
Admin
Hestia


Aantal berichten : 229
Registratiedatum : 13-10-13
Leeftijd : 25
Woonplaats : Naast de heksen.

Character sheet
Partner: My eyes are open, but only for cuties~
Geslacht: Female
Leeftijd: 22

Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO] Empty
BerichtOnderwerp: Re: Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO]   Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO] Emptyma nov 11, 2013 5:11 am



HELLO THERE, DARLING..


Dagen waren langzaam verstreken, het incident rondom de ruzie met Edward was alweer een tijdje geleden. Maar daarmee waren de problemen nog niet weg, ik merkte nog steeds elke dag op dat hij geestelijk ergens anders leek te zijn. Hij bleek elke keer weer verzonken in zijn gedachten, hoewel hij nu niet meer zo achterlijk vroeg wegging. Ook kwam hij weer eerder thuis, dus of er waren echt geen problemen geweest op het land en mijn vermoeden zouden daarmee waar geweest zijn, of de problemen waren alweer over. Maar dat zou wel raar zijn, dat de problemen precies na de ruzie verdwenen zijn. Dus die optie zou ook erg onwaarschijnlijk zijn. Dus of hij hield iets voor me verborgen, of hij liet de boeren de problemen op de velden zelf oplossen. En mijn echtgenoot kennende zou de laatste optie ook niet al te waarschijnlijk zijn, hij houdt altijd orde op de velden en wil het liefst toezien dat problemen op de goede manier opgelost worden. Dus dan zou het alsnog tegen me liegen.. Een nieuwe confrontatie kwam later wel, ik mocht hem nu niet weer verliezen. Niet nog een keer. Als ik hem nu weer zo uit ging dagen als een paar dagen hiervoor, dan was ik hem waarschijnlijk voorgoed kwijt. En dan zou waarschijnlijk nog echt blijken ook dat hij iets voelde voor die vervloekte paardendief, dat zou pas echt ironisch zijn. Ik wierp een korte blik op het weiland, waar Snow in haar eentje stond te grazen. Charming was nog steeds niet terug, ik had ook werkelijk geen flauw idee of Edward al naar zijn grote bonte paard had gezocht. Ik wist dat hij ontzettend veel van het dier hield, dus misschien dat hij dat onder werktijd deed. Of hij had geen tijd gehad om hem te zoeken, misschien had hij zelfs zoektocht al opgegeven. Dat zou natuurlijk ook nog kunnen. Ik had veel stof om over na te denken, dus bleef ik deze dag maar thuis. Ik moet op een oplossing zien te komen, als ik die Nymfe niet zou vinden. Dan zou zij een groot probleem vormen, wanneer ze de tombe vond kon het nog wel eens slecht met me aflopen.

Veel tijd om te piekeren had ik niet, ik had geen tijd om een oplossing te zoeken. Ik had geen eens de tijd om thuis te blijven. Ik hoorde de stem van het meisje dat eens mijn grootste aartsvijand was, vergelijkbaar met Nymfe. Alleen had ik al afgerekend met dit meisje, haar ziel zat opgesloten in mijn tombe. Ik had een deal met haar gemaakt, als zij elke keer dat een vreemdeling mijn tombe zou betreden, tot in de kamer waar de oude Griekse vaas stond. Dan zou zij mij een waarschuwing sturen, dat kon ze via een soort telepathie. Tegelijk zou ze de bezoeker bezig houden door te gillen en daarna haar verhaal te vertellen met dezelfde soort telepathie. Als ze dit vijf jaar lang vol zou houden, dan zou ik haar ziel weer terug in haar lichaam laten. Niet dat ik dat kon, maar ik liet het meisje maar mooi denken dat ze gewoon weer terug haar eigen lichaam in mocht. Terwijl ze eigenlijk na die vijf jaar gewoon zou sterven. Ik veerde overeind en stormde het huis uit, de waarschuwing van de ziel had me tot denken gezet. Misschien dat ik eerder van deze oude ziel af kon komen, ik wist hoe ik het moest vernietigen. Maar als een ziel nog genoeg wilskracht had, dan was het niet mogelijk. Over het algemeen konden de meeste zielen gedood worden na die vijf jaar, wanneer hun wilskracht bijna volledig verdwenen was. Als ik eerder van deze ziel af kon komen, dan kon ik Nymfe uit de weg ruimen en haar ziel opsluiten in de tombe. Dan zou niemand haar dode lichaam kunnen vinden en had ik er een nieuwe bediende bij, iedereen zou dan waarschijnlijk denken dat ze op de een of andere manier succesvol naar een ander land gevlucht is. En ik zou mooi met deze moord wegkomen, net zoals de vorige keer gebeurd is. Toen dat meisje, volgens mij was haar naam Aléna, mij zo in de weg liep met haar nieuwsgierigheid. Ik had toen nooit gedacht dat jaren later me weer precies hetzelfde zou overkomen, maar de tijd was nu gekomen om daar een stokje voor te steken.

Met een vlugge, gehaaste pas liep ik de weide in en zadelde Snow op. Het beest bleef geduldig staan toen ze merkte dat ik ontzettende haast had en deze rit belangrijk zou zijn, soms, heel soms was dat paard best slim. Met een lenige zwaai stapte ik op en dreef het paard naar een snelle galop, was ze zelfs zonder het warmlopen accepteerde. Mij boeide het overigens niet zoveel, ik was niet degene die hoefde te rennen en deze missie was ook zeer belangrijk. Ik moest zo snel mogelijk bij de tombe zien te komen, dan kon ik ook zo snel mogelijk met dat meisje afrekenen. Een kleine sluwe glimlach sierde mijn gezicht toen ik het paard tot een nog snellere galop spoorde, ik wist dat ik Nymfe makkelijk aankon. Zeker in mijn ware vorm, als ze dan de fout zou maken in mijn ogen te kijken. Dan zou ze tijdelijk verblind zijn en kon ik met gemak haar lot bepalen, zelfs zonder die fout kon ik haar nog aan. Dat wist ik zeker, ik was misschien in deze vorm niet de sterkste. Nou ja, ik was gewoon slap in dit lichaam. In mijn ware vorm kon ik iedereen aan, bij wijze van kon ik ze zelfs vertrappen. Alleen Aléna was aan mij ontkomen, hoewel haar dat maar één keer gelukt was. Dat was gewoon mazzel. Dat meisje had gewoon geluk.

Met de benodigde snelheid spurtte het witte paard door het bos, ik zocht wat extra houvast aan de manen en spoorde het paard nog een beetje aan. Binnen een korte tijd waren we al in de buurt van de openplek aangekomen, ik stapte van Snow af en liet haar daar achter in het bos. Ik wist dat het paard zou blijven staan, daarvoor was ze immers getraind. Ik wurmde mezelf door de krappe ruimte tussen twee bomen in en stuurde daarna een seintje naar Aléna, zodat ze wist dat ze de indringer naar de openplek moest sturen. Er was in de tombe een snellere weg naar boven gebouwd, maar daar kwam je pas achter aan het einde van het hele avontuur. Behalve als je het gewoon als wist, zoals ik. Met dezelfde sluwe glimlach nog steeds op mijn gezicht geplakt, leunde ik geduldig wachtend tegen een van de bomen aan. Ik zag het luik opengaan en een meisje kwam eruit, uit haar blonde vlecht waren tientallen plukjes gevallen die nu los in haar gezicht bungelde. Mijn hart sloeg een slag over toen ik zag wat ze op de grond had gezet, ze had zelfs nog het lef gehad de pithos mee te nemen. Dat kon dit gevecht nog veel moeilijker maken, als ze wist hoe ze het ding moest gebruiken. Ik voelde mijn kans aanzienlijk verkleinen. Na al die tijd had het meisje me nog steeds niet gezien, ik kuchte een aantal keer geïrriteerd. Tot Nymfe’s ogen op mij waren gericht, een angstige blik lag in haar ogen. ‘Kijk eens wie we daar hebben, ons lieve paardendiefje.’ Mijn stem had een onschuldige ondertoon. ‘Dat heb je te danken aan je vriendje,’ klonk haar stem snauwend. Ik zag aan haar ogen dat ze nu ook kwaad was op zichzelf, omdat ze zich had versproken. Mijn woede wakkerde alleen nog maar meer aan, ik had het kunnen weten. Edward had haar bevrijdt, misschien dat ik hem daar toch nog maar een keer mee moet confronteren.. Zelfverzekerd zette ik een paar stappen dichterbij, het meisje had nu geen kans meer. De pithos stond nog veilig op de grond, dit gevecht zou mijn einde nog niet woorden. ‘Hoe durf jij te beweren dat mijn echtgenoot ontrouw is, feeks.’ Een furieuze toon had de overhand genomen in mijn stem, die begon te trillen van woede. Met een simpel gebaar duwde ik het meisje een paar stappen achteruit. Die hier niet op had gerekend en bijna haar evenwicht verloor. ‘Wat heb ik je ooit misdaan dat je zo’n hekel aan me hebt?’ Ik lachte zacht, hoewel mijn ogen niet meelachten. ‘Het antwoord op je vraag staat daar naast je, ik wist vanaf het begin al dat jij een probleem voor mij zou worden.’ Met een klein gebaar wees ik naar de pithos die nog steeds op de grond stond, de blondine volgde mijn wijzende vinger en fronste. Het was eigenlijk ook wel een beetje onbegrijpelijk, dat een pithos voor iemand zo’n groot gevaar zou kunnen zijn. ‘Ik weet niet wat je hier komt doen, ik weet dat je uit de toekomst komt. Dat soort mensen heb ik al vaker meegemaakt.’ Immers was Aléna ook uit de toekomst gekomen, in de tijd dat ze nog een lichaam had. Bij haar had ik hetzelfde soort gevaar ontdekt als bij deze Nymfe, ik herkende het gewoon. Hoewel ik het nooit echt zeker wist. Maar ach, één persoon minder maakte ook niet zoveel uit. Toch? Ik keek Nymfe een kort moment zwijgend aan, ze was een kop kleiner en dus moest ik een stuk omlaag kijken. ‘Ik weet niet uit welke tijd je komt, ik weet niet hoe en waarom je hier terecht bent gekomen. Maar de goden hebben er altijd wel een reden voor, dus dit boeit mij ook echt niet. Het enige wat ik weet is dat ik jou uit de weg moet ruimen, voor mijn eigen veiligheid en die van ieder ander hier.’ Oké dat laatste was misschien niet helemaal waar, de rest van het volk werd niet bedreigd door de vrouw tegenover me. ‘Oh, dus jij denkt dat je mij zomaar uit de weg kan ruimen? Probeer dan.’ Een uitdagende, vastberaden blik lag in haar ogen. ‘Zoals je wenst, darling.’ Het laatste woord rolde poeslief over mijn lippen, waarna ik me hevig concentreerde op mijn lichaam. Om zo te veranderen in mijn ware vorm.



C H A P T E R 6
Pandora's point of view

Terug naar boven Ga naar beneden
https://moonchild.actieforum.com
Hestia
Admin
Hestia


Aantal berichten : 229
Registratiedatum : 13-10-13
Leeftijd : 25
Woonplaats : Naast de heksen.

Character sheet
Partner: My eyes are open, but only for cuties~
Geslacht: Female
Leeftijd: 22

Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO] Empty
BerichtOnderwerp: Re: Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO]   Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO] Emptydi nov 12, 2013 7:58 am



HELLO THERE, DARLING..


Ik zag het meisje snel achteruit deinzen, ik zag de angst in haar ogen. Naarmate ik alsmaar langer werd, een gouden glans lag over mijn lichaam heen. Toen ik een lengte van ongeveer drie meter had aangenomen stopte mijn lichaam met groeien, de gouden glans werd heviger en je kon mijn lichaam niet meer zien. Het was alsof iemand een gouden deken over me heen had gegooid. Mijn ogen waren felgeel gekleurd, alsof ze deel uit maakten van de zon. En ik wist heel goed dat als Nymfe de fout zou maken mij in mijn ogen aan te kijken, ze voor een tijdje verblind zou zijn en ik haar met gemak kon afmaken. Mijn blik viel op de pithos, een herinnering van vroeger verscheen plotseling in mijn hoofd. De enige keer dat ik een gevecht had verloren was met Aléna, destijds had de pithos er ook gestaan. Ik was helemaal vergeten dat ik in de buurt van de oud Griekse vaas ook een stuk zwakker was, wat zou betekenen dat er helemaal niet zoveel zekerheid was over de verloop van dit gevecht. En zodra Nymfe weg zou komen waren we weer terug bij af, het zou nog erger zijn als ze ook wist hoe ze de pithos moest gebruiken.

Ik had gedacht dat mijn ogen net zo felgeel gekleurd zouden zijn als anders, ik had gedacht dat ze net zo verblindend zouden zijn al anders. Maar blijkbaar had ik het toch fout gehad, want hoelang het meisje ook me ook aan bleef kijken. Er leek geen sprake te zijn van enige verblinding. Dus moest ik dit gevecht op een andere manier oplossen, hoewel het veel meer moeite zou kosten. Ik zou haar gewoon kunnen verpletteren, maar dat ging dan alleen lastiger als ze het op een rennen zette. Ik zette een paar stappen dichterbij en het meisje zette het inderdaad op een rennen, ik kon alleen niet voorkomen dat ze van de openplek afrende. Uch, nu moest ik daadwerkelijk moeite doen. Met de hoeveelheid kracht die ik nu in mijn armen had kon ik de bomen gewoon een beetje opzij duwen zodat ik er makkelijker langs kon, alsof het takken waren. De weg door het bos was werkelijk niet al te fijn, ik bedoel ik had geen moeite met het bijhouden van Nymfe. Maar zij was een stuk kleiner dan ik was en hoefde daarmee geen bomen opzij te duwen, hoewel ik een aantal keer wel bijna in lachen uitbarstte als ze struikelde of bijna tegen een tak opknalde.

Toen ik de afstand tussen ons in had ingehaald, besefte ik me dat dit wel wat meer actie kon krijgen. Dan was de moeite die ik nu moest doen toch niet al te verloren, in plaats van op de vrouw zelf te trappen zette ik mijn voet op haar wapperende mantel. Het was Edward’s mantel, merkte ik diep van binnen grommend op. Het meisje ging onderuit toen de druk op de mantel toenam en daarmee deels haar keel afklemde, ik tilde mijn voet weer op en gaf haar een trap waardoor ze een paar meter verder weer neerkwam. Verwonderd keek ik toe toen Nymfe weer overeind krabbelde, hoe kon ze na die schop nog overeind komen? Veel mensen waren dan onderhand al bewusteloos. Toen ik weer verder wilde lopen, weerklonk er een stem door mijn hoofd. Een stem die ik maar al te goed herkende;

‘Deze strijd zal eerlijk moeten vergaan,
De gehate sterveling heeft zich niet misdaan.
Maar jij daarin tegen,
Ben je egoïsme ontstegen.’


Die verdomde Apollo, ik wist dat hij nog steeds woedend was. Dat is hij al sinds het moment dat de goden mij creëerden, correctie; de goden behalve Apollo. Nou ja, er waren nog wel meer goden die niets te zeggen hadden over de creatie. Maar vooral de zonnegod was hier erg boos over geworden, ik wist dat hij mij nog wel wat meer eigenschappen wilde schenken. Maar Zeus had besloten dat het zo wel goed genoeg geweest was, dat het anders teveel van het goede zou zijn. Ik wist dat hij er alles aan zal doen mij dwars te zitten, ook als dat zou betekenen dat een sterveling dit gevecht van mij zou winnen. Maar zo snel liet ik me niet afleiden, ik kon het altijd nog proberen. Ik bepaalde zelf wel of het tot niets zou leiden, ik kon in ieder geval poging doen. Een poging die naar mijn mening zou slagen. Dus zette ik het weer op een lopen, nu met een gehaaste pas. Nymfe had een kleine voorsprong gekregen, al helemaal nu ze ook nog eens onder bescherming stond van Apollo. Die overigens ook de god van de dokters was, hij kon daarmee mensen genezen. En jammer genoeg zou dit nu ook betekenen dat het nog een stuk lastiger zou zijn die meid te vermoorden. Ik begon haar alweer in zicht te krijgen, haar tempo was verlaagd door de klap die ze had gekregen. Maar ik vond het toch ergens ook wel weer leuk dat ze zo vastberaden was, dat maakte dit hele gebeuren wel meer tot een uitdaging.

Met een verbaasde blik in mijn ogen keek ik omlaag en merkte dat de gouden glans over mijn lichaam begon te verdwijnen, mijn lichaam begon weer te krimpen en nam zijn normale hoogte aan. Ik was blijkbaar te lang in deze vorm gebleven, mijn lichaam kon dit niet meer aan. Waarschijnlijk omdat ik al zo’n tijd niet meer deze vorm had aangenomen. Of het was Apollo die me voor de zoveelste keer weer eens tegenwerkte vandaag. Maar veel tijd om na te denken had ik niet, Nymfe had een onwijze voorsprong gemaakt op me. Dus begon ik ook maar te rennen, wat me nog verbazingwekkend makkelijk afging. De meeste mensen hadden nooit gedacht dat ik een goede conditie zou hebben, laat staan dat ze dachten dat ik kon vechten. Maar toch was het voor mij allemaal mogelijk, ik hoorde rennende voetstappen een eindje van me vandaan. Waarschijnlijk was haar gezondheid toch niet zo goed na die ene klap, Apollo kon veel. Maar zonder er direct bij te zijn, kon hij niet zomaar mensen volledig genezen. Daar was wel wat meer kracht voor nodig. Kracht die zelf hij niet bezat. Tegen de tijd dat ik haar had ingehaald, was mijn hart ontiegelijk snel aan het kloppen. Mijn ademhaling was gejaagd, tegen zo’n lang stuk sprinten was zelfs mijn conditie niet bestand. Ik rende naast haar, met mijn schouder beukte ik haar omver. Waar ze niet opgerekend had en daardoor haar evenwicht verloor, ze viel op haar zij. Wat mij de tijd gaf om het kleine werpmes uit een geheim vakje in mijn laars te halen. Het ijzeren lemmet glinsterde in het zwakke maanlicht, ik greep het gevest iets steviger vast en staarde het meisje met hatelijke ogen aan. Ik gaf een trap tegen haar been aan. ‘Sta op kreng, laat me in ieder geval iets aan plezier hebben in dit gevecht.’ Mijn stem klonk snauwend en was zo zacht dat het niet meer leek dan een simpele fluistering, het meisje krabbelde met enige angst in haar ogen overeind. ‘Als je zoveel plezier wilt hebben aan dit gevecht, laat het dan ook eerlijk verlopen. Aangezien ik geen wapens hebt en jij wel.’ Kaatste Nymfe terug. Ik grinnikte, met een gemene ondertoon. ‘Geloof me darling, met degene die nu over jou waakt verloopt dit gevecht reuze eerlijk.’ Hoewel ik natuurlijk zou gaan winnen. ‘Pak desnoods een tak, als je dat echt zo graag wilt.’ Er was een frons verschenen op het gezicht van de vrouw tegenover me, maar toch luisterde ze wel naar me een griste een tak van de grond af. Voor ze ook nog maar aankeek, viel ik al aan. Het mes in de aanslag.

Het scherpe lemmet maakte een snee in haar wang, ik sprong behendig achteruit toen ze uit wilde halen met die verdomde tak. Toen ik daarna naar haar gezicht keek, was de snee alweer verdwenen. Dit zou toch nog een stuk lastiger worden dan ik dacht, ik was compleet vergeten dat Apollo vanaf een afstand wel zulke kleine wonden kon helen. Dan moest ik het dus nog een beetje erger maken, waar ik overigens geen enkel probleem mee had. Totaal niet zelfs. Ik haalde nog een keer uit, maar de vrouw was er dit keer op bereid en ze deed een stap achteruit. Waardoor het mes haar op één haar na miste. Verzonken in mijn woede had ik te laat door dat zij nu naar mij uithaalde, de stok klapte nog net meer op mijn arm toen ik hem probeerde te ontwijken. Ik haalde uit naar haar been en de wond die het mes veroorzaakte was ditmaal wel te diep om helemaal geheeld te worden, ik zag haar ineenkrimpen van pijn. Een grijns sierde mijn gezicht. Ik schudde met mijn wapen, waardoor een groot deel van het bloed ervan afkwam. Ik ontweek haar aanval en kon hiermee meteen zelf ook weer uithalen, waardoor zij hier niet tegen bewaakt was. Ik stak het mes in haar buik, het veroorzaakte geen al te diepe wond. Helaas. Waardoor ze er niet dood aan zou gaan. In plaats van opzij te springen bij haar volgende aanval sloeg ik het mes tegen de tak aan, waardoor deze in midden gehakt werd. Een van de delen vloog uit haar handen, waardoor ze zichzelf nog maar amper kon verdedigen. Laat staan aanvallen. Maar ik had er niet opgerekend dat ze ook haar lichaam in de strijd zou gooien, waardoor ik in één onbewaakt moment een trap in mijn buik kreeg en bijna mijn evenwicht verloor. Maar mijn verdediging snel weer herstellend maakte ik een wond in haar been, toen ze me nog een keer wilde schoppen. Ook deze wond was diep genoeg om niet hersteld te kunnen worden door Apollo, ze kon nu zonder enig mogelijkheid nog van me winnen. Althans dat dacht ik. Ik verloor mijn verdediging, overmannen door de triomf die er eigenlijk niet was. Het laatste wat ik nog voelde was een klap tegen me hoofd, ik had haar nooit die tip over die stok moeten geven..

Het was zwart voor mijn ogen, ik kon me vrijwel alleen maar focussen op mijn bonkende hoofd. De pijn was ontiegelijk, maar ik moest me erover heen zetten. Ik moest overeind zien te komen en achter Nymfe aangaan, voor ze te ver weg was en zou ontkomen aan mijn wraak. Plots bedacht ik me iets wat nog veel erger zou zijn, ik moest achter haar aan. Anders zou ze straks de pithos bereiken, die nog steeds op de openplek stond. Dan zou ik verloren zijn, dan zou ons volgende gevecht nog veel zwaarder zijn. Dan zou ons volgende gevecht kunnen leiden tot mijn dood. En dat was iets wat ik absoluut wilde voorkomen. Een nieuwe motivatie nam de controle over mijn lichaam, mijn oogleden werden minder zwaar en ik kon mijn ogen weer openen. Ik keek recht omhoog, langs de boomtoppen kon ik de donkere lucht van de nacht zien. Een paar glinsterende sterren stonden aan de hemel. De bonkende hoofdpijn was er nog steeds, maar ik was me er minder bewust van. Voorzichtig krabbelde ik weer overeind en voelde ik de energie van een levend wezen in de buurt. Ik draaide mijn hoofd een kwartslag en herkende een meter of tien verderop de witte vacht van Snowwhite, ze moest vast aangevoeld hebben dat er iets mis was. Haar vacht zat onder de vlekken, zou ik die er überhaupt ooit nog uitkrijgen? Een zachte zucht rolde over mijn lippen toen ik op haar afliep, ik aaide haar even ter beloning over haar hals. Ik vond het nog best knap van haar dat ze me op kon zoeken terwijl ik in gevaar verkeerde, of het moest betekenen dat Nymfe de pithos al had bereikt en dat ze daardoor wist dat er iets mis was. Dat moest ik zo snel als ik kon uit zien te zoeken, dus steeg ik met moeite op. Mijn lichaam deed pijn van de smak die ik gemaakt had, maar ik moest me erover heen zetten. Dat moest gewoon.



C H A P T E R 6
Pandora's point of view

Terug naar boven Ga naar beneden
https://moonchild.actieforum.com
Hestia
Admin
Hestia


Aantal berichten : 229
Registratiedatum : 13-10-13
Leeftijd : 25
Woonplaats : Naast de heksen.

Character sheet
Partner: My eyes are open, but only for cuties~
Geslacht: Female
Leeftijd: 22

Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO] Empty
BerichtOnderwerp: Re: Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO]   Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO] Emptywo nov 13, 2013 7:35 am



HELLO THERE, DARLING..


Ik betwijfelde of ik überhaupt in staat was de rit terug naar de openplek te maken, maar ik kon niet anders. Als ik er niet op tijd zou komen, dan konden de komende paar dagen mijn laatste zijn. Dus spoorde ik Snow aan, tot we met nodige voorzichtigheid door het bos galoppeerde. Het paard onweek behendig de bomen die in de weg stonden.

Maar na een kort stuk galopperen voelde ik mijn hoofd weer vervaarlijk  bonken, dus was ik genoodzaakt mijn paard in te houden, tot we met een snelle pas langs de bomen stapten.  Ik keek peinzend om me heen, ik zou het niet vol houden om nu nog te gaan galopperen. Maar wat als ik te laat aan zou komen? Wat hoogstwaarschijnlijk nu toch zou gebeuren.. Dat zou een grote strijd voor mij betekenen, als Nymfe ervandoor was gegaan met de pithos dan kon ik niet anders dan haar achterna gaan. Dan moest ik opnieuw de strijd met haar aangaan, desondanks dat die poging tot moord ook mijn eigen dood kon betekenen. Ik wreef langs mijn kloppende slaap, als die verdomde pijn gewoon wegging kon ik weer verder rijden. Maar blijkbaar was Apollo me helemaal niet goedgezind vandaag, dus zat het er ook niet in dat de pijn zou vertrekken.. Een klagende zucht ontsnapte aan mijn lippen, dit schoot niet op. Ik zou er nog ruim een half uur over doen als ik helemaal terug moest naar de openplek, in ieder geval als ik goed inschatte waar ik op dit moment was. Mezelf over de pijn heen zettend liet ik de witte Lusitano merrie weer aangalopperen, het was misschien niet het meest verstandige ding om momenteel te doen. Maar het was ook niet zo verstandig om straks te sterven. Nee dat zou absoluut niet verstandig zijn..

Tegen de tijd dat ik aangekomen was bij de twee bomen die de ingang vormden van de openplek, was mijn hoofdpijn aanzienlijk toegenomen en de pijn in mijn spieren leek ook verdubbeld. Mijn lichaam protesteerde toen ik mezelf uit het zadel liet glijden, ik merkte pas toen ik weer op de grond stond dat de pijn is ook in mijn spieren had gevormd. Maar ik het deerde me niet, het was nu meer van belang dat ik die vaas weer in mijn bezit kreeg. Ik kroop weer tussen de stammen door, het zwakke maanlicht verlichtte de openplek net niet genoeg om veel van de omgeving mee te krijgen. Maar mijn ogen staarden alleen maar naar de ingang van mijn tombe, naar het gras eromheen. Maar er was niets raars aan op te merken, in ieder geval. Er zou niets raars aan op te merken zijn geweest, als ik niet had geweten dat er eigenlijk een pithos had moeten staan. Maar die was nu ook opeens verdwenen. In een wanhopige vlaag aan gevoelens snelde ik met een zoekende blik in mijn ogen door de openplek, hij moest ergens zijn. Hij kon niet weg zijn! Dat mocht gewoon niet zo zijn! Ik vloekte luid toen ik me besefte dat hij er echt niet was. Wanhopig verborg ik mijn gezicht in mijn handen terwijl ik daar bleef staan, in het midden van de omgeving. Ik probeerde mijn gedachten tot orde te roepen, maar niets leek te helpen. Ik voelde een koude rilling langs mijn lichaam strijken, een rilling die er niet hoorde te zijn. Die niet afkomstig was van de koude wind, dit had een heel ander gevoel. Dus liet ik mijn armen maar zakken en stond recht tegenover de ziel van Aléna, het was slecht een schim. Je kon er nog net het figuur van een persoon in zien, maar dat was het ook wel. Ik knipte met mijn vingers en de schim vervormde ietwat, totdat er het gedaante van een jonge vrouw verscheen. Ze was ongeveer 18, 19 jaar. Haar lange haren lagen in krullen over haar schouders heen, hoewel je er nu geen kleur in kon zien herinnerde ik me dat ze vroeger zwart waren geweest. Ze was redelijk lang en had een slank postuur. Haar kleding was ook nog altijd hetzelfde, nog steeds die gescheurde, bebloede broek en het simpele hemdje. ‘Het lijkt erop dat je plannetjes niet met al teveel succes verlopen, hè Pandora.’ Een poeslieve glimlach sierde haar lippen terwijl ze me met haat in haar ogen aanstaarde. ‘En al helemaal niet nu dat meisje ook nog een jouw pithos in handen heeft, hoewel het mij wel geweldig vermaak levert.’ Het meisje grinnikte zacht, voor zover ze dat nog kon als ziel zijnde. ‘Wees jij maar blij dat je voor de komende minuten de kans hebt om te spreken, voor ik je weer terug verander in de werkelijke vorm van je schim,’ een ijskoude, dreigende toon nam de overhand in mijn stem. ‘Mij maak je niet meer bang Pandora, je hebt me al eens vermoord en dat lukt je niet nog een keer,’ kaatste ze, vol zelfvertrouwen, terug. Ik rolde geërgerd met mijn ogen. ‘Je hoeft nog maar een paar jaar, dat weet je. Maar ik betwijfel of ik je straks nog wel je lichaam terug geef, als je zo onrespectvol blijft doen.’ Oké, het was dat ze niet inzag dat ze haar lichaam nooit maar dan ook nooit terug zou kijken. Maar wat kon mij dat schelen? ‘En als je mijn lichaam wel teruggeeft, dan vermoord je me daarna toch weer. Of niet soms? Je bent gewoon zo egoïstisch en..-’ Voor ze verder kon spreken met al haar beschuldigingen, snoerde ik haar de mond door weer mijn vingers te knippen. Het meisje veranderde weer terug in haar normale ziel en werd teruggestuurd naar haar verblijfplaats. Ik legde een hand op mijn voorhoofd en staarde vooruit, wanhoop lag in mijn ogen.

Ik was verdoemd..



E N D O F C H A P T E R 6
Pandora's point of view

Terug naar boven Ga naar beneden
https://moonchild.actieforum.com
Hestia
Admin
Hestia


Aantal berichten : 229
Registratiedatum : 13-10-13
Leeftijd : 25
Woonplaats : Naast de heksen.

Character sheet
Partner: My eyes are open, but only for cuties~
Geslacht: Female
Leeftijd: 22

Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO] Empty
BerichtOnderwerp: Re: Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO]   Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO] Emptyvr nov 15, 2013 5:21 am



WOUNDED AND HIDING


Met de oud Griekse vaas onder mijn arm geklemd struinde ik met moeite door het bos, ik had een voorsprong gekregen op Pandora. Hopelijk was deze groot genoeg om weg te kunnen komen. Misschien dat ze onderhand al had gemerkt dat ik ervandoor was gegaan met de pithos, of misschien dat ze daar nog buitenwesten lag. Het was immers ook een flinke klap die ze tegen haar hoofd had gekregen, onderschat nooit een tak.. Ik moest mijn gedachten opzij schuiven, ik moest me hevig concentreren op het lopen. Wat nog maar met moeite ging, het bloed stroomde uit de diepe wonden in mijn benen en ik hield mijn arm beschermend rond mijn buik. Hoewel die wond een stuk minder diep was. Mijn keel was droog en schor, mijn hoofd deed pijn. Net zoals vrijwel de rest van mijn lichaam. Ik wist niet hoelang ik mijn tocht nog vol zou kunnen houden, hoe diep het bos was, was ook een onbekend iets. Dus ik kon ook niet inschatten hoelang het zou duren om weer terug te komen bij de grot waar ik eerder verbleef. Het zou fijn geweest zijn als ik terug kon rijden op Charming, maar die was spoorloos verdwenen.

Als men van de duivel spreekt, trapt men hem op zijn staart. Vlak na ik mijn eerdere gedachte over Charming had uitgesproken in mijn hoofd, hoorde ik een galopperend paard in de verte. Het had het paard van Pandora kunnen zijn, maar mijn gevoel vertelde me anders. Alsof het geluid van de hoeven de neerkwamen op de harde bosgrond mij ontzettend bekend voorkwamen, misschien dat dit ook wel het geval was. Maar ik had nog nooit meegemaakt dat ik zulke kleine geluidjes bij een bepaald persoon – en in dit geval dier – kon plaatsen. Tot op de dag van vandaag. Ik bleef staan, vluchten kon ik nog altijd wel en mijn gevoel vertelde me dat er geen gevaar dreigde. De hoefstappen kwamen dichterbij, het geluid werd steeds duidelijker. Na een enkel moment, waarin ik de zenuwen duidelijk voelde in mijn buik en keel. Een stevig gebouwde Tinker kwam tevoorschijn, ik herkende zijn ruiter als de man die mij destijds ook nog een had bevrijdt. Edward. Een bezorgde blik stond op zijn gezicht. ‘Nymfe, wat is er gebeurd?’ Sprak hij, met zijn gebruikelijke zware stem. Hij vervolgde alweer me spreken, voor ik ook maar mijn mond kon openen. ‘Vertel het anders later maar, we moeten je hier eerst weg krijgen.’ Zijn blik was op mijn gewonde been gevallen, met een simpele zwaai steeg hij af. ‘Ik heb het gevoel dat Pandora hier achter zit, of niet soms?’ Hij keek me fronsend aan, ik knikte langzaam. De man tilde me op en zette me op Charming’s rug, een kleine glimlach sierde zijn gezicht. Hij pakte de leidsels vast en draaide het grote paard om, stapvoets liepen we terug door het bos. ‘Dank je.. Dit is al de tweede keer dat je me redt,’ mijn stem klonk schor, maar voornamelijk dankbaar. ‘Ik doe het graag,’ klonk zijn antwoord. ‘Ik ben het niet altijd eens met mijn eh.. ‘vrouw’,’ het laatste woord had een sarcastische toon gekregen. We zwegen beide, mijn hoofd gevuld met vragen die zich een weg vochten door de bonkende hoofdpijn heen. De weg terug door het bos naar de vlakte bleek niet zo lang als ik had gedacht, wel merkte ik nu pas de vermoeidheid die ik voelde. De vermoeidheid werd erger naarmate ik minder voelde van mijn verwondingen, eerder had ik daar nog vrijwel geen aandacht aan besteed. Ach, ik hoefde nu in elk geval niet meer te lopen. Dat was al een voordeel. Het was nog steeds donker, ik had werkelijk geen flauw idee hoeveel uren er verstreken waren. Zou het nu middernacht zijn? Rond een uur of twee, misschien drie? We naderden het eind van het bos en ik herkende de grasvlakte waar ik eerder ook was verbleven, tot mijn verassing leek Edward er ook koers naar te zetten. ‘Niet veel mensen kennen deze grot, hij ligt goed verborgen tussen de rest van de rotsen. Volgens mij kent Pandora hem ook niet, dus is het voor nu een goede schuilplaats voor je.’ Een spijtige glimlach vormden zijn lippen toen hij zijn volgende woorden sprak. ‘Het spijt me dat ik geen betere plaats voor je kan regelen, dat is te gevaarlijk..’ Ik knikte begrijpend. ‘Ik mag allang blij zijn dat je me helpt, dat is meer dan ik op dit moment kan wensen,’ mijn stem klonk minder schor dan eerst en de pijn in mijn keel was ook wat afgenomen. We hielden halt bij de ingang van de grot. ‘Ik denk dat het beter is als je hier afstapt, Charming zelf past er al amper in qua hoogte.’ Voordat hij ook maar uitgesproken was, was ik ietwat onhandig al afgestapt. Toen ik aanstalten maakte om de grot te betreden, voelde ik zijn hand rond mijn arm. ‘Kan je er überhaupt zelf in komen? Met je been..’ De wonden die Pandora in mijn been had gemaakt, bloedde nog steeds een beetje. Ze waren al wat minder geworden, maar zagen er nog steeds vreselijk uit. ‘Ik denk dat het me wel lukt,’ ik schudde zijn hand van mijn arm af en liep voorzichtig en langzaam de grot in, in mijn hoofd vloekend bij de pijn die elke stap die ik zette veroorzaakte. Ik ademde diep in en uit en uiteindelijk was ik de ingang voorbij en stond in de grote, koude ruimte. Voorzichtig liet ik mezelf tegen de rotswand zakken, ik staarde voor me uit. ‘Hoe heb je me eigenlijk gevonden?’ Vroeg ik, toen ik mijn blik weer op Edward had gericht. De man haalde zijn schouders op. ‘Ik vond Charming en voelde eigenlijk dat er iets aan de hand was, vooral toen Pandora er niet was.’ Een zucht rolde over zijn lippen. ‘Ze doet de laatste tijd nogal apart, we hebben vaker ruzie. Maar de laatste keer reageerde ze wel heel overdreven, ik weet niet wat je gedaan hebt. Maar het blijkt dat ze een ontzettende hekel aan je heeft..’ Hij glimlachte geruststellend en wees naar de pithos die ik nog onder mijn arm geklemd had. ‘Dat ding kan nog wel eens van pas komen, ik weet niet veel over het verleden van Pandora. Maar volgens mij hecht ze daar nogal wat waarde aan..’ Ik knikte, het bleef eigenlijk wel raar dat ik meer wist over zijn echtgenoot dan hijzelf. Maar dat lieten we even achterwege, het was fijn dat ik iemand had die me kon helpen. ‘Rust maar even uit, ik kom later nog wel terug. Als ik nu niet terug naar huis ga, dan wordt ze alleen maar achterdochtiger. Ik neem Charming weer mee.’ De man draaide zich om en liep de grot weer uit. ‘Bedankt,’ riep ik hem nog achterna, voor ik weer helemaal alleen was.

Nu ik weer wat rust had, kon ik ook weer mijn gedachten op een rijtje zetten. Momenteel liepen ze nogal door elkaar heen, ik had geen flauw idee wat er allemaal gebeurt was de afgelopen dagen. Het was allemaal nogal vaag. Het was me nu in elk geval al bekend dat ik de aartsvijand van Pandora was geworden, in zo’n korte tijd. Dat was ook iets wat ik nog niet helemaal begrijp, maar schijnbaar was ik gevaarlijk. Ik haalde het gedicht van Apollo weer tevoorschijn uit mijn herinneringen, misschien dat hij een soort boodschap door probeerde te geven?

‘Groot gevaar zal dreigen,
Maar je dient hier niet over te zwijgen.
In dit gevecht zal eenzaamheid,
Leiden tot een grote onzekerheid.’


Als ik ervan uitging dat het gedicht over mij ging, dan zou het dus betekenen dat ik in groot gevaar verkeerde. Maar dat ik dit ook met iemand anders moet delen, want eenzaamheid zal leiden tot onzekerheid.. Maar onzekerheid in de richting van je persoonlijkheid, of zou het betekenen dat mijn toekomst onzeker was..? En met wie moest ik dit delen, met Edward wellicht? Aangezien hij me nu al twee keer heeft gered..

‘In dit gevecht zal een simpele sterveling,
Die normaal bij de goden zorgt voor verveling.
Een strijd aangaan van leven op dood,
En bloed zal vloeien, zuiver rood.’


En dit.. Als ik die sterveling zal zijn, dan werd ik nu dus niet alleen beledigt door de goden, maar dan was het nu even belangrijker dat het dus zou betekenen dat ik een grote strijd zou aangaan. Maar dat zou dan niet slaan op mijn vorige gevecht, daar had wel bloed gevloeid. Niet weinig ook, maar er was niemand gestorven. Dus zou ik dan nog een keer in een gevecht terecht komen? In een die echt mijn einde zou kunnen betekenen..

‘Je strijd zal lang zijn, simpele ziel,
En toen je deze tijd in viel,
Leek misschien alles verloren,
Maar jouw moed is aangeboren.’


Dus als de strijd nog zou moeten komen, dan zou deze lang duren. Zou ik er dan nog lang op moeten wachten, of zou het gevecht zelf – ervan uitgaand dat deze zou komen – lang duren? Maar als alles verloren leek, dan zou het ook weer goed moeten komen? Of het zou in ieder geval beter moeten worden..

‘Je reis zal je niet alleen moeten maken,
En hoewel wij daarboven over jou zullen waken.
Zal meer hulp je tegemoet komen,
Op het moment wanneer jouw het ergste is overkomen.’


Dus nogmaals werd me verteld dat ik deze reis niet alleen moet maken, dit stuk uit zijn gedicht was in ieder geval wel duidelijk. Het zal Edward haast wel moeten zijn, die mij tegemoet komt met hulp. Immers had hij me nu al twee keer geholpen en was het gevecht van daarnet het ergste wat me is overkomen? Of hadden ze het over mijn reis hierheen en de opsluiting? Toch was het wel fijn te weten dat de goden daarboven over me zouden waken.. Eigenlijk best ironisch, ik had hiervoor nooit gelooft in God. Laat staan in de goden van Olympus, maar nu waakten ze opeens over me..

‘Een onmogelijke liefde zal ook een rol spelen,
Alleen zal je hem moeten delen.
Zodra de strijd voorbij is,
Ontstaat er tussen de geliefden een duidelijke verbintenis.
De liefdesgodin Aphrodite heeft deze liefde aangewezen,
Ze heeft de liefde geprezen.
En hier is geen ontkomen aan,
Maar na de strijd, wanneer de liefde op zijn sterkst is, zal een van hen moeten gaan.’


Dit was grotendeels wat me dwars zat, waar ging die hele liefde over? Ik had genoeg kennis over de mythologie dat Aphrodite de godin van de liefde was, dat wist ik al. Ik wist ook dat het wel vaker voorkwam dat zij twee mensen koppelde, voornamelijk in de mythes zelf. Theseus en Ariadne, Dido en Aeneas.. Hoewel het voor elk van de liefdeskoppels slecht was afgelopen, Ariadne was achtergelaten op een eiland en Dido stak zichzelf in brand omdat haar grote geliefde moest vertrekken. Maar blijkbaar was ik beland in mijn eigen soort mythe, inclusief het gevaar en dan dus ook de liefde.. Maar wie moest mijn geliefde dan worden? Zonder dat ik er zelf erg in had gingen mijn gedachten uit naar Edward, was hij..? Nee.. Dat kon niet, hij was immers de echtgenoot van Pandora.. Maar waar ik me nog het meeste zorgen over maakte, was de laatste zin van dit stukje. Maar na de strijd, wanneer de liefde op zijn sterkst is, zal een van hen moeten gaan. Een van hen zal moeten gaan.. Gaan als in heengaan, als in de dood. Of gaan als in vertrekken naar een andere plaats, of.. een andere tijd? Zou dat betekenen dat ik weer terug zou kunnen gaan naar mijn eigen tijd? Naar mijn eigen familie, mijn eigen huis..? Dan zal ik mezelf wel eerst door deze hele strijd heen moeten slaan.

‘De ander zal achterblijven, met een gebroken hart,
Maar na een slechte start,
Zal het einde beter zijn,
En hoewel dit einde lijkt te zorgen voor veel pijn.
Komt er met een beetje vastberadenheid,
Altijd weer een nieuwe mogelijkheid.
Om het leven te beteren,
En daarbij de liefde te eren.’


Uit dit stukje leek het erop dat de dood geen rol zal spelen in de liefde, want met een beetje vastberadenheid komt er weer een nieuwe mogelijkheid. Of dat moest betekenen dat degene die alleen achterbleef een nieuwe liefde zou vinden, dan kon de ander wel gestorven zijn. Maar in deze strijd bleek de liefde dus een zeer grote rol te spelen, eigenlijk best wel verassend..

'Volg het pad der licht,
Het is je niet verplicht.
Maar dan zijn je problemen nog niet voorbij,
En de antwoorden op je vragen zijn zo dichtbij.’


En dit ging dan dus over het stuk wat ik net afgelegd had, een aantal van mijn vragen waren al beantwoord. Ik wist nu zeker dat Pandora een hekel aan me had, ik was hier voor een reden. In ieder geval, dat dacht ik. Zou die reden de dood van Pandora zijn? En de pithos moest hier iets mee te maken hebben, het moest voorbestemd zijn dat ik hem zou vinden..




C H A P T E R 7
Nymfe’s point of view

Terug naar boven Ga naar beneden
https://moonchild.actieforum.com
Hestia
Admin
Hestia


Aantal berichten : 229
Registratiedatum : 13-10-13
Leeftijd : 25
Woonplaats : Naast de heksen.

Character sheet
Partner: My eyes are open, but only for cuties~
Geslacht: Female
Leeftijd: 22

Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO] Empty
BerichtOnderwerp: Re: Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO]   Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO] Emptyza nov 16, 2013 5:10 am



WOUNDED AND HIDING


Vermoeid leunde ik met mijn hoofd op mijn knieën, de koude tocht gleed door mijn mantel heen. Hoe straks ik hem ook om mijn schouders heen sloeg, het bleef ijzingwekkend koud in de donkere grot. Maar mijn vermoeidheid was groter dan alle kleine dingetjes waar ik over kon klagen, dus na enkele minuten vielen mijn zware oogleden dicht. Maar ook in mijn slaap was er geen rust..

Ik stond op een grasveld, de zon scheen ontzettend fel. Mijn ogen deden pijn, maar toch keek ik even om me heen. Waar was ik? Ik herkende de omgeving niet, het gras was groener dan ik ooit had gezien. De lucht was blauwer, de zon scheen feller. Mijn blik gleed vol verwondering over de prachtige omgeving, maar bleef hangen bij het gedaante dat tegenover me stond. Ik herkende de man, met de goudblonde haren en het gespierde, gebruinde lichaam. Het was dezelfde man als mij eerder de weg had gewezen, het was Apollo. Alweer. Een frons verscheen op mijn voorhoofd, waarom zou iemand zo machtig als hij mij nog een keer willen spreken? Of zien? ‘Nymfe, het spijt me dat ik eerder alleen in dichtvorm kon spreken. Zeus heeft besloten het je niet te gemakkelijk te maken, vandaar dat ik alleen dat ene gedicht voor mocht dragen. Zeus’ wil is nou eenmaal wet..’ Een zucht rolde over de lippen van de man en ik bleef verrast staan, ik had nooit gedacht dat een god zich tegenover mij zou verontschuldigen. Om zoiets kleins, voor ik ook maar iets van een vraag kon stellen. Begon de man alweer te spreken. ‘Zeus kan me niet volgens als ik in iemands dromen spreek, hoewel we maar een korte tijd hebben. Ik wil je toch een beetje helpen en je wat wijzer maken met je vragen.’ Heel even dacht ik na, als we maar een korte tijd hadden. Welke vraag moest ik dan stellen? ‘Waarom helpt u me?’ Een glimlach verscheen op het gezicht van de man. ‘Kom kom meisje, je hoeft geen u te zeggen. Zo oud ben ik nog niet.’ Hij leek even na te denken, zijn felblauwe ogen starend in het niets. ‘Ik heb nooit de hand gehad in het creëren van Pandora, ik ben me maar al te goed bewust van haar bedrieglijke aard. En ben het er eigenlijk nooit mee eens geweest dat ze nog een tweede kans kreeg, ze had beter meteen uit de weg geruimd kunnen worden.’ Ik knikte begrijpelijk, die bedrieglijke kant van Pandora was moeilijk te ontkennen. Laat staan dat je hem over het hoofd kon zien. ‘Waarom is die pithos zo van belang? Waarom hecht Pandora er zo’n waarde aan?’ De gespierde man leek na te moeten denken over zijn woorden. ‘De pithos kan haar einde betekenen, ik mag je niet vertellen hoe. Hoe graag ik het ook zou willen, als Zeus daar ooit achter komt. Dan hang ik..’ Een zachte zucht ontsnapte aan zijn lippen. ‘Kijk naar de vaas, kijk naar de afbeeldingen. Ontcijfer de tekens, dan zal je erachter komen. Geloof me maar.’ Nog een vraag schoot me op het laatste moment te binnen. ‘Wie is die verboden liefde waar over wordt gesproken?’ Een plagende grijns sierde zijn gelaat. ‘Daar zal je nog wel achter komen, dear. Onthoud alleen, dat je niet tegen Aphrodite’s wil in kan gaan.’

Ik ontwaakte weer uit mijn droomwereld, met verrassend weinig moeite kon ik mijn oogleden openen. Een kleine straal zonlicht scheen de grot in. Had ik daarnet gedroomd? Of had ik werkelijk een bezoekje gehad van de god van de zon, hoewel het wel in mijn dromen was geweest. Ik keek verduft de grot rond, ik was nog steeds alleen. Zou Edward ooit nog terugkomen? Of is hij alleen die twee keer te hulp geschoten, moest ik nu dan alles alsnog alleen oplossen? Dat zou niet kloppen met Apollo’s gedicht, of ik zou iemand anders moeten vinden die me alsnog kon helpen. Ik probeerde overeind te krabbelen, maar gaf dit al gauw weer op toen ik een stekende pijn in mijn been voelde. Dat ging dus ook niet al te goed, hoewel het toch redelijk snel alweer wat beter geworden was. Sneller dan ik normaal meemaakte.. Ik zuchtte zacht en trok mijn knieën weer op, ik kon nu helemaal niets. Als ik al niet overeind kon komen, hoe kon ik Pandora dan überhaupt ooit verslaan?

Ik keek op toen ik buiten de bekende geluiden van Charming’s hoeven hoorde, ik had gister geleerd om gewoon op mijn gevoel te vertrouwen. Waardoor ik nu ook met gemak het geluid dat de lopende, stevig gebouwde Tinker maakte kon herkennen. Mijn hart sloeg bijna een slag over, ik stond er toch niet helemaal alleen voor. Nog steeds spookte de gedachte van de verboden liefde door mijn hoofd, het kon wel Edward zijn. Immers zou het dan in ieder geval een verboden liefde zijn, aangezien hij nog steeds in een relatie zat met mijn aardvijand. Maar ik wist niet wat ik voor hem voelde, dat was me gewoon niet duidelijk. Ik had meestal wel moeite met mijn gevoelens, dat had ik altijd al gehad. Ik kon dat soort dingen gewoon niet inschatten, met mijn beroep had ik ook geen tijd gehad voor een serieuze relatie. Ik was al een jaar of twee single, daar was ik tevreden mee geweest. Natuurlijk was het in het verleden wel anders geweest, maar ik had relaties de laatste tijd lichtelijk afgezworen. Waardoor deze gevoelens nu al helemaal onbekend voor mij leken. Het leek een eeuw te duren voor hij uiteindelijk toch de grot in kwam lopen. Een zuinige glimlach stond op zijn gezicht gedrukt. ‘Goedemorgen,’ ik knikte hem – misschien iets te blij – toe. ‘Hier,’ met een simpel gebaar gooide hij een stuk brood in mijn richting. Ik ving het op. ‘Dank je,’ ik had werkelijk geen flauw idee hoe vaak ik die woorden de laatste paar dagen had gezegd. Maar het kon me ook niet veel schelen, ik was de breedgeschouderde man wel echt dankbaar. Ik nam een hap brood, ik had de laatste paar uren al honger gehad. Maar deze vrijwel genegeerd, ik kon immers toch niet zelf aan eten komen. Dan had het ook geen nut om alleen maar aan die honger te denken, ik wist uit ervaring dat het dan alleen maar erger werd. ‘Doen je verwondingen nog pijn?’ Hij was naast me tegen de rotswand aan komen zitten. Ik schudde mijn hoofd. ‘Ik heb wel eens erger meegemaakt,’ sprak ik tussen een paar happen door. ‘Hoewel het altijd beter kan..’ Mompelde ik er iets zachter achteraan. Ik wist dat hij grijnsde, vraag me niet hoe. Ik wist het gewoon. ‘Je blijft apart Nymfe..’ Verzuchtte hij grijnzend. ‘De meeste vrouwen die ik ken hebben bij lange na nooit zulke wonden meegemaakt als jij nu hebt, laat staan erger.’ Ik knikte, met een glimlach die op mijn gezicht was verschenen. ‘Ach, misschien is dat ‘slavenland’ van me toch niet zo slecht.’ De man grinnikte. ‘Kom je echt uit Amerika? Je ziet er niet uit als de Amerikanen die ik in mijn leven heb ontmoet..’ Sprak hij. ‘Hoeveel Amerikanen heb je überhaupt in je leven ontmoet? Niet iedereen is het zelfde,’ kaatste ik vrolijk terug. ‘Okay okay, daar heb je een punt.’ Hij knikte eerbiedig. ‘Maar in ieder geval, ja ik kom uit Amerika. Maar niet uit het Amerika zoals jij het kent..’ Ik kon mezelf wel voor mijn hoofd slaan toen ik de laatste zin had uitgesproken, het was meer geweest dan ik wilde vertellen. Ik moest op mijn hoede blijven, dat wist ik ook wel. Maar nu ik het toch al had gezegd, moest ik ook maar de hele waarheid vertellen. ‘Hoe bedoel je, niet uit het Amerika wat ik ken? Er is toch maar één Amerika?’ Een zenuwachtig gevoel trok door mijn buik, zou hij het überhaupt geloven? ‘Ik kom uit de.. de toekomst.. Vandaar dat ik wel ergere verwondingen heb meegemaakt..’ Het klonk ontzettend ongeloofwaardig, maar blijkbaar leek de zwartharige man er wel vertrouwen in te hebben. ‘Vandaar dus dat je er ook anders uitziet..’ Hij hield zijn hoofd even nadenkend schuin. ‘Als je uit de toekomst komt, hoezo heb je dan al ergere verwondingen meegemaakt? Is de toekomst gevaarlijker dan hier..?’ Ik haalde mijn schouders op. ‘Ik denk dat het er meer aan ligt, dat in de toekomst vrouwen ook gewoon kunnen vechten in legers. Hier is dat nog niet zo toch?’ De man schudde lachend zijn hoofd. ‘Dus bij jullie kunnen vrouwen net zo met wapens omgaan als mannen, waar gaat het heen met de wereld..’ Zonder dat ik er zelf echt neiging toe had moest ik ook lachen, ik besefte me maar al te goed hoe raar het moest klinken voor iemand uit deze tijd. Het was voor hen nu eenmaal heel ongewoon dat vrouwen ook vochten. ‘Plus dat ik zelf voor mijn baan onderzoek doe naar dingen uit het verleden, daarvoor bezoek ik veel tombes. Die niet altijd even veilig zijn..’ Even was het stil. ‘Hoe ben je hier terecht gekomen?’



C H A P T E R 7
Nymfe’s point of view

Terug naar boven Ga naar beneden
https://moonchild.actieforum.com
Hestia
Admin
Hestia


Aantal berichten : 229
Registratiedatum : 13-10-13
Leeftijd : 25
Woonplaats : Naast de heksen.

Character sheet
Partner: My eyes are open, but only for cuties~
Geslacht: Female
Leeftijd: 22

Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO] Empty
BerichtOnderwerp: Re: Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO]   Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO] Emptyza nov 16, 2013 6:58 am



WOUNDED AND HIDING


Ik dacht even na. ‘Ik kan zelf ook nog niet helemaal bevatten wat er is gebeurd, dus ik weet het zelf ook niet precies. Het enige wat ik zelf nog begrijp was dat ik op een missie was, ik deed onderzoek naar jouw echtgenoot.’ Ik fronste even en besefte dat die laatste zin best raar had geklonken, alsof ik een stalker was. ‘Ik vond dezelfde pithos als degene die ik hier heb gevonden, toen ik hem opende ging ik terug in de tijd en kwam ik hier terecht..’ Ik zuchtte even, het klonk allemaal zo onlogisch. ‘Is er in jouw wereld meer bekend over mijn vrouw dan nu?’ Klonk zijn stem vragend, ik knikte. ‘Er is al meer onderzoek naar gedaan, veel dingen zijn nog onbekend. Maar een aantal dingen weten we wel al..’ De man kwam weer overeind. ‘Ik kom later weer terug, dan kan je me meer vertellen.’ Hij grijnsde een beetje ondeugend. ‘Ik moet nu echt gaan, terug naar mij oh zo lieve vrouw.’ Sarcasme nam de macht in zijn stem over. De man draaide zich om en vertrok weer.

En zoals beloofd, kwam Edward de dag daarna weer langs. Met brood en water, het was niet veel. Maar genoeg om me op te been te houden. Ik begon me aanzienlijk ook weer beter te voelen. Elke dag kreeg ik wel weer even bezoek van de gespierde man, met zijn grote bonte paard. We deelden verhalen met elkaar, ik over de verhalen uit mijn tijd. Over mijn missies, over hoe het eraan toeging in mijn tijd. En natuurlijk deelde ik ook alle verhalen over Pandora, want hij had nou eenmaal het recht om de waarheid over zijn eigen vrouw te weten. Hij vertelde in ruil hiervoor verhalen over zijn leven, over hoe hij was opgegroeid en de uithuwelijking met Pandora. Hij vertelde verhalen uit de tijd dat hij nog bewaker in het kasteel was en over zijn huidige leven, als heer van een groot stuk land. Het verhaal waar ik me eigenlijk nog het meest in interesseerde was die over de laatste ruzie die hij had met Pandora, ik kon me niet voorstellen dat iemand – hoe sterk deze ook was – zomaar tegen zo’n machtige vrouw ik kon gaan. Ik deed het natuurlijk zelf ook, maar in deze tijd leken sommige mensen haar haast te aanbidden. Maar niet alleen leerden we elkaar beter kennen, ook werden mijn gevoelens voor hem alleen maar onduidelijker. Ik wist dat ik iets voor hem voelde, maar ik kon niet bevatten hoe ver dit ging. Ik wist niet of het een gewone vriendschap was, of dat het verder ging. Maar als het verder ging, dan zou het gedicht wel duidelijker worden. De liefde was inderdaad verboden en haast onmogelijk, Edward zelf had immers gewoon een echtgenote. Maar dan zal een van ons moeten gaan, dus of één van ons zal moeten sterven. Of vertrekken, naar een andere plaats? Misschien naar een andere tijd? De ander zal met een gebroken hart achterblijven, maar uiteindelijk zal er weer een nieuwe kans komen. Een nieuwe mogelijkheid om het leven te beteren.. Wat zou die dan inhouden? Een nieuwe liefde, of zou een van ons weer terugkeren naar dezelfde plaats, naar dezelfde tijd?

Ik had niet verwacht dat zo snel mijn gevoelens al duidelijk zouden worden, zoals gewoonlijk kwam Edward ’s ochtends weer langs wanneer hij ‘aan het werk’ was. Dat was de enige manier waarop hij Pandora kon omzeilen en bij mij langs kon komen, ik hoorde buiten Charming vrolijk hinniken. Ik kan overeind en liep de grot uit, wat me eindelijk weer lukte. Mijn verwondingen waren zo goed als genezen, nou ja veel beter zou het waarschijnlijk niet worden. Maar dat maakte niet uit. Ik glimlachte breed en keek Edward stralend aan. ‘Fijn om te zien dat je weer kan lopen,’ merkte hij droogjes op. Ik knikte en deed een paar stappen naar voren om Charming over zijn neus te kunnen aaien, het grote paard schuurde even met zijn hoofd langs mijn schouder. Ik lachte opgewekt toen hij me met zijn kracht bijna omver duwde. ‘Ik verbaas me er nog steeds over hoe snel je vertrouwen hebt gekregen in paarden, je leek echt bang voor ze.’ Ik knikte. ‘Ik heb vroeger veel paardgereden toen ik jonger was, maar na een ongeluk werd ik bang. Sindsdien had ik het eigenlijk niet meer gedaan.’ Ik haalde mijn schouders op. ‘Ik merkte laatst pas hoeveel ik het eigenlijk heb gemist.’ De jongen grijnsde breed. ‘Dus je gaat weer verder met paardrijden als je terugkomt in je eigen tijd?’ Een vragende toon lag in zijn stem. ‘Me de nadruk op als ik terugkom in mijn eigen tijd,’ verzuchtte ik. ‘Het zou zo maar kunnen dat ik nooit terug zou kunnen keren, maar stel dat ik wel terug kan. Dan denk ik dat ik wel opnieuw zou beginnen.’ De man grinnikte zacht. ‘Is het nu heel egoïstisch om te zeggen dat ik eigenlijk hoop dat je gewoon hier kan blijven.’ Een charmante grijns vormden rond zijn lippen, ik fronste even. ‘Ja, dat is ergens best wel een beetje egoïstisch..’ Mompelde ik zacht. Zonder verder nog iets te zeggen sloeg de man zijn armen om mijn middel en boog voorover, voorzichtig drukte hij zijn lippen op de mijne.

Dit was misschien wel een van de eerste keren in een lange tijd dat mijn gevoelens – als het ging om liefde – weer gewoon op orde waren, dat ik ze weer kon overzien. En vooral dat ik ze weer kon begrijpen. Aphrodite had schijnbaar besloten, dat ik in een relatie zal belanden met de echtgenoot van mijn aartsvijand.



E N D O F C H A P T E R 7
Nymfe’s point of view

Terug naar boven Ga naar beneden
https://moonchild.actieforum.com
Hestia
Admin
Hestia


Aantal berichten : 229
Registratiedatum : 13-10-13
Leeftijd : 25
Woonplaats : Naast de heksen.

Character sheet
Partner: My eyes are open, but only for cuties~
Geslacht: Female
Leeftijd: 22

Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO] Empty
BerichtOnderwerp: Re: Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO]   Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO] Emptyzo nov 17, 2013 1:08 am



I WON'T LET YOU GO


Ik kon het nog steeds niet begrijpen, hoe kon ik hebben verloren in een strijd tegenover een simpele sterveling? Dit was al de tweede keer, dat ik verslagen was. Ik moest er echt iets tegen doen, nu al helemaal. Dat kind had mijn pithos, als ze begreep hoe dat ding werkte.. Dan.. Dan.. Dan zou het mijn einde zijn, dan zou alles precies zo zijn gegaan als Apollo wilde. Zijn jaloezie op de andere goden wreken op mij.. Ik wist dat meerdere goden onderhand wel in begonnen te zien dat ze een verkeerde keuze hadden gemaakt, of nou ja ze begonnen in te zien dat Hermes een verkeerde keuze had gemaakt. Toen hij mij een bedrieglijke aard gaf, ze hadden het van te voren al kunnen weten. Maar de goden  blijven altijd denken dat ze slimmer zijn en geen fouten kunnen maken, maar niemand is helemaal perfect. Zelfs ik niet, ik was echt perfect geweest als die god van de dieven zich er niet mee had bemoeid. Maar wat maakte het ook uit, ik was ze jarenlang toch echt te slim afgeweest. Nu kon ik niet een simpele ziel roet in het eten laten gooien, dat mocht niet gebeuren. Gewoon echt niet. Een zachte zucht rolde over mijn lippen, ik zat op de simpele sofa in woonkamer. Ik trok mijn knieën op en verborg mijn gezicht in de zachte stof van mijn jurk, nog nooit in mijn leven had ik zoiets meegemaakt. Ik was altijd vrij zeker van mezelf geweest, ik had nooit twijfels gehad over mijn toekomst. Ik was er altijd van overtuigd geweest, dat ik gewoon onsterfelijk zou zijn. Dat me nooit iets in de weg zou kunnen staan, dat had ik al van kinds af aangedacht. Dat was ook de reden dat ik me door die tijd heen heb kunnen slaan, want zoals je eigenlijk niet zou verwachten. Had ik een ontzettend lastig verleden gehad. Een verleden waar ik nu eigenlijk ook niet meer over na wilde denken, maar af en toe in bepaalde situaties doken de gebeurtenissen weer op in mijn hoofd.

‘Hiermee leg ik de laatste hand aan het uiterlijk van deze vrouw, haar leven zal voor eeuwig duren. Lichamelijk zal ze niet ouder worden dan 22.’ Klonk de zware stem van Hephaistos, de god die van Zeus het bevel had gekregen, om een vrouw te vormen uit aarde en water. Het was nu nog een kind, een baby die geen flauw idee had wat er gebeurde. Maar naarmate ze zou groeien, zou ze machtig worden. Misschien wel machtiger dan de goden. Hij wierp een blik op de rest van zijn familie, wachtend tot een van de andere goden het woord zou nemen. Zijn taak zat erop, hij had de vrouw niets meer te bieden. Hij kon alleen maar hopen dat zijn creatie niets zou verpesten.. Zeus knikte even, misschien zelf een beetje dankbaar, naar de god die zijn bevel braaf had opgevolgd. ‘Deze vrouwe zal de naam Pandora dragen, wat zoals wij allen weten ‘de Al Begaafde’ betekent. Hiervoor zullen wij haar wel al begaafd moeten maken, dus Athena ga je gang.’ Hij gebaarde de lange, slanke vrouw met het zwarte haar dat tot haar middel reikte naar het kind te gaan. De vrouw knikte en deed een paar gracieuze stappen naar voren, ze raakte het voorhoofd van het kind aan met een van haar slanke vingers. ‘Hierbij schenk ik haar de intelligentie zoals ik deze graag zie, ook zal dit kind vanaf nu vol zitten met talenten. Hoewel ze die zelf zal moeten ontwikkelen. Ook geef ik haar manieren, met deze geschenken zal ze kunnen groeien tot een echte dame.’ Een kort moment sloot de zwartharige vrouw haar ogen, om zich te kunnen concentreren op het innerlijk van het kind. Athena zetten weer een paar stappen naar achteren en keek de rest van de goden, met glinsterende ogen van blijdschap, aan. Zeus keek haar goedkeurend aan, waarna hij zijn blik afwendde en een andere vrouw aankeek. ‘Aphrodite, kom naar voren. Geef deze kleine jouw geschenken.’ De blondine knikte, ze was net iets langer dan Athena en kon haast niet meer slank genoemd worden, de vrouw was haast mager. Maar je kon de schoonheid die rond haar hing niet ontkennen. Ze was beeldschoon. Ook zij legde haar vinger op het voorhoofd van het kind, maar sloot haar ogen vrijwel direct. ‘Hierbij schenk ik dit kind de bevalligheid en schoonheid van een echte godin, zodat het haar wat makkelijker wordt de dingen te krijgen die ze wil.’ Ze hoorde Athena achter haar afkeurend snuiven, de zwartharige vrouw was het er niet mee eens dat je met schoonheid alles zou kunnen krijgen. Maar Aphrodite trok zich daar niets van aan, zij kon er ook niets aan doen dat niet iedereen schoonheid bezat. ‘Ook wil ik haar mijn eigen gave schenken, zodat ze werkelijk meer zal kunnen bereiken in haar leven. Ik schenk haar mijn toverspraak, hij zal haar goed te pas komen. Daar ben ik van overtuigd,’ een glimlach schitterde rond haar perfect gevormde lippen, toen ze haar ogen weer opendeed en de prachtige ogen van het kind haar aankeken. Door haar geschenk was het gezicht van het kind iets veranderd, de jukbeenderen staken wat meer uit. De ogen waren iets ronder en voller van kleur, haar lippen waren iets roder geworden van kleur. Met een goedkeurende glans die over haar ogen heen lag, deed ze weer een paar stappen achteruit. Zeus keek even de zaal rond, zijn blik bleef hangen bij Hermes. De laatste god die nog een echt geschenk mocht geven aan het kind, hij had drie goden uitgekozen. En deze had hij gekozen, omdat hij wist dat het een interessante combinatie ging worden van eigenschappen. Het kind moest speciaal worden. Hij was ook op de hoogte van het feit dat Apollo sindsdien een ontzettende hekel aan hem had, maar eerlijk gezegd had Zeus zelf niet zo’n behoefte aan nog iemand die de hele tijd liep te dichten. Nee dank je.. ‘Hermes, jij hebt als laatste de eer om iets te schenken aan dit kind. Ga je gang.’ De kleine man met het norse gezicht en de bruine haren deed een stap naar voren, hij stond het dichtste bij het kind en hoefde dus ook het minst te lopen. Hij legde zijn hand op het voorhoofd van het kind en sloot zijn ogen. ‘Ik wil dit kind spraak geven, om ook haar toverspraak tot nut te brengen.’ Klonk zijn stem sarcastisch en hij hoorde Aphrodite achter zit geïrriteerd knarsetanden, een kleine ondeugende glimlach verscheen op zijn gezicht. Hij plaagde zijn familieleden wel vaker, of misschien zelfs iets te vaak. ‘Ook wil ik haar schaamteloze gedachten schenken, zodat ze haar kennis nog iets beter kan benutten,’ tot nu toe had hij alleen de geschenken van de andere twee goden verbeterd. Maar hij wilde ook nog iets anders schenken, waardoor het was interessanter voor hemzelf kon worden. ‘Ik wil dit kind ook een bedrieglijke aard schenken,’ hij hoorde een aantal goden hun adem inhouden, anderen vloekten binnensmonds. Hermes verwachtte eigenlijk dat de god van de zon een of ander tragisch gedicht zou maken, maar toen deze niet kwam sprak hij weer verder. ‘Ik geef haar dit geschenk, zodat ze ook de eigenschap nieuwsgierigheid krijgt. Een eigenschap die niemand anders bezit, behalve ik.’ Hij opende zijn ogen weer en keek de anderen ondeugend en uitdagend aan, Zeus keek hem wantrouwend aan. ‘Deze goden hebben hun keuze gemaakt, als zij denken dat hun keuzes goed waren.’ Hij keek Hermes straks aan, om wat meer nadruk te leggen. ‘Wie zijn wij dan om ze hierop te veroordelen?’ Hij klapte eenmaal met zijn handen. ‘Goed, nu wil ik iedereen die nog geen geschenk heeft geleverd. Uitnodigen om dit kind bloemen te schenken, alleen het beste zal nu nog gelden voor dit kind.’ Alle andere goden kwamen in beweging, alleen Aphrodite, Hermes, Athena en Apollo bleven staan. Apollo staarde alleen maar furieus voor zicht uit.

Toen de goden eenmaal klaar met haar waren, werd ze ondergebracht in een weeshuis. Ze was nog klein en had geen flauw idee wat er aan de hand was. Naarmate ze ouder werd begon ze steeds beter te begrijpen wie en wat ze was, ze had een bijzonder goed geheugen. Dus zelfs het moment waarop haar al die dingen geschonken werd, herinnerde ze nog. De jonge Pandora merkte wel dagelijks op dat ze anders was dan de anderen, dat lieten ze ook wel duidelijk merken. Niemand geloofde haar als ze vertelde over de goden en over welke geschenken ze had gekregen, iedereen vond haar raar. Ze werd buitengesloten en gepest, dag in dag uit. Het meisje was hartstikke ongelukkig, maar ze kon houvast houden aan het feit dat ze wist dat ze machtiger was dan de kinderen. Op een dag zouden ze ervan langs krijgen, dan zouden ze haar wel geloven. Daar zorgde ze dan wel voor. Naarmate ze nog ouder werd en een leeftijd van 15 jaar bereikte, was haar schoonheid alleen maar toegenomen. Haar haren reikten tot aan haar middel, er zat een kleine slag in en het had een volle lichtbruine kleur. Ze was lang en slank gebouwd, maar tot met voldoende vormen. Veel van de kinderen negeerden haar nog steeds en het pesten nam alleen maar toe, soms hingen er wat jongens rond haar. Omdat ze haar zo mooi vonden, maar zodra ze haar hart aan hen toevertrouwden bedrogen ze haar uiteindelijk allemaal wel weer.
Die dag zat ze op een tak van de grote eikenboom die voor het weeshuis stond, ze keek hoe de zon langzaam al onderging. Het was haar favoriete plekje als ze even na moest denken, of wanneer ze niet wist waar ze heen moest gaan, of wat ze moest gaan doen. Wat nogal vaak voorkwam, omdat ze zich nogal eenzaam voelde. Dat was ook de dag waarop alles veranderde. Pandora dacht wel veilig te zijn op haar favoriete plekje, niemand wist dat ze daar ooit rondhing. Maar blijkbaar was een groepje haar toch gevolgd. Bij het geschreeuw alleen al wist ze wie het waren; Michalis, Alexis, Chryssa, Kiki en Tryphon. Het kon niet anders, dat was het standaard groepje dat haar altijd treiterde. ‘Kijk eens aan, daar hebben we ons perfecte meisje weer,’ riep Alexis smalend. ‘Uwe hoogheid, moet je niet eens terug naar daarboven? Met je leuke goden vriendjes?’ Riep ze er nog even achteraan, de anderen lachten vrolijk mee. Een steentje ketste tegen Pandora’s arm aan, een blik omlaag vertelde haar dat het Tryphon – de breed geschouderde jongen – was die het steentje had gegooid. Meer dan een vuile blik besteedde ze niet aan hem, ze keek weer weg en staarde naar de prachtige zonsondergang. Apollo was dus druk bezig, net zoals de andere goden waarschijnlijk. Waarom konden ze haar niet gewoon helpen? Haar weghalen uit dit vreselijke oord? Plotseling verscheen er een flits recht achter het groepje kinderen, verbaast keek de jonge Pandora omlaag. Een geur van rozenbladeren drong haar neus in, een prachtige vrouw met lang blond haar was verschenen. Er lag een soort roze glans rond haar lichaam. Kiki sloeg een gil en rende weg, de andere bleven alleen maar stokstijf staan. ‘Wegwezen zondelingen, nu.’ Klonk de dreigende stem van Aphrodite, ijskoud. ‘Wees maar blij dat ik hier sta en niet Hephaistos, hij stelt het niet bepaald op prijs dat jullie zijn creatie het leven zuur maken.’ Een dreigende blik glansde in haar ogen terwijl ze met haar hand een gebaar maakte dat de kinderen weg moesten gaan. ‘Hup, ik meen het. Wegwezen, nu.’ De kinderen lieten zich dat niet nogmaals vertellen en renden weg, gelukzalig keek het meisje in de boom toe. Haar geluk werd alleen nog maar groter toen ze de tranen op het gezicht van Chryssa zag. ‘Eigen schuld,’ mompelde ze zacht. De godin van de liefde keek vrolijk omhoog, haar ogen ontmoetten die van Pandora. ‘Kom naar beneden kind, zij zullen je niets meer doen.’ Voorzichtig klom het meisje de boom uit, wat nog niet meeviel met de jurk die ze droeg. Ze ging een beetje onzeker voor de godin staan, die haar goedkeurend bestudeerde. ‘Je hebt n ieder geval een beetje aan modegevoel, dat is fijn.’ Klonk de stem van de vrouw. ‘Maar daarvoor ben ik niet gekomen, ik ben gekomen voor iets veel beters.’ Vragend hield de brunette haar hoofd schuin, voor wat was de godin haar op komen zoeken? Dat moest wel heel belangrijk zijn.. ‘Ik ben gekomen voor..’ Het bleef even stil. ‘Het beste der wereld, liefde.’




C H A P T E R 8
Pandora's point of view

Terug naar boven Ga naar beneden
https://moonchild.actieforum.com
Gesponsorde inhoud





Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO] Empty
BerichtOnderwerp: Re: Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO]   Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO] Empty

Terug naar boven Ga naar beneden
 
Pandora's Box [The Curse of Curiosity - NANOWRIMO]
Terug naar boven 
Pagina 1 van 2Ga naar pagina : 1, 2  Volgende

Permissies van dit forum:Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
Moonchild :: Bulletin Board :: Out of Character :: Creabea-
Ga naar: